‘Goed dat hij terug is’, schreven we over Lenny Kravitz en zijn nieuwste wapenfeit Blue Electric Light. Meer dan zeven jaar moesten de fans erop wachten, iets wat we niet over zijn aanwezigheid in Ziggo Dome kunnen zeggen. Minder dan een jaar na zijn laatste show is hij terug voor wederom een uitverkochte zaal. Dezelfde tour, nagenoeg dezelfde setlist en waarschijnlijk voor een groot deel dezelfde fans. Is het niet een keer te veel van het goede?
Fotografie Arend Jan Hermsen
In een carrière die ruim drie decennia overspant, is Kravitz maar amper van zijn koers afgeweken: catchy gitaarrock, nu en dan een ballad en niet te beroerd om op het podium gebruik te maken van zijn fysieke aantrekkingskracht. Zijn liveshows duren zelden korter dan twee uur – vanavond is geen uitzondering – en bedienen naast de meest verstokte fans ook de luisteraars die alleen zijn radiohits kennen. Als Kravitz en de zijnen na lang wachten dan eindelijk hun set aftrappen duurt het even voor iedereen is wakker geschud.
Minister Of Rock ’n Roll doet het al aardig, maar het is verrassend nieuwkomer TK421 dat de toon zet. Strak gespeeld, goed gezongen, zoals we van de Amerikaan gewend zijn. Op de muzikale kwaliteit van zijn bandleden valt eigenlijk nooit iets aan te merken. Ook nu weer zorgen vaste gitarist Craig Ross en drumster Jas Kayser voor de belangrijkste instrumentatie, terwijl Hoonch ‘The Wolf’ Choi met zijn bas wat meer op de achtergrond blijft. Tel daar de achtergrondzangers, toetsenist en blazers bij op en je hebt een podium vol.
Maar hoe goed nummers zoals Always On The Run en Stillness Of Heart overkomen, het zijn de intermezzo’s die de kers op de taart vormen. Ze mogen dan clichématig zijn, Kravitz heeft met zijn 60 jaar nog steeds de uitstraling van een jonge god. Zo zoomt de camera op de grote schermen regelmatig in op zijn Apollo’s belt en doet hij zijn zonnebril omhoog als hij de vrouwen die hem toeroepen aankijkt. Hij pakt iedereen in met zijn ontwapenende lach, daalt na The Chamber af om handjes te schudden en trekt nog even overdreven heupwiegend zijn heupbroek op als hij het podium weer oploopt.
Ondertussen waant de bezoeker van de Amsterdamse concerthal zich steeds meer bij een opwekking: er wordt massaal meegezongen, zaklampen vormen sterren en handen wiegen van links naar rechts. Op een golf van over en weer gestuurde dankbaarheid en liefde varen we via Again en American Woman langzaam naar de apotheose. Die wordt ingeluid met Fly Away en Are You Gonna Go My Way, maar beleeft een hoogtepunt tijdens uitsmijter Let Love Rule – een traditie die Kravitz 36 jaar geleden in Paradiso is begonnen.
Ruim een kwartier duurt deze versie, waarbij het refrein altijd wel ergens op de achtergrond wordt meegezongen door plukjes mensen. Dan begint de zanger aan een tournee door de zaal. Niet achter de hekken, maar gewoon tussen de mensen in. Pratend, zingend, om zich heen kijkend met die innemende lach. En zo’n rondje duurt lang in Ziggo Dome. Hij laat de bezoekers die hem voor hun neus zien langskomen, of zelfs mogen aanraken, achter in extase. Het is iets wat je een artiest van dit formaat zelden ziet doen en het beantwoordt gelijk de vraag die aan het begin gesteld werd: nee, zolang Lenny Kravitz zijn shows op deze manier opbouwt en invult is het nooit te veel van het goede.
Gezien: 24 maart 2025 in Ziggo Dome, Amsterdam