Graham Nash, 83 jaar oud, is een levende muzieklegende, vooral door zijn plek in de heilige drievuldigheid van de Californische folkpop uit de jaren zestig en zeventig: Crosby, Stills & Nash (en vooruit, Young, als duivelse toevoeging). Muziekgebouw Eindhoven zat woensdag dan ook vol met oud-hippies, die het lange haar voor een grijze coupe hebben moeten inruilen. Maar stel dat je nog nooit van Graham Nash gehoord hebt?
Mijn buurman in rij 11, stoel 6, is 86 jaar oud en komt uit de Eindhovense volkswijk waar ook Fresku en Cody Gakpo vandaan komen. Meneer Woensel, zoals ik hem gemakshalve maar even noem, is hier met de bus en kent, naar eigen zeggen, ‘geen zak’ van wie er dadelijk komt ‘speule’.
‘Ik wilde naar het Parktheater, maar toen kwam ik hier langs en zag al die mensen in de hal zitten. Toen ben ik maar naar binnen gegaan. Anders zit ik ook maar thuis. Weet u, ze is er al een paar jaar niet meer, maar dat went niet, hè.’ Het muzikale referentiepunt van Meneer Woensel is The Voice. ‘Kende dat? Sinatra?’ Ik knik. Hij zet Strangers In The Night in. ‘Prachtig vind ik dat. Wordt nog altijd gedraaid, wist u dat?’


Waar komt deze artiest zo meteen vandaan, vraagt meneer, terwijl hij naar het podium wijst. ‘Zijn dat Nederlanders? Amerika? O echt? En wat voor muziek?’ Ik leg meneer Woensel uit dat meneer Nash wereldberoemd is en dat zijn muziek vooral eind jaren zestig, begin jaren zeventig erg populair was. ‘Ik ken het niet. Maar bij muziek zeg ik altijd: als het goed voelt, dan is het goed.’
Het concert begint, steviger dan verwacht, met Pre-Road Downs van het Crosby, Stills & Nash-debuut uit 1969. ‘Dat zijn echte rockers!’, roept Meneer Woensel vrolijk, ergens halverwege het nummer, doelend op de drie fabuleuze multi-instrumentalisten die Nash vanavond bijstaan. ‘Wist u trouwens dat de gitaren van de Beatles uit Eindhoven kwamen?’
Meneer Woensel raakt steeds meer in vervoering. Van de klanken, van de melodieën, van de verhalen van Nash. In het Engels, en ook hier kent hij ‘geen zak van’, maar het komt ogenschijnlijk binnen. Misschien omdat Graham Nash, immers ook een tachtiger, zingt vanuit het perspectief van de dingen die voorbijgaan: zijn relatie met Rita Coolidge (die Nash hielp met Better Days, zo vertelt hij), die iconische verkering met Joni Mitchell (‘Gelukkig is ze er nog’), de muzikale broederschap met de overleden David Crosby (‘Ik mis hem elke dag’).


De verhalen van meneer Woensel tussendoor worden korter. Zinnen worden kreetjes, gevoelens handgebaartjes. ‘Heuj, heuj, heuj’, roept hij na een mooie uitvoering van Love The One You’re With, terwijl hij enthousiast applaudisseert. Bij Our House, Nash’ ode aan huiselijk geluk, valt meneer Woensel stil. Hij is dan wel niet zo goed met Engels, maar verstaat de boodschap van het nummer, die hij naar zichzelf toe lijkt te vertalen. Hij zal immers straks zélf de bloemen in de vaas moeten zetten.
Na de eerste encore, het onverwoestbare Teach Your Children, geeft meneer Woensel mij plots een hand. ‘Ik zeg: tot ziens. Ik ben blij dat ik hier naartoe ben gekomen.’ Maar Graham Nash wil nog niet naar huis, en meneer Woensel eigenlijk ook niet, gezien zijn uitgelaten reactie op de klassieker Woodstock die intussen wordt ingezet. Inmiddels zijn de oud-hippies allemaal opgestaan, er wordt voorzichtig gedanst. Meneer Woensel mag nog even blijven en wiegt mee.
Met een wederom verrassend stevig gespeeld Suite: Judy Blue Eyes komt er een einde aan een warme muzikale avond, vol verhalen en vakmanschap. Graham Nash zingt zijn bekende riedel: Do-do-do-do-do, do, do, do-do-do-do. Meneer Woensel roept nog eens ‘heuj, heuj, heuj’. Als het goed voelt, dan ís het goed.
Gezien: 22 oktober 2025 in Muziekgebouw Eindhoven
Fotografie: Hub Dautzenberg