Precies twee jaar geleden, toen Jack White ter promotie van z’n solodebuut Blunderbuss ook de Heineken Music Hall aandeed, was de vraag vooral of ie met z’n jongensband (The Buzzards) of z’n meisjesband (The Peacocks) zou komen. Ditmaal, één soloalbum verder, luidt de kwestie eerder: ‘In de HMH met Jack White of toch thuis op de bank met België-Verenigde Staten?’
Een dilemma waar overigens minder gemakzucht (of heet dat nu elitarisme?) aan ten grondslag ligt dan je zou denken, want voorafgaand aan het concert wordt duidelijk dat persfotografen niet welkom zijn in de HMH. Jack White heeft z’n eigen livefotograaf ingehuurd en geïnteresseerde media mogen – net als alle andere stervelingen overigens – na afloop keurig hun livebeeld downloaden van White’s website. Kortom, een staaltje doorgeschoten imagobewaking (of heet dat nu minachting voor de hardwerkende popfotograaf?) dat je onwillekeurig iets doet verzuchten als ‘dan mag hij ook zelf z’n liverecensie schrijven, die White.’ Hetgeen ook voetbaltechnisch weer uitstekend zou uitkomen natuurlijk. Maar zoals die dingen gaan, staan we even later vol verwachting in de HMH (duty calls immers, maar voorprogramma Amazing Snakeheads moest het toch echt – en met alle respect én enige spijt onzerzijds – afleggen tegen een zouteloze 0-0 plus verlenging).

Aldaar blijkt het live al snel reuze mee te vallen met het strenge conceptdenken van de artiest Jack White. Zijn outfits, artwork, kapsel, roadies en zelfs studiopersoneel mogen dan meer dan ooit zijn ingesnoerd in goed doordachte vormen en kleuren, vanavond staat er toch echt een authentiek zwetende, gretig rockende showman op het podium; eentje van vlees en bloed, die er zichtbaar plezier in heeft en bepaald niet kijkt op een venijnig ontsporende gitaarsolo of onverwachte schijnbeweging meer of minder. De Jack White zoals we ‘m nog kennen van The White Stripes, zouden we bijna zeggen: dwars, luidruchtig, onbesuisd en bijna achteloos virtuoos. Of z’n begeleidingsband dan uit mannen of vrouwen bestaat, doet er allang niet meer toe (for the record: het gaat om The Buzzards plus één Peacock, violiste Lillie Mae Rische, en elke dresscode is zoek).

Want hoe goed en avontuurlijk White’s beide soloalbums Blunderbuss en Lazaretto ook zijn, het zijn wel platen waarop ’s mans ongepolijste kant een beetje in de schaduw is komen te staan: fiddle en piano geven de toon aan en traditioneel aanvoelende country- en soulduetten houden de rock & roll-gekte grotendeels buiten de deur. Ach ja, de musicerende mens moet vóóruit en wordt allicht een dagje ouder, wijzer en kalmer. Maar de onberekenbare White kennende, gaat ’t vast nog wel eens diametraal de andere kant op. Een beetje zoals tijdens de HMH-show van vanavond, zeg maar.

Ingeleid door een morsig-noisy uitvoering van instrumentaaltje High Ball Stepper (van Lazaretto) serveert White een soort best of van al zijn projecten tot dusver. Van The White Stripes komen bijna alle ‘hits’ voorbij (Hotel Yorba, We’re Going To Be Friends, The Hardest Button To Button en natuurlijk het onvermijdelijke, qua herkenningsriff inmiddels meer dan ooit in de belendende ArenA thuishorende Seven Nation Army), van The Raconteurs met name een opgerekte en bevlogen versie van evergreen Steady, As She Goes en van The Dead Weather I Cut Like A Buffalo, vermoedelijk het beste nummer dat die band ooit maakte. Voor de rest tellen we van White’s soloplaten elk een handvol tracks. Maar wat er precies gespeeld wordt, doet er eigenlijk amper toe: Jack White – de ontregelende gitarist Jack White welteverstaan, want alleen voor Three Women verplaatst hij zich naar de piano – zoekt en krijgt de ruimte en da’s best weer eens lekker, zelfs al levert dat een bij vlagen fragmentarisch aandoend (of heet dat nu rommelig?) concert op.

Out with a bang, vervolgens? Uiteraard. Twee jaar geleden werden we nog kalmpjes walsend (op een cover van Leadbelly’s Goodnight Irene) de zomernacht ingestuurd, ditmaal worden we naar buiten gejonast met die reeds genoemde moeder aller White Stripes-hits, alsof White stiekem heus wel weet dat we ons koortsachtig naar huis gaan spoeden voor de ontknoping van België-Verenigde Staten. En is het nu verbeelding of horen we, eenmaal beland op de driezitter, inderdáád die onverwoestbare yell alweer van de Braziliaanse tribunes schallen? Verdomd als ’t niet waar is.
Door Erik van den Berg / Fotografie: David James Swanson
Gezien: 1 juli 2014, Heineken Music Hall, Amsterdam.