ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Tom Odell (Alpha, 12:30) was veel te zien in Nederland de afgelopen tijd. Iets meer dan twee maanden geleden zagen we hem nog op Pinkpop, vandaag mag hij de Alpha openen. Voor wie hem dit jaar al eens gezien heeft kent dit optreden dan ook weinig verrassingen. De singer-songwriter begint bijna ieder nummer achter de piano, om samen met zijn begeleidingsband langzaam op te bouwen naar een climax. Dat is een prima formule, maar een uur lang alleen maar dat soort werk is nogal eentonig. Zeker omdat ultieme meezingers Another Love en Magnetized helemaal aan het einde van de set zitten. De rest van het optreden wordt dus grotendeels gevuld met matige nummers als Sparrow, voor de Alpha een goede aangelegenheid om nog eens uitgebreid het blokkenschema te bespreken. Door de charmes van Odell en zijn strakke band wordt het nooit echt vervelend om naar te kijken, maar een uur lang het grootste podium van een festival bespelen is duidelijk nog wat te ambitieus voor de Brit. (RvdZ)
Terwijl de zon buiten de eerste ruggen verbrandt, zoeken wij de Heineken op voor een klein beetje schaduw. En zeker niet onbelangrijk: Tourist LeMC (Heineken, 13:25). Het pseudoniem van de Belgische rapper Johannes Faes. Inclusief liveband, inclusief plat Antwerps dialect. Rustig en vooral ontzettend relaxt brengt de rap-troubadour zijn kijk op het leven, de maatschappij of de liefde over. Een beetje interactie met het publiek is hier en daar wel te vinden maar Johannes is geen grote entertainer. Ook geen verplichting natuurlijk, maar de rapper komt het beste naar voren in een intiemere setting. De relatief grote Heineken is dat niet. Nee, dit is niet hét podium voor onze Zuiderburen. Het merendeel van de zaal komt vooral op basis van de twee hitjes Horizon en Koning Liefde even buurten maar verder dan een klein beetje meeneuriën komen ze niet. En al gauw maakt dat plaats voor rumoer. De mannen op het podium hebben er overigens weinig last van. In alle rust wordt de show doorgezet. Maar diezelfde rust is wellicht nét datgene wat er mankeert. Het mist spanning en vooral pit. Natuurlijk zijn de teksten van de Antwerpse troubadour goed – voor wie ze kan verstaan althans – en ook muzikaal gezien mankeert er vrij weinig aan. Maar een beetje meer het randje opzoeken doet zoveel wonderen. Genoeg te leren, oppakken en weer doorgaan. Adieu. (NL)
De muziek van electronica-duo AlunaGeorge (Bravo, 13:30) lijkt typisch een act voor in de avonduren, maar de twee staan dus al vroeg de Bravo. Vanwege dit tijdstip puilt de tent niet bepaald uit, maar het publiek dat er is heeft het duidelijk naar zijn zin. Net als zangeres Aluna Francis zelf. Ze danst als een volleerd popster over het podium en laat haar waardering voor het publiek continu blijken. Het enige waar het aan ontbreekt is gevarieerd songmateriaal, ongeveer halverwege beginnen de nummers namelijk wel erg op elkaar te lijken. Hits Automatic en I Know You Like It springen er nog wel bovenuit, evenals het nieuwe nummer I’m In Control, maar verder verzandt het optreden in middelmatigheid. Dat het nooit saai wordt komt door Aluna, die met haar enthousiasme zelfs de meest doorsnee nummers nog wat laat opleven. In september brengt het duo een nieuw album uit, als daarop wat meer sterke liedjes staan zien we ze graag volgend jaar terug. (RvdZ)
Zullen we er, zo aan het begin van de eerste dag, gelijk een nieuwe genreaanduiding tegenaan gooien? Singer-songwriter Jake Bugg (Alpha, 14:15) schuifelt ergens tussen een Engelse en Amerikaanse sound, die we maar even als Britcountry omschrijven. Tracks als Put Out The Fire en There’s A Beast And We All Feed It hebben een lekkere countryshuffle onder de stem van de 22-jarige Engelsman, die nog altijd zingt als een straatschoffie. Desondanks blijft het vrij rustig in de Alpha. Bugg speelt z’n liedjes, waaronder die van het pas verschenen On My One, maar geeft verder weinig extra. En die collectie songs, daar mogen nog wel wat knallers bij, om een optreden in de Alpha te rechtvaardigen. Bescheiden hits als Taste It, Lightning Bolt en Two Fingers zorgen voor oplevingen, maar daar omheen heeft Bugg moeite om een uur lang de aandacht vast te houden. (JH)
Het Antwerpse vijftal STUFF. (X-Ray, 15:00) laat zich moeilijk in een hokje stoppen. Mellow R&B-melodieën à la D’Angelo krijgen van deze Belgen een flinke schop onder hun reet met behulp van een elektronische blazer, trippy toetspartijen en een scratchende DJ. Zo creëert STUFF. live haast zijn eigen genre, keihard op de luisteraar afgevuurd in een trip van drie kwartier die tegelijk aanvoelt als een jamsessie, een hip-hopshow, een jazz-experiment en een DJ-set. Komt er net weer zo’n aanstekelijke groove voorbij om op te dansen, is STUFF. alweer twee tempowisselingen en een ingewikkelde maatsoort verder. Enige negatieve kantnoot: die grooves – die makkelijk als potentiële albumtracks voor Miguel, José James of D’Angelo door kunnen – duren veel te kort. Maar STUFF. houdt nou eenmaal graag de opwinding erin en zal ons altijd een stapje voor blijven. Spannender dan dit gaat het niet worden. (DC)
Twee van de drie leden van Miike Snow (15:15, Heineken) hebben hun vliegtuig gemist en zijn met de privéjet van Paul Kalkbrenner een kwartier voor aanvangstijd aangekomen in Lelystad. Het is dus een bijzondere prestatie dat de show maar vijf minuten te laat begint. Ook bewonderenswaardig is dat al dit gedoe de band geen parten lijkt te spelen. De vrolijke indiepop wordt naar behoren uitgevoerd en slaat ook goed aan bij het publiek. Andrew Wyatt blijkt niet bepaald de beste zanger van het festival te zijn, maar heeft wel heel veel sterke liedjes op zijn naam staan. Heart Is Full bijvoorbeeld, of Genghis Khan, met een oeh oeh oehoe-refreintje dat je de rest van de dag niet meer uit je hoofd krijgt. Daarna zakt het optreden even wat in, maar afsluiter Animal verandert de hele tent weer in een dansvloer. Geen heel bijzonder optreden, maar prima voor op een zonnige vrijdagmiddag. (RvdZ)
Het is en blijft een gok. Een show van Die Antwoord (Alpha, 16:05) kan beide kanten op gaan. Of je krijgt precies wat je wil van het Zuid-Afrikaanse trio óf je rent gillend de Alpha uit. In de afgelopen jaren hebben we beide kanten van Ninja, Yo-Landi en DJ Hi-Tek gezien in Biddinghuizen. Maar de groep is gegroeid, dat is ook te zien aan de grote productie die meegebracht is. Die Antwoord gooit er overduidelijk een schepje bovenop en wil nu ook de grotere podia helemaal voor zich winnen. En dat lukt. Opener Fok Jullie Naaiers zorgt er meteen voor de dat Alpha in de broekzak van de drie zit. Of je dat in het geval van Ninja ook zou willen is nog maar de vraag natuurlijk maar hij heeft er overduidelijk zin in vandaag. Lopend, rennend, crowdsurfend en dansend raast hij met Yo-Landi het podium over. Terwijl de visuals de kenmerkende provocerende beelden laat zien, pompen ze de tent volledig op. En met succes. Natuurlijk is het al jaren exact hetzelfde deuntje en muzikaal gezien is het niveau ontzettend laag. Maar het geheel maakt het tot een fenomenale show. Alles is express zo lelijk mogelijk gemaakt (inclusief beats) maar het werkt juist averechts. Precies de bedoeling natuurlijk. Mankeert er dan helemaal niks aan Die Antwoord vandaag? Niet helemaal. Op de helft van de set kakt de boel behoorlijk in en begint de Alpha aan de achterzijde al langzaam leeg te lopen. Diezelfde mensen worden meteen weer teruggetrokken de tent in met I Fink U Freeky en afsluiter Enter the Ninja en gaan volledig los. Vandaag brengt Die Antwoord dat voorspelbare deuntje nét een stapje grootser dan normaal. (NL)
Het Londense Pumarosa (Charlie, 16:15) heeft muziekmarketing anno 2016 goed begrepen: gewoon even een uitstekende track (Priestess) op het internet droppen en verder niets over jezelf loslaten. Pas toen Pumarosa zichzelf presenteerde op Where The Wild Things Are afgelopen maart, wisten we meer: deze band onder leiding van Isabel Múnoz-Newsome heeft een mystieke uitstraling (dat krijg je nou eenmaal als je danst als een halfgodin in een zilveren gewaad en met een drumstok je gitaar bespeelt) en klinkt als Primal Scream in een studio met Kate Bush en Shura. Dat pakt muzikaal net zo gevarieerd uit als het klinkt: er zijn broeierige uptempo tracks (waarvan Cecile de allerbeste is), er is langzamer zwaarder materiaal (Lion’s Den) en Priestess, dat fantastisch uitgebouwde pop-epos van ruim zeven minuten, wordt met luid enthousiasme ontvangen door het Lowlands-publiek. Pumarosa heeft OOR’s doorbraakbingo in ieder geval gewonnen. Wij kijken al met hoge verwachtingen uit naar de debuutplaat. (DC)
Het voelt nog steeds een beetje onwerkelijk aan, de aankomende indefinite hiatus van John Coffey (Bravo, 17:10). De band is er gelukkige niet sentimenteel van geworden. Er wordt een paar keer naar het naderende einde verwezen, verder is het ‘gewoon’ een John Coffey-show. Maar wat voor een. De band is op de toppen van zijn kunnen vandaag. Vanaf het begin van de show gaat het al goed los, maar zanger David Achter de Molen voert het tempo vakkundig stukje bij beetje op. Zo moeten er op een goed moment dertig crowdsurfers de lucht in, een paar nummers later moet het publiek zich in twee delen verdelen en dan op elkaar afrennen. De gekte bereikt een hoogtepunt bij Heart Of A Traitor, daar krijgt Achter de Molen het voor elkaar een circlepit langs alle vier de palen van de bravo te regisseren. Rage Against The Machine-cover Guerilla Radio breekt vervolgens de tent definitief af. Een waardige laatste Lowlands-show van een band die we fucking gaan missen de komende jaren. (RvdZ)
New Yorks hiphoptrio Flatbush Zombies (Heineken, 17:10) vindt zichzelf knettergek en laat geen mogelijk onbenut om te benadrukken hoe ontzettend veel drugs ze gebruiken, zodat ze live altijd een beetje gewoontjes overkomen. Het is niet dat Danny Brown, ODB en Busta Rhymes samen op een podium staan. Wel, for the record, Meechy Darko, Zombie Juice en Erick The Architect. Hun show in de veel te grote Heineken (voorheen Grolsch) begint uitermate rommelig en eindigt precies zo. Tussendoor geven ze een sterk optreden met eenzijdige beats en afwisselende raps, dat de halfvolle tent aardig in extase lijkt te brengen. Zelf krijg ik nergens het gevoel dat ik meer middelen gebruikt heb dan mijn eerste biertje (Heineken, voorheen Grolsch). (KK)
Vriendelijke gast die Paul Kalkbrenner (Alpha, 17:50). Eerder vandaag krijgt twee derde van Miike Snow een lift in zijn privéjet om alsnog hun set in de Heineken te halen. De Duitse technogrootheid is de moeilijkste niet en heeft z’n eerste bonuspuntje voor vandaag binnen. Hij kan ze goed gebruiken. De Alpha wordt omgetoverd tot Berlijnse club en de bomvolle tent komt er overduidelijk om eens even goed de spieren los te bewegen voor de twee laatste acts. Maar werkt een technoset wel op dit tijdstip? Verrassend genoeg wel. Goed, Kalkbrenner is niet in topvorm vandaag maar het publiek neemt elke beat gretig in ontvangst. Diezelfde beats zijn overigens behoorlijk voorspelbaar en vooral slecht gemixt. Zou het liggen aan drie à vier joints die de DJ weg paft binnen een uur? Het kán allemaal nog een stuk beter. Typerend is dan ook dat niet Kalkbrenner de grote man van de set is, maar een oudere man die regelmatig in beeld komt. Verbouwereerd kijkt de Duitser op van zijn draaitafel als het publiek wederom hard begint te juichen. Bij de derde keer komt er een glimlach van waardering op het gezicht van Kalkbrenner, maar de waardering vanuit het pulbiek is vooral voor de dansende oude hipster op het scherm. Geen man overboord natuurlijk. Routineus wordt de set afgemaakt. Maar het had – mede dankzij de schoonheidsfoutjes – nog een flinke smak beter gekund. (NL)
Het grootste moment van verontwaardiging op deze Lowlands-vrijdag: brengt Roosevelt (X-Ray, 18:00)vandaag pas zijn debuutplaat uit? De Duitser Marius Lauber deed in 2013 al menig oor spitsen met zijn prettig in het gehoor liggende electropop-EP Elliott. Daarna werd het bijzonder stil, tot dit jaar opeens een plaat incluis tournee van Roosevelt aangekondigd werden. Lauber komt de release van zijn debuut zonder titel vandaag vieren in een tot de nok gevulde X-Ray. De tracks op Roosevelt doen al hoop op een live-feestje ontstaan en herinneren aan Miami Vice, maar dan wel met hedendaagse invloeden à la Hot Chip, Bondax en Baio. Live wordt die verwachting volledig ingelost: vandaag brengt Lauber die prachttracks zoals prijssingles Colours en Night Moves druppend van het zweet vanachter zijn knoppen en synths. Met een enthousiaste drummer (niets te veel komt uit een doosje) en een wat teruggetrokken bassist erbij is het bandgeluid al verrassend vlot compleet: de songs krijgen live een superstrakke vertolking zonder dat het tempo of de dansbaarheid ook maar een minuut inkakt. Een prima manier om de regen weg te dansen en de eerste Lowlands-avond te openen, zo’n Roosevelt-optreden. (DC)
Terwijl The Kills (India, 18:10) in een stampvolle tent spelen – deels omdat het is gaan regenen en de mens graag droog staat, deels omdat The Kills ondanks die matige nieuwe plaat nog altijd flink populair is – bedenk ik hoe bizar het fenomeen concertrecensie eigenlijk is. Duizenden mensen die met zijn allen dezelfde kant op kijken, naar een podium, waarop een paar anderen muziek staan te maken. De recensent staat tussen die duizenden om er na de show iets over te schrijven, speciaal voor de bezoekers die willen weten of hij/zij het net zo leuk vond als zijzelf (zo niet, dan is het een slechte recensent) en voor derden die gewoon graag op de hoogte blijven. Vooruit maar weer; uitstekend optreden van een band die de opwindende jaren heeft overleefd en thans met een volslagen uniek geluid, gebouwd rond lome beats, staccato gitaar en engelenzang, als vaste waarde geldt die we over tien jaar nog steeds op de festivalpodia zien. (KK)
Het riekt naar valsspelerij bij de show van Edward Sharpe & The Magnetic Zeros (Bravo, 19:00). Halverwege het optreden rent frontman Alex Ebert het publiek in, danst ‘ie met wat mensen en geeft ‘ie uitgerekend deze kritische recensent een knuffel. Tja, dat is ontwapenend. En dat terwijl ik tijdens het begin van het concert dingen als ‘zit weinig gang in’ en ‘rommelig’ noteerde. Bij de eerste paar nummers heeft Ebert moeite om boven z’n negenkoppige band uit te komen, maar plotseling lijkt hij het heilige vuur te ontdekken en speelt hij een van de leukste shows van deze dag. IKEA-hit Home is natuurlijk hét nummer (geinig detail: de frontman laat wat mensen op de eerste rij hun eigen couplet verzinnen en zingen), maar de groep heeft nog veel meer mooie folksongs – en een prima cover van John Lennons Instant Karma – in huis. Vaak komt er ineens een prachtig gospelrefreintje naar boven, waar de volle tent gewillig op inhaakt. Aanstekelijke show. (JH)
Hoe je in heel korte tijd uit kan groeien tot een stadion waardige act? Dan moet je bij Oscar And The Wolf (Alpha, 19:55) zijn. De OOR-coverhelden verrassen al voordat ze überhaupt een noot hebben gespeeld. De gigantische productie is overduidelijk meegenomen om uitgetest te worden voor de headline-show op Pukkelpop. Dikke prima voor Lowlands natuurlijk, want we krijgen een fenomenale show voor de kiezen. Op twee grote LED-bakken staan de drie overige leden te spelen, terwijl frontman Max Colombie de rest van het podium opeist. Hoe hij het uithoudt in de benauwde Alpha met een dikke rood-leren jas is een raadsel, maar de frontman danst vertrouwd alle kanten op. Nieuwe single The Game blijkt een uitstekende opener en de Alpha is gelijk om. Wát is deze band ontzettend vooruit gegaan in het afgelopen jaar. Ook visueel. Overal op het podium valt wat te zien. Dikke LED-schermen met uitstekende visuals, rook- en vuurkanonnen en uiteraard vuurwerk. De vonken spatten er letterlijk vanaf. En Colombie is de dirigent van de chaos. Strak georchestreerd met een extravert randje. Aan elk detail is gedacht. Zelfs de close-up van de zanger met een klein rood druppeltje onder z’n oog – het was mascara maar voor het effect houden we het op bloed – wordt subtiel gebracht. Als beloning krijgt Lowlands zowaar nog een nieuw nummer voor de kiezen, netjes verwerkt tussen Princes en Strange Entitiy: On Fire. Een pakkend discodeuntje van grote klasse. Zelfs dat werkt vandaag gewoon alsof het niks is. Oscar And The Wolf is bezig met een ongekende zegetocht, die ongetwijfeld nog wel even door zal gaan. (NL)
Je festivalshow beginnen met je meest stevige nummer is een gewaagde zet, maar Warpaint (India, 20:00) komt er mee weg. Vanaf de eerste tonen van het rockende Elephants, voorheen altijd de vaste afsluiter van optredens van de band, is de India in vervoering. De meeste andere nummers zijn een stuk dromiger, maar dat deert de India niet. Het is zonde dat die tent niet echt vol is en ook steeds verder leegloopt, afwezigen missen een van de sterkste shows van deze eerste Lowlands-dag. Het viertal staat erg dicht bij elkaar opgesteld en klinkt ook echt als een eenheid. Vrijwel ieder nummer krijgt een lang uitgesponnen intro en/of outro mee en slepende nummers als Love Is To Die en meer dansbaar werk als New Song wisselen elkaar moeiteloos af. Enige minpunt is dat de zang van Theresa Wayman niet zo goed staat afgesteld, maar omdat de zang bij de meeste nummers toch meerstemmig is vormt dat geen onoverkomelijk probleem. Een zeer overtuigende show, waar ze ongetwijfeld veel zieltjes gewonnen hebben. (RvdZ)
Of ik een beetje wilde opschieten, Biffy Clyro (Bravo, 20:55) ging namelijk zo beginnen en mijn meisje wilde niets van die show missen. En drie jaar geleden stonden de Schotten nog in de Alpha, dus de kleinere Bravo zou wel uitpuilen. Blijkt dat even tegen te vallen. Sterker nog, de tent is schrikbarend leeg. En tijdens de show wordt het alleen maar leger. Statement: de gemiddelde Lowlands-bezoeker heeft de smaak van, ehm…de gemiddelde Nederlander. Want, kom op, waarom zou je weglopen bij deze geweldige rockshow? Biffy Clyro speelt met bezieling, lekker hard en de opwinding spat van het podium af. De set leunt op songs van de laatste twee platen, oudere hits Bubbles en Mountains worden vooraan lekker meegezongen en Simon Neil laat maar weer eens zien een van de meest sympathieke frontmannen ooit te zijn. Al die mensen die liever vast naar de Alpha gingen om te wachten op Muse hebben een show gemist van het beste rock-drietal van de dag. (TV)
Het is maar goed dat Lauren Mayberry, frontvrouw van Chvrches (Heineken, 21:00) geen zicht heeft op de schermen naast het podium. ‘Objectification, whatever its form, is not something anyone should have to just deal with’, schreef de tegen seksisme strijdende zangeres in The Guardian. De regie in de Heineken heeft het artikel waarschijnlijk niet gelezen, gezien de manier waarop de camera’s blijven inzoomen op het lichaam van de Schotse. Mayberry is overigens, daar gaat het natuurlijk gewoon om, goed bij stem en energiek. Ze danst enthousiast over de elektronische beats. En die beats zijn dan weer een beetje gelikt. Op wat mooie momenten na, zoals doorbraaksingle The Mother We Share, is de muziek van Chvrches wat eentonig. Ondanks Mayberry’s enthousiasme wil het dus niet echt losgaan in de Heineken, waar halverwege het optreden al een hoop mensen richting Alpha lopen voor afsluiter Muse. (JH)
Je kan het op voorhand eigenlijk al wel vaststellen: Muse (Alpha, 21:45) gaat een bombastische, ijzersterke show geven op Lowlands. De laatste jaren is de Britse grootmacht een dusdanige zekerheid dat je weet dat je waar voor je geld krijgt. Geen belachelijk grote productie dit keer zoals afgelopen jaar in de Ziggo Dome. Voor een festivalshow is dat simpelweg een te grote opgave. Matt Bellamy, Chris Wolstenholme en Dominic Howard houden het relatief simpel dit keer. Paar grote LED-schermen op de achtergrond; that’s it. Zo willen we Muse vaker zien! Volledig de focus op de muziek in plaats van de overweldigende productie die er normaal gesproken omheen hangt. Zodra de inmiddels bekende Drill Sergeant in beeld komt, weet de Alpha dat Psycho de opener wordt. Hard, lomp en met ontzettend veel energie zet de band Lowlands meteen naar z’n hand. Het is het begin van een uiterst secure greatest hits-set. Ze hebben meer dan genoeg meesterwerken om uit te kiezen en getuige de vroege keuze voor Plug In Baby zijn de heren dat ook van plan vandaag. De Alpha deint op en neer en ineens blijkt de keuze voor een uitbreiding van de tent een uitstekende zet. De gedroomde headliner maakt zijn reputatie wederom volledig waar. Maar die hitte; die onvoorstelbare hitte in de tent. Die zorgt er vrij vroeg voor dat de vermoeidheid toeslaat bij het publiek. Iets dat zichtbaar ook aanwezig is bij Bellamy. De frontman heeft er een lange tour op zitten dus logischerwijs werkt hij zich routineus door de set heen. Vergeven we je, Matt. We zijn al lang blij dat je er bent.
Waar we overigens minder blij mee zijn is het gebrek aan pianospel. De laatste jaren laat Bellamy sowieso die eer meer over aan vierde bandlid Morgan Nicholls. Lowlands krijgt dus helaas geen New Born maar gelukkig hebben we Hysteria, Supermassive Black Hole en Time Is Running Out nog. Want vermoeid of niet; Muse knalt er op vertrouwde, geniale wijze vol tegenaan en maakt het volledig waar. Tot ver buiten de Alpha is het terrein bepakt met mensen. Meer dan terecht natuurlijk. Uprising wordt gretig aangenomen en Mercy – inclusief de lading confetti – zorgt voor een oorverdovend kabaal van gejuich. En dan de harmonica van Wolstenholme. Ennio Morricone mag er trots op zijn dat dit de inleiding voor afsluiter Knights of Cydonia is. En iedereen weet het. ‘No one’s gonna take me alive’, en dan nog één keer al het zweet van je af springen. Muse is en blijft een volwaardige zekerheid voor elk festival. Dit ís de gedroomde headliner. (NL)
‘Dit is zo’n optreden waarvan je later kan zeggen dat je erbij was’, luidt de aankondiging bij Bombay (Charlie, 22:00). En het is maar een klein clubje mensen dat met die eer kan strijken, aangezien headliner Muse het grootste deel van het publiek heeft opgeslokt. Maar wordt het dan ook zo onvergetelijk, dit optreden van Bombay? Dat niet, maar het Nederlandse trio speelt wel een venijnige, lekker rauwe rockshow. Zanger Mathias Janmaat heeft de cocky uitstraling van een jonge Damon Albarn en Bombay heeft met Show Your Teeth gewoon een uitstekend nieuw album op zak. Single Gold Rush is halverwege een welkom rustmomentje, want de rest van de show zet de band hard aan. Het schuurt allemaal lekker, en het is net losjes genoeg om niet rommelig te worden. Na afloop mag het publiek zichzelf een schouderklopje geven: het was een prima beslissing om naar de Charlie te lopen. (JH)
Een van de spannendste namen op liefhebberspodium X-Ray vandaag is Fatima Al Qadiri (X-Ray, 23:00). Geboren in Senegal, opgegroeid in Koeweit en thans residerend in New York; godzijdank hoor je het globetrotten terug in haar muziek. Op haar albums mengt ze loodzware, lome elektronica met Arabische klanken. Het spijt me dat mijn kennis van Arabische muziek niet ver genoeg reikt om iets anders te schrijven dan ‘Arabische klanken’, maar mooi is het wel. Helaas speelt ze vanavond een setje stuitertechno dat op geen enkel moment visie verraadt. Dit had elke willekeurige dj kunnen zijn. De jongens en de meisjes dansen erop los, dat is het probleem niet, maar muzikaal valt het vies tegen. (KK)
Door Dave Coenen, Joey Huisman, Klaas Knooihuizen, Niels Lahuis en Reinier van der Zouw / Fotografie: Luuk Denekamp