Terwijl zich in het Vaticaan deze week 133 kardinalen uit 71 landen onder het koepeldak van de Sixtijnse Kapel verzamelden om – bij stem en gebed – in conclaaf te gaan over de opvolger van paus Franciscus, kwam de uiteindelijke witte rook voor zestienduizend zielen in de Ziggo Dome nét te vroeg. Onder een hemel van stroboscopisch licht en geveinsd glas-in-lood was de kogel vanavond door de kerk. Habemus Papam. Maar dan wel in Amsterdam. Zijn naam: Tobias Forge.
Fotografie Hub Dautzenberg
Geestelijk vader Tobias Forge heeft zich vanwege de release van het zesde album Skeletá voor de zoveelste keer hervormd. Niet vermomd, maar getransfigureerd: een metamorfose van het vlees. Toegegeven: de verhaallijn rond het instituut dat Ghost heet is er eentje voor de liefhebber. Afhaken ligt zo langzaamaan op de loer want als je niet oplet raak je de tel kwijt en zou je zowaar van je geloof kunnen vallen.
De progressieve, doorlopende rockopera is nog het meest vergelijkbaar met een seizoensgebonden toneelstuk waarin elk album een nieuw hoofdstuk vormt. Een gecontroleerde overdracht van de macht tussen fictieve pausen staat centraal. Persona en mystiek vormen daarin het gebroken brood en de miswijn, zoals we dat kennen van acts als Alice Cooper of Ziggy Stardust. Bedacht en uitgedragen om een groter verhaal te vertellen: over de val van machtssystemen, hypocrisie van religieuze instituties en de ironie van verering.
Forge blinkt hier al jaren in uit. Hij is dé gedoopte kameleon van de popmetal. Zijn meest recente alter ego Papa V Perpetua overstijgt vandaag echter al zijn voorgangers. Het mysterie rond Emeritus I en papa II, de flamboyante frivoliteit van Emeritus III, de kilte van Emeritus Nihil, de menselijke kant van kardinaal Copia én het bloed van IV: ze gloeien als ingewreven relieken in zijn performance. Zijn gewaad lijkt gesneden uit het vel van een barokke cherub, ingelegd met botten van zalig verklaarden en weggeslopen uit Versailles. Zijn masker: de vastgevroren glimlach van iemand die al weet wat jij pas na afloop van dit religieuze circus zult begrijpen.
De huidige eucharistieviering – want dat is het – opent met het gloednieuwe Peacefield, een 80’s geïnspireerde hymne die direct de toon zet voor de avond. Dat klinkt bij vlagen wel heel erg als Separate Ways van Journey, maar Forge blijkt niet wars van enige controverse en verpakt het met veel bombarie als ode. Deze voorbede wordt gevolgd door de krachtige, melancholische ballade Lachryma. Later in de set passeren de nieuwe single Satanized en Umbra nog de rockrevue. Die vierde nieuwe is na het klinken van de Stranger Things-achtige intro trouwens vooral een imponerende showcase van de uitstekende, anonieme instrumentalisten: twinsolo’s, keytars en jawel: cowbell.
Tot zo ver het nieuwe materiaal. Daar kan de verwende koorknaap zich natuurlijk over beklagen, maar het zal geen heilig beeld doen wenen. Want verder is alles perfect. Niet te filmen, letterlijk. Het telefoonverbod leverde misschien langere rijen op, maar bleek de rest van de avond een zege. Het met een Grammy bekroonde Cirice blijft voor Ghost wat Bohemian Rhapsody is voor Queen: een theatrale mini-opera, gehuld in zwartviolet fluweel en wierook. Het nummer opent als een spookachtig koor in een verlaten kapel, bouwt langzaam spanning op, en barst los in een refrein dat geen bevrijding is, maar een bezwering. Het publiek wordt geraffineerd omarmd om vervolgens langzaam onderworpen te worden en slikt deze auditieve hostie moeiteloos, zonder te kauwen.
Een poppy song als Dance Macabre kan rekenen op veel bijval van de vermomde nonnen en gevallen serafijnen in de zaal en vormt een sterk staaltje vloeken in de kerk met deze ABBA van de metal. Jammer trouwens dat Spillways ontbreekt in de set, evenals Miasma en de daarbij behorende gereanimeerde saxsolo, maar die hebben we de vorige tour al gezien en passen volgens de popestar kennelijk niet in dit nieuwe testament. Het prachtige He Is, ooit opgedragen aan de overleden Nederlandse satanist Selim Lemouchi (The Devil’s Blood) gelukkig wel. Net als sing-a-long Rats, Call Me Little Sunshine, retro-statement The Future Is A Foreign Land, de klassiekers Monstrance Clock en Year Zero plus het slotstuk Square Hammer. Confetti voor de vorst der duisternis, welja.
Ghost biedt geen antwoorden. De band belooft geen hemel, geen verlossing, maar brengt bezieling. In een tijdperk waarin spiritualiteit verkruimelt tot zelfhulpkalenders herinnert Ghost ons eraan dat de mens rituelen nodig heeft. En waar het Vaticaan vertrouwt op witte rook en kardinale consensus, vertrouwt Ghost op gothic grandeur en muzikale overtuiging. De introductie van Papa V Perpetua markeert een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van de band, op de top van haar kunnen. En dat gaat gepaard met een goeie dosis duisternis. Want zonder duisternis geen licht. Tobias Forge laat ons knielen op de rand van de afgrond, maar wel met stijl.
Gezien: 8 mei 2025 in Ziggo Dome, Amsterdam