Toen Robbie Williams recentelijk bij Eva Jinek aanschoof, kwam daar niet het frisse, inhoudelijke gesprek uit dat je zou verwachten als een wereldster bij de beste talkshowhost van Nederland zit. Nee, hij bleek vooral te zijn gekomen om zonder blikken of blozen zijn tweede show in de Johan Cruijff ArenA aan te prijzen. Want, zo vertelde hij: het ging niet goed met de kaartverkoop. Best verfrissend dat een artiest zoiets zonder gêne toegeeft, maar het riep ook wat vragen op. Wat hield zijn fanschare tegen?
Fotografie Mick De Jong
Afgaande op het online commentaar bleek het een combinatie van de exorbitante ticketprijzen (tot 200 euro) en de gebrekkige akoestiek van de locatie. Inmiddels lijkt de kaartverkoop van de tweede show enigszins bijgetrokken en staat de 51-jarige Engelsman zondagavond, bij zijn eerste passage in de hoofdstad, in een vrijwel uitverkocht stadion. Business as usual dus? Dat niet. We zien een andere Robbie Williams dan ‘vroeger’ – eentje die veelvuldig mijmert en reflecteert.
En hoewel hij tien jaar geleden op Pinkpop ook al de vraag stelde of hij er ‘nog wel toe doet’, voelt het vanavond aanzienlijk zwaarder. Zo staat hij ook stil bij hoe de komst van zijn kinderen hem gered heeft, de bijzondere band die hij met zijn schoonmoeder heeft en bij de eindigheid van het leven en de vergankelijkheid van roem.
Voordat die verhalen echter de revue passeren, hebben we al heel wat geslaagd en minder geslaagd entertainment achter de rug. Om te beginnen bij eh, het begin: de opening van zijn show is er één uit het boekje. In een ruimtepak (vanwege het gloednieuwe Rocket) beklimt hij aan het einde van dat liedje een enorme gouden stellage, om daar weer met veel bombarie en vuurwerk van af te dalen en Let Me Entertain You in te zetten. ‘Tonight is about one thing, enter-fucking-tainment!’


In dat laatste zit hem gelijk de crux: het voelt zo nu en dan vrij geforceerd aan. Als er iemand is die niet hoeft uit te leggen dat hij entertainment bij zijn liveshows hoog in het vaandel draagt, dan is het Robbie Williams wel. Waarom dan toch uitleggen? Het heeft er mogelijk mee te maken dat hij, zo vertrouwt hij ons toe, al tijdens de repetities voor deze tournee regelmatig te maken had met angsten en spanning. Voor hem is het iedere avond weer de vraag welke versie van hem zijn publiek gaat zien: die vol zelfvertrouwen, of die onzekere vent die vooral veel twijfelt. Op de eerste van twee avonden in Amsterdam zien we ze, zo lijkt het, allebei. En dat zorgt ervoor dat de show qua niveau alle kanten op schiet.
Want als hij na die knaller van een opening gaat uitleggen waarom hij entertainment zo belangrijk vindt, gebeurt dat terwijl zijn band een aantal uitgekauwde riffjes van onder andere Blur (Song 2) en Bon Jovi (Livin’ on a Prayer) speelt. Ironisch genoeg heeft dat stukje het entertainmentgehalte van een potje bridgen in een bejaardentehuis. Daaropvolgend klinkt Monsoon, een liedje waarin de Engelsman zijn eigen succes bevraagt (en dat dus qua thematiek wel goed past), maar dat tegelijkertijd een muzikaal niemendalletje is. De aandacht verslapt al helemaal wanneer hij een veel te lang gesprek met zijn door AI gegenereerde, jongere zelf voert. Waar blijft nou dat beloofde vermaak?


Welnu, de momenten die een Robbie Williams-show memorabel maken, zijn anno 2025 wat dunner gezaaid. Het onvermoeibare Duracell-konijn van weleer is een diesel geworden, die flink tijd nodig heeft om op gang te komen. Wanneer het voormalige Take That-lid wat beter is geaard op het immense podium in de ArenA, schudt hij zo nu en dan vermakelijke verhalen uit zijn mouw. Zo vertelt hij over hoe Coldplay hem inspireerde om ook een extra stage te nemen. ‘Ik wilde eigenlijk ook die lichtgevende armbandjes die zij hebben, maar die bleken een tientje per ticket te kosten. Dus jullie doen het maar met jullie mobiele telefoon.’
Zo kennen we good old Robbie weer, met die brutale en ietwat schofferende grapjes van ‘m. Dat is niet anders wanneer hij – vanzelfsprekend – een vrouw op de voorste rij uitkiest om She’s The One aan op te dragen en tegen haar zegt: ‘Ik zal je niet vragen hoe oud je bent. Dat is niet netjes. Hoeveel weeg je?’ Een paar tellen later brengt hij haar in zijn eentje op een krukje vanaf de catwalk een serenade. Kushandje, knipoogje – hij heeft het al duizenden keren gedaan, maar toch voelt het als een moment van echte verbinding. Razend knap.
Als er even later tienduizenden telefoonlampjes aanspringen voordat hij überhaupt één woord van Angels gezongen heeft, is de eenvoudige conclusie dat hij wat het publiek betreft toch weer geleverd heeft. Echter ging dat allesbehalve vanzelf.
Gezien:Â 22Â juni in Johan Cruijff Arena, Amsterdam