Jim Jarmush die vanaf het zijbalkon toekijkt hoe A Place To Bury Strangers een veldslag aanricht op het podium: hoe ‘Grauzone’ wil je het hebben? Het eigenzinnige muziek-, film-, en kunstenfestival in Den Haag verenigt artiesten uit alle donkere hoeken van de popcultuur. Met popzaal het PAARD als epicentrum, dat er met zijn Grauzone-vlaggen en kleurig uitgelichte gevel meteen uitspringt in een grijs Den Haag. We dompelen ons drie dagen lang onder in het onheilspellende sfeertje van Grauzone.
Fotografie Niels Vinck
Er loopt een lijntje door het festival: vrijdag start met de film Only Lovers Left Alive, een horrordrama van Jim Jarmusch dat zich afspeelt in een gothic vampierenwereld. Aansluitend ondervraagt John Robb, die in maart zijn dikke ‘Gothic bijbel’ uitbrengt, Jozef van Wissem. De Nederlandse componist is bevriend met Jarmusch en schreef mee aan de soundtrack van Only Lovers Left Alive. Van Wissem speelt zaterdag de soundtrack bij Murnau’s film Nosferatu, de filmklassieker die 101 jaar geleden hier in het Haagse zijn wereldpremière had. En dan is er nog SQÜRL, de band van Jarmusch.
SQÜRL (vrijdag 19:30 uur, grote zaal PAARD) noemt zichzelf een enthousiaste rockband, maar vrijdag in Paard zien we weinig enthousiasme en nauwelijks rock. Bij uitzondering richt Jarmusch zich eerst even tot het publiek (‘We usually don’t talk to the audience’) en memoreert wijlen Tom Verlaine en de Nederlandse cameraman Robby Müller, met wie hij onder meer Down By Law maakte. Na zijn constatering ‘We are nothing more than the backing band of your memory’ kruipen Jarmusch en drummer Carter Logan anderhalf uur lang in een bubbel van opperste concentratie, waarbij ze zich niet langer bewust lijken van de zaal.
Jarmusch, met elektrische gitaar op schoot, zit achter zijn verhoogde pedalboard. Met uiterste precisie draait hij aan de knoppen. Hij staat sporadisch op om feedback te creëren door zijn gitaar tegen een versterker te duwen. Carter zit op zijn drumtroon en gebruikt dempende brushes en timpani sticks. Waar drums normaal het ritme aangeven, is zijn rol eerder volgend. De karakteristieke, trage manier waarop Jarmusch snaar voor snaar akkoorden aanslaat doet sterk denken aan Wenders’ Paris Texas. Op de achtergrond zien we droomachtige, abstracte beelden van avant-garde kunstenaar Man Ray. De aanhoudende laag zoemende ondertoon geeft de beelden, met Lillian Gish-achtige wezentjes, iets apocalyptisch. Aan het eind is de zaal een stuk leger. Vooral jongere bezoekers zijn weg. Waarschijnlijk is SQÜRL niet de backing band van hún verleden.
Door het clowneske gedrag van zanger William Maybelline kost het even moeite om postpunkduo Lebanon Hanover (vrijdag 21:15 uur, grote zaal PAARD) live serieus te nemen. Naast zijn Trumpiaanse pruilmondje en vorsende blik heeft hij potsierlijke dansbewegingen die nogal afleiden. Een elektronicatafel op het podium scheidt hem van zangeres en gitarist Larissa Georgiou, beiden gevangen in hun eigen lichtbundel. Naast zijn monotone, robotachtige zang speelt Maybelline basgitaar. En hoe hij dat doet is bepalend voor de sfeer van de muziek van Lebanon Hanover. Vaak lijken de nummers – op de zang na – zo van het eveneens minimalistische en sombere Seventeen Seconds van The Cure te komen. De zaal is reageert meteen op Gallowdance, een nummer dat scoorde in 2013. Hoogtepunt is het repetitieve Totally Tot uit 2012, ingezet met een indrukwekkende schreeuw van Maybelline. Alsof die tekst nog niet destructief genoeg is, volgt Georgiou met uitsmijter Babes Of The 80s, intonatieloos door haar ingeluid met ‘come on everybody’. De zin ‘I should be a saint / but I want to murder murder everyone’ echoot na.
Doodstil staan de drie leden van A Place To Bury Strangers (vrijdag 22.45 uur, grote zaal PAARD) op het podium, tot de opgeheven drumsticks van Sandra Fedowitz de toms raken en alles ontploft. De gitaar van frontman Oliver Ackermann wordt de lucht in geslingerd, opgevangen en kapotgeslagen. Hij speelt door met een halve gitaar. Al snel moeten technici eraan te pas komen om de bassdrum opnieuw te stutten, want deze dreigt van de verhoging te vallen. Jarmusch kijkt vanaf het zijbalkon minzaam toe hoe de shoegaze-meesters werkelijk alles uit de kast trekken. Nadat een immens dik rookgordijn de band aan het zicht heeft onttrokken, duiken ze middenin de zaal weer op. Terug op het podium gaat de tweede gitaar eraan. Ackermann slingert het ding boven zijn hoofd rond aan de geknakte hals. Hoewel een deel van de zaal not amused is, gaat het vooraan helemaal los en worden er wat mensen over de massa heen gegooid. Ook al zijn met name de gitaar- en basspartijen behoorlijk slordig (de drumpartijen blijven tot het eind toe superstrak) is het ronduit genieten van deze veldslag. Ackermann zorgt voor de apotheose door een versterker los te rukken en boven zijn hoofd te tillen. Door de dichte rook zien we het heen en weer zwaaiende rode lampje daarvan gevaarlijk dicht richting de rand van het podium gaan. Jarmusch has left the building.
De kleine zaal is zaterdagmiddag stampvol. Op afstand horen we hoe industrial rockband Ritual Howls (zaterdag 17:30 uur, kleine zaal PAARD) uit Detroit met hun solide en intense geluid de zaal vult. Als we op onze tenen staan zien we nog net de drie bandleden, waarvan bassist Ben Saginaw woest met zijn haar zwiept. De show is in alle opzichten donker. Onder afwisselend donkerpaars en donkergroen licht weerklinkt de monotone lage stem van Paul Bancell. Zware synthpartijen en gierende gitaren, beide met lang aangehouden tonen, onderstrepen de onheilspellende sfeer. De nummers op de setlist zijn deels geplukt uit het repertoire van de afgelopen tien jaar en deels nieuw. Ook zijn we getuige van de allereerste live-uitvoeringen van Nervous Hands en Turkish Leather. My Trash Mind en het nummer Tomb zijn ons helemaal onbekend en komen wellicht terug op het nieuwe album dat voor dit jaar in de planning staat.
Hallelujah, hier hebben we echt even zin in! Deadletter (zaterdag 18.00 uur, grote zaal PAARD) is verpletterend jong, blij en energiek en knalt het ene na het andere explosieve nummer de zaal in. De ‘South-London-via-Yorkshire’ postpunkband telt zes leden – inclusief een saxofoniste – en lijkt op het eerste gezicht op een uit de hand gelopen schoolband. Schijn bedriegt, want hier staat een stelletje rasentertainers die er al heel wat meters op hebben zitten. En dat is te merken: wat een bravoure en wat een verdomd aanstekelijk repertoire. De zanger – met ontbloot bovenlijf – bespeelt het publiek vakkundig en trekt ons bij de les: ‘Come closer to the stage. Let’s really get to know one another’. En als het publiek niet genoeg naar voren komt duikt hij er wel in. Bij Fit For Work wordt het publiek aan het werk gezet en scanderen we luid mee met het refrein. Zeitgeist is de uitsmijter en apotheose. Zo dan, wat een belofte, dit!
Op het podium staat een zwarte vleugel en een krukje waar een elektrische gitaar tegenaan leunt. Emma Ruth Rundle (zaterdag 19.30 uur, grote zaal PAARD) neemt plaats in de lichtbundel. Haar gezicht is geschminkt en ze lijkt op een vlinder. Na wat geklooi met de techniek (‘I can’t hear my beautiful voice’) en haar te lange rok vertelt ze ons dat ze haar vijfde soloplaat Engine from Hell integraal zal spelen. Kwetsbaar, want dit album bestaat uit heel intieme liedjes uit haar donkere wereld vol verlies en verdriet. De zaal is doodstil. Het geluid uit het café – geroezemoes en gerinkel van glazen – is in de verte hoorbaar. De zangeres begeleidt zichzelf en gaat daarbij zo op in haar muziek dat ze – mogelijk onbedoeld – grimassen trekt. Tussen de nummers door richt ze zich tot de zaal, relativerend, grappig en vol zelfspot: ‘I’ve got another a couple of uplifting jams for you.’ Razor’s Edge kondigt ze aan met ‘here’s another touching song I wrote for cocaine.’ Niemand lacht. ‘I’ll be dancing on the razor’s edge just to feel its power.’ Kippenvel.
Foto Hester Aalberts
CIEL (zaterdag 21.15 uur, café PAARD) komt uit Brighton en is hartstikke gaaf! We willen al tijden dolgraag over ze schrijven, maar er is nog steeds geen album. Ook glipten ze door onze ESNS-selectie heen. Maar nu slaan we toe. Op de valreep werden ze aan de Grauzone line-up toegevoegd en treden vanavond op in het gezelligste deel van Paard: het café. Als de set aanvangt is het stampvol in de relatief kleine ruimte. De bandleden van CIEL zijn super bescheiden, maar als ze eenmaal op het podium staan transformeren ze tot rock & roll beesten. Engeland heeft ze allang in de smiezen en dat komt mede door twee nummers met grote hit potentie. Baby Don’t You Know en Fine Everything zijn weliswaar explosief, maar tegelijk hartstikke catchy. Tijd dat Nederland CIEL ook ontdekt. En we hebben een claim to fame want de zangeres komt uit Groningen.
Zangeres Bonnie Bloomgarden is een poppetje met twee staartjes en een jurk met pofmouwtjes. Maar ze is er wel eentje met een reusachtig stemvolume. En als je goed naar dat jurkje kijkt, zie je een skelet dat een bot omhoog houdt: ‘I got your back’. Samen met vaste kompaan Larry Schemel vormt ze de vaste kern van de rockband Death Valley Girls (zondag 17.40 uur, grote zaal PAARD) uit Los Angeles. Met haar hoge chipmunk stemmetje vertelt ze dat vanavond de aftrap is van hun Islands In the Sky-tour. Er komen welgeteld drie nummers langs van dit zesde album, dat nog niet uit is maar beneden al wel te koop. Hoewel de band alles in de strijd gooit, loopt de matiggevulde zaal al snel leeg. Bonnie anticipeert direct door de setting te verkleinen en, zittend op de rand van het podium, contact te leggen met het resterende publiek. De band blijft een uur lang onverminderd blij en enthousiast doorspelen. Laten we hopen dat ze het publiek de rest van hun toer wel vasthouden, want dat gunnen we de sympathieke Death Valley Girls van harte. We verlaten Grauzone met een T-shirt en hun nieuwe album. ‘We are living in a simulated world and we are simulated girls!’
Gezien: 10 t/m 12 februari 2023 in Den Haag