ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Wedden dat er dit jaar weer zo’n kekke time lapse in de Lowlands-aftermovie zit? Ziet er best leuk uit natuurlijk, al die versnelde festivalmensjes, maar het zet je ook aan het denken over de mierenhoop die een festival soms kan zijn en hoe belachelijk veel er in deze mini-samenleving wordt geconsumeerd en verbruikt. Een Koyaanisqatsi-shot in het klein, als het ware. Vandaag krijgen we een live-vertolking van de soundtrack van deze documentaire uit 1982 door het Philip Glass Ensemble (Bravo, 12:50) voorgeschoteld. Meestercomponist Glass uit Baltimore, Maryland tikt volgend jaar de tachtig alweer aan, maar kan de complexe en drukke composities die hij ruim dertig jaar geleden creëerde nog steeds aan. Ja, de soundtrack met kitscherige synthesizers en koortjes klinkt misschien wat gedateerd – zelfs nog makkelijk toepasbaar in de hoogtijdagen van Kubrick – maar wat klinkt het ontzettend imponerend vandaag, hier in de Bravo. De beelden en boodschap van Koyaanisqatsi (wat zoveel betekent als ‘leven uit balans’) zijn namelijk tijdloos: door allerlei epische shots van natuur, kerncentrales, gehele woonprojecten die tegen de grond gaan en worstfabrieken ga je je afvragen waar we eigenlijk mee bezig zijn met z’n allen. Een groot imponerend geheel en een fantastische boeking hier in de Bravo, waarvan de muziek vooral het oudere publiek zal bekoren. (DC)
De meest lieflijke band van het festival is ongetwijfeld het Britse Oh Wonder (Heineken, 13:15). Het indiepopduo, live aangevuld met een volstrekt anonieme gitarist en dito drummer, laat het publiek oneindig vaak weten hoe geweldig het wel niet is om op Lowlands te staan en wat voor een fantastisch publiek wij wel niet zijn. Dat klinkt misschien irritant, maar de charmes van zangeres Josephine Vander Gucht zijn onweerstaanbaar. Het komt oprecht over, het duo bestaat nog geen twee jaar, dus het is niet gek dat ze wat overweldigd zijn door de volle Heineken. Dat de tent gevuld is komt vooral door Without You en Lose It, de twee hits van de band. Die worden keurig over de set verdeeld en mogen ook op de meeste ontvangst rekenen, maar ook de andere nummers mogen er zijn. Erg veel variatie zit er niet in, dus de eentonigheid ligt op de loer. We liggen er dan ook niet wakker van dat ze een kwartier korter spelen dan ingepland, maar drie kwartier Oh Wonder is goed te pruimen. (RvdZ)
Terwijl het terrein z’n eerste regenbui (van vele) van de dag te verduren krijgt, is de Alpha wederom bomvol op de vroege middag. Wederom, want Yuri van Gelder is net omgedoopt tot LLord of the Rings en heeft z’n kunstje dus mogen doen. Verrassend respectvol is de grootste tent van Lowlands overigens geweest. Respectvol is niet echt het eerste woord wat bij je opkomt als je denkt aan Hans Teeuwen (Alpha, 14:00 uur). Lowlands staat de allergrootste cabaretshow ooit in Nederland te wachten. Teeuwen komt een uur lang zijn show Echte Rancune spelen. Goeie zet, want de tent puilt uit. Ook een goeie zet van Teeuwen om die mensen meteen op het verkeerde been te zetten door iemand anders op te laten komen, inclusief varkenskop. 1-0 voor Teeuwen. Hij grijpt even z’n moment door iedereen “Sieg Hans!” te laten schreeuwen en gaat er meteen met gestrekt been in. ‘Deze tijd schreeuwt om cabaret’, roept Teeuwen de Alpha in, om vervolgens nagenoeg iedereen ervan langs te geven, van Dolf Jansen en Claudia de Breij, tot Fransen, gelovigen en zelfs Bambi: ‘hoe kan een hert nou in godsnaam bevriend raken met een konijn?’ Een typische show van Hans Teeuwen dus. Zijn vulgaire humor is niet voor iedereen weggelegd, een enkeling loopt de Alpha vrij snel al weer uit. Voor Teeuwen maakt het geen klap uit. Die gaat gewoon keihard door. Ook al is het provoceren tegenwoordig bij de man iets té geforceerd, Lowlands eet uit zijn hand. En die zoektocht naar een cabaretier die dit volgend jaar nét zo goed over kan doen? Die wordt nog behoorlijk lastig. (NL)
Pas twintig is ze, de Noorse Aurora (India, 14:05). Dat is wel te merken aan haar praatjes tussen de nummers door. Met aandoenlijk, jeugdig enthousiasme laat de zangeres een tekening zien en vertelt ze hoe ze gisteren in Duitsland misschien van een struik met giftige bessen heeft gegeten. Maar wanneer haar band inzet, verandert Aurora Aksnes in een bezwerend performer met een machtige stem. Ze danst zich door een uur aan fraaie liedjes, met elektronische begeleiding die soms knalt en dan weer subtiel is. Running With The Wolves (een bescheiden hit) maakt tegen het eind van de set indruk, Runaway is een mooi, kleiner liedje over heimwee. De zangeres zegt aan het eind nog eens hoe blij ze er is dat we er allemaal zijn. Het is wederzijds. (JH)
Alsof het regenseizoen op Jamaica is, zo hard komt de regen naar beneden wanneer we onderweg zijn naar de andere kant van het terrein. Gelukkig is de Bravo groot genoeg om te schuilen en gelukkig staat Damian “Jr. Gong” Marley (Bravo, 15:05) op het podium om die nattigheid te laten vergeten. De jongste telg van de koninklijke reggaefamilie Marley mag in z’n handen wrijven met zoveel publiek. Maar ook zonder die regen had het hier vol gestaan. De band brengt reggae van de hoogste plank naar Lowlands. Marley is zichtbaar blij met al die aandacht. Natuurlijk komt een deel puur en alleen om de zoon van even te zien en een aantal nummers van de legendarische artiest te horen. Ze worden op hun wenken bediend. Ook al is het repertoire van Damian Marley goed genoeg om op zichzelf te staan. De wietdampen schieten inmiddels naar het dak van de Bravo. Als je al niet zelf een joint op hebt, word je alsnog wel in hogere sferen gebracht. Een reggaeshow van formaat. (NL)
Door alle ellende van vorig jaar zou je misschien denken dat Eagles Of Death Metal (Alpha, 15:50) een Belangrijke Band is geworden. Een band die écht wat te zeggen heeft. Dat is geenszins het geval. De band onder leiding van Jesse ‘The Devil’ Hughes is nog steeds een degelijke, vrij platte, feestband die de Alpha bespeelt alsof er niks gebeurd is. Dat is helemaal niet erg, maar wie hemeltergende emoties of een hartverscheurend statement verwacht komt bedrogen uit. Hughes is duidelijk al straalbezopen voordat het optreden begint, maar hij heeft er zin in. Hij gooit ongeveer twintig plectrums de tent in en vertelt ons over zijn liefde voor ‘stroepwaffels’. De catchy rock & roll-nummers van de band werken prima, maar de band is op zijn best wanneer ze uitersten op zoeken zoals in het glamrockende Oh Girl. Het wordt nooit een écht groot feest, maar als Hughes het grootste gedeelte van afsluiter Speaking In Tongues in het publiek speelt is de sfeer extatisch. De groep bewijst vandaag opnieuw een uitstekende feestband te zijn, niets meer en niets minder. (RvdZ)
Gemiste kans natuurlijk. Als je een band boekt die Indian Askin (Charlie, 16:10) heet, dan zet je hem in de India. Ze hadden hem misschien zelfs vol getrokken. De kleinere Charlie barst uit zijn voegen, wat leuk is voor het beeld en jammer van die kletspoot. Dat is de pest met festivaltenten. Al het water druipt van het dak, zodat om elke tent een slotgracht ontstaat. Gelukkig rijdt er tegenwoordig een plassenzuiger rond op Lowlands. Een soort putjesschepper is het. Het gaat wat log en traag, moet effectiever kunnen, maar het begin is er. In de moeilijk te nemen vesting speelt Indian Askin aanvankelijk weinig opwindende radiorock, maar naarmate het concert vordert zoekt het kwartet steeds meer de randjes op. Goede spanningsboog. Op het podium wordt keihard gewerkt en hoewel het maar niet echt legendarisch wil worden, loopt vrijwel niemand voortijdig weg. Dat doen ze toch goed. (KK)
Wie veel geeft, krijgt ook heel wat terug: een cliché dat op kan gaan voor Anderson .Paak (Bravo, 16:45) op de Lowlandszondag. Deze drummende rapper started from the bottom en heeft een zichtbare dankbaarheid en trots voor de plek die hij binnen het muzieklandschap heeft verworven. Dat geeft ‘m energie voor drie en zijn liveband (gitarist, bassist, toetsenist en DJ met drumpads) doet daar heerlijk aan mee door wild rond te springen en amicaal te moshen op het podium. Als de energie op de bühne zo aanstekelijk is, doet de zaal al gauw mee. De mix van soul, funk, hiphop en dance – noem het gerust een opgewektere versie van OutKast – leent zich voor een uitstekende zomerse festivalset. The Season / Carry Me, Come Down, The Bird: allemaal hits waarop Paak vaak ook nog eens de helft drumt. En dan is er die monsterhit Am I Wrong, een van de heerlijkste tracks van 2016, waarop de Bravo echt losgaat. Outro Let’s Dance van David Bowie sluit naadloos op het voorgaande aan. Eigenlijk is het publiek na een volgende toegift nog lang niet moe gedanst, want dit was een van de leukste feestjes van het jaar. Anderson .Paak zou zomaar eens snel kunnen doorgroeien naar de Alpha. (DC)
Wie heeft Local Natives (Heineken, 17:10) omgekocht om in de Heineken te mogen staan? De Californische indierockband heeft twee aardige platen uitgebracht, met een derde onderweg, maar daarop staan geen noemenswaardige hits. De band heeft geen hele kenmerkende sound en geeft ook niet bepaald een sterk optreden weg. De tent is goed gevuld, maar dat lijkt vooral aan de regen te liggen, echt veel respons krijgt het vijftal niet. Normaal gesproken hebben de songs wat folkinvloeden, maar die zijn in de geluidsbrij die uit de speakers komt in ieder geval niet te ontwaren. De nummers gaan eigenlijk nergens heen, waardoor het al vrij snel erg saai wordt. Nieuwe single Fountains Of Youth klinkt wel als een bescheiden hitje, verder komt er maar weinig leven in de brouwerij. Al trekt zanger Taylor Rice zich daar weinig van aan, die doet op het podium alsof hij de spannendste rockshow die Lowlands ooit gezien heeft staat te geven. Niks is minder waar. (RvdZ)
Twee keer staan de heren van Chase & Status (Alpha, 17:40 uur) in het programmaboekje van Lowlands dit jaar. Niet geheel ongebruikelijk natuurlijk. Naast de immense liveset doen de twee Britten regelmatig nog een nachtelijke dj-set. Maar in de Alpha komt het duo het beste tot z’n recht. En daar waren we ook wel even flink aan toe. De natte zondagmiddag zorgt voor een ontzettend inkakmoment en dus is de volle tent wel klaar voor een goeie lading drum ‘n bass. En die krijgt het ook. Hard, razendsnel maar vooral steengoed. En dat alles met een partij visuals waar je spontaan epileptisch van zou worden. Alles is heerlijk over the top en dat is precies wat Chase & Status móet zijn. Continu wordt de Alpha opgezweept. En de vele gastmuzikanten? Daarvan komen er twee langs: Tempz en Liam Balley. De rest wordt goed in beeld gebracht op de gigantische LED-schermen. Dikke prima, voor Lowlands maakt het niks uit. Dit is simpelweg een uur lang keihard knallen en vooral genoeg opladen voor de rest van de dag. (NL)
‘Ik hou van de regen’, zegt Brian Fallon (India, 17:50), waarschijnlijk als enige persoon vandaag op Lowlands. ‘Past goed bij de deprimerende liedjes die ik voor jullie ga spelen.’ En dat terwijl het optreden van de Amerikaan, die met z’n begeleidingsband The Crowes op het podium staat, zojuist is aangekondigd als ‘een onvervalst uurtje rock & roll’. De waarheid, zoals de clichématige uitdrukking zegt, ligt ergens in het midden. Fallon speelt vandaag materiaal van z’n dit jaar verschenen soloplaat Painkillers – die staat vol met stevige Americana – en van Horrible Crowes-album Elsie. Pure rock is het zelden, maar deprimerend is het allerminst. ‘Een album om verliefd op te worden’, schreef OOR over Painkillers. En dat geldt ook voor deze show: bij akoestische ballad Steve McQueen staan de tranen in de ogen, A Wonderful Life is een geweldige folkrocktrack en zelfs Katy Perry’s Teenage Dream klinkt heerlijk in deze rasperige uitvoering. De pauze van The Gaslight Anthem is spijtig, maar Fallon laat vandaag zien prima op eigen benen te kunnen staan. (JH)
De Belgische band Bazart (Charlie, 18:10) heeft nog niet eens zijn debuutalbum uit, maar staat nu al voor een volle Charlie. De Nederlandstalige indiepop van de heren is duidelijk aangeslagen bij het publiek. De grote opkomst blijkt terecht, want het optreden van de band is ontzagwekkend goed. De donkere, poëtische teksten van Mathieu Terryn staan in scherp contrast met het warme bad aan elektronica waar de band het publiek in onderdompelt. De kracht van de band zit hem in herhaling. Vrijwel ieder nummer heeft wel een zinnetje dat eindeloos herhaald wordt en maar in je hoofd rond blijft spoken. Tel daar de enorme overtuigingskracht van Terryn en het feit dat afsluiter Goud potentie heeft om uit te groeien tot een festivalknaller van Witch Doctor-achtige proporties bij op en je hebt een optreden dat er voor zorgt dat we Bazart volgend jaar graag terugzien. Dan bij voorkeur in een grotere tent. (RvdZ)
Eenmaal komen die regenbuien ons goed van pas vandaag, namelijk om het perfecte moment en de juiste sfeer te creëren voor een optreden van James Blake (Bravo, 18:45). Zijn laatste optreden in Nederland, een belachelijk harde set op North Sea Jazz, viel als een kaartenhuis in duigen. Vandaag zien we echter een compleet tegenovergestelde show: haast feilloos, intiem, vol catharsis, right in the feels, maar ook vaak dansbaar. Blake heeft inmiddels drie fenomenale platen uit en heeft met zorg de ideale setlist daaruit samengesteld. Te veel trots zal hij nooit hebben, maar bescheiden deelt hij ons mee dat er hard is gewerkt om niets van wat we vanavond horen uit een computer te laten komen. De reactie is niets minder dan pure publieksliefde. De klik tussen publiek en artiest is onverwoestbaar vandaag: gewillig laat de Bravo zich meeslepen op een melancholische trip tijdens Life Round Here (de beste liveversie die we ooit hebben gehoord), Timeless en Limit To Your Love. Onverwacht staat de tent later hard te dansen op duistere klanken die naar techno neigen (I Hope My Life, Voyeur). Blake is duidelijk onder de indruk van de reacties en trakteert ons nog eenmaal, en wel op oeuvre-uitschieter The Wilhelm Scream. Als we ontwaken uit de trip, daalt het besef, namelijk dat we getuige waren van het beste optreden van Blake in Nederland en al dan niet hét hoogtepunt van deze Lowlands-editie, keihard in. James Blake is een geluidskunstenaar van eenzame klasse om diep te koesteren. (DC)
Op je verjaardag een show op Lowlands geven, het kan slechter. De jarige job in kwestie is zanger Jesse James Rutherford van The Neighbourhood (Heineken, 19:10 uur). Zijn band heeft met de hevig gestylede frontman een lustobject voor menig tienermeisje in huis. Maar de meeste meisjes hadden blijkbaar niet genoeg zakgeld voor een ticket naar Biddinghuizen. Want ja, de draaimolen in Walibi is toch een stuk goedkoper. Missen ze wat? Nee. Je kan dan wel beschikken over een populaire frontman; als die vervolgens hoogstpersoonlijk je hele optreden om zeep helpt, dan ga je toch wel eens nadenken. De band achter Rutherford speelt goed, maar elke goeie toon wordt verpest door de jankende stem van de zanger. Verveeld komt hij over en zo zingt ie ook. Als zelfs de tienermeisjes hun aandacht verliezen, dan weet je wel hoe laat het is. ‘Tijd voor het grof geschut, denkt de frontman. En daar gaat zijn shirt. Een beetje gejuich is het resultaat maar niks kan deze set meer redden. Met een leeglopende Heineken als resultaat. ‘Missen we Last Shadow Puppets voor dít?’, horen we iemand achter ons zeggen. Ja, je hebt een domme keuze gemaakt vriend. (NL)
Als je ons acht jaar geleden, rond de release van het debuutalbum van The Last Shadow Puppets (Alpha, 19:35), had verteld dat Miles Kane zou uitgroeien tot het meest nuchtere lid van die groep hadden we je waarschijnlijk voor gek verklaard. Nu strompelt Alex Turner als een dronkenlap over het podium en moet Kane de kar bijna volledig trekken. Als Turner moet zingen of gitaarspelen klinkt hij uitstekend, maar als hij niets te doen heeft loopt hij maar wat te klieren. Het contrast tussen zijn gedrag en de uitvoering van de songs van de band is opmerkelijk. De supergroep klonk namelijk nog nooit zo verzorgd als vandaag. De band pakt het publiek meteen in met drie nummers van het debuut, waarna de rest van de set vooral leunt op de ietwat moeilijkere tweede plaat Everything You’ve Come To Expect. Op plaat willen de nummers soms nog wel wat gezapig worden, maar live werkt het, met dank aan het gezwalk van Turner en de rock & roll-bravoure van Kane. Als afsluiter In My Room tegen zijn einde loopt verlaten de strijkers het podium en heeft de band nog even tijd om te jammen. Turner sluit dan het concert af met een geïmproviseerde muzikale ode aan LCD Soundsystem. Een ietwat schizofreen, maar ook uitermate spannend optreden. (RvdZ)
En dan breekt de zon plots door. De perfecte timing voor een optreden van de 23-jarige Haïtiaan Kaytranada (India, 19.45), die dit jaar met 99.9% een van de meest kleurrijke, maar ook over het hoofd geziene platen van het jaar maakte. De DJ-set die hij vandaag voor een bomvolle India neerzet is een prima afspiegeling van dat debuut. Exotische house wordt afgewisseld met R&B en vleugjes trap en de ene na de andere bekende stem galmt door de speakers (AlunaGeorge, Craig David, en daar is ie weer hoor: Anderson .Paak). Naast alle collaboraties op de debuutplaat komen er ook oudere nummers en remixen voor andere artiesten (zoals Kaytranada’s versie van Rihanna’s Kiss It Better) voorbij. Het geluid klinkt overigens zó kraakhelder en goed – kantnoot: het is dan wel weer érg hard – dat het lijkt alsof de drums en bas live gespeeld worden, maar Kaytranada staat hier toch echt enkel met zijn Macbook en mengtafels. Maakt overigens geen donder uit: er wordt tot buiten de India hard gedanst door het jonge publiek, die de set waarin verschillende nummers en stijlen elkaar rap opvolgen heel goed trekt. (DC)
De tent is slechts voor de helft gevuld als Anna Meredith (X-Ray, 20:15) aantreedt. Begrijpelijk – erg bekend is ze niet – en erg jammer voor de wegblijvers. Dit soort shows zijn de cadeautjes waardoor het zelfs voor de meest verwende recensent (hallo!) de moeite loont om naar Biddinghuizen te komen. Meredith en haar vier bandleden zijn volslagen uniek. Zonder dit soort artiesten zou popmuziek op zijn gat liggen. Het blijft toch voornamelijk een herhaling van zetten, en dan is het heerlijk als er af en toe iemand opduikt die alles op zijn kop zet. Die absurde maatsoorten gebruikt, die Belle & Sebastian kan laten klinken als iets buitenaards, die techno maakt met een klarinet. Wat ze doet is bij vlagen onnavolgbaar, voortdurend intrigerend en zo gelaagd dat je extra benen wenst om te kunnen dansen. Wat een concert! Alsof al die andere artiesten enkel voor het contrast op Lowlands stonden. Damn. (KK)
Wat hebben de mannen van Foals (Bravo, 20:35 uur) een ongekende ontwikkeling doorgemaakt in de afgelopen jaren. Frontman Yannis Philipakis en zijn mannen stonden al meerdere keren in Biddinghuizen maar vanavond is het anders. De Bravo is te klein voor de band uit Oxford, maar dient vooral als een uitstekende warming-up voor hun headline-show op Reading volgende week. ‘I like these dark tents with Dutch people’. Bedankt Yannis, wij ook van jou. Maar ga nu maar spelen. De frontman staat qua uitspraken niet bekend als de sharpest tool in the shed en kan beter zijn gitaar laten spreken. Maar dat doet hij gelukkig met verve. Vanaf de eerste tonen van Snake Oil zit de Bravo in de broekzak van Foals. Op uitstekende wijze breien ze hun nummers aan elkaar vast. Met name de overgang naar hitje My Number is bewonderenswaardig te noemen. Ondertussen knalt de frontman voorzichtig het publiek in, overduidelijk genietend van al die aandacht. De band krijgt de Bravo volledig mee. Gaat dan alles helemaal goed voor Foals? Niet volledig. Op de helft van de set kakt de boel behoorlijk in en slaat de vermoeidheid flink toe. Logisch natuurlijk, na drie dagen Lowlands. Maar de band heeft nog een uitstekend slotakkoord in petto. What Went Down en vooral Two Steps, Twice maken het helemaal af voor Foals. Yannis duikt nog een laatste keer het publiek in, rijdt nog even een stukje op de camera mee en gooit nog maar eens met zijn gitaar. Een indrukwekkende afsluiter van een uitstekende set. Volgende keer de Alpha. Dat verdienen de Britten wel. (NL)
En dan staan we ineens met een brok in onze keel bij een metalcoreshow. Parkway Drive (Heineken, 21:00) draagt laatste nummer Home Is For The Heartless namelijk op aan Tom Searle, de gitarist van genregenoten en vrienden Architects die dit weekend op 28-jarige leeftijd overleed na een gevecht met kanker. Terwijl zanger Winston McCall zijn tranen wegslikt, laten de Australiërs nog één keer horen waarom zij de beste metalcore-act van de laatste jaren zijn. Alles klopt namelijk: het is retestrak, de showelementen (vuur! confetti!) zijn net smaakvol genoeg om niet kitsch te worden en McCall is verreweg de beste livezanger van allemaal. De volle Heineken danst, springt en viert het leven. Het kan godverdomme zomaar afgelopen zijn. (TV)
Er zijn wel wat vraagtekens te zetten bij de afsluitende headlineshow van LCD Soundsystem (Alpha, 21:30). Krijgen ze de Alpha vol? Is die reünie nou echt nodig? Het antwoord op die eerste vraag is helaas nee, maar de tweede vraag kunnen we op basis van dit optreden met een volmondig ja beantwoorden. Het heilige vuur van James Murphy en consorten brandt als nooit te voren. De band is vijf jaar weggeweest en heeft nog geen nieuw materiaal om te laten horen, maar de dancepunk van de groep klinkt vanavond geen moment gedateerd. Vanaf de lángzaam opbouwende opener Us V Them is eigenlijk iedere noot raak. Ieder nummer wordt zorgvuldig opgebouwd en perfect uitgevoerd. Extra jammer dus dat het publiek zich in een kroeg waant, er wordt aardig bijgepraat in de Alpha. Enorm vervelend, maar niet helemaal onbegrijpelijk. Echt makkelijke kost serveert de band namelijk niet. Wie op zoek is naar een pure rockband zal het accent te veel op de dance vinden liggen, terwijl het dance-publiek het waarschijnlijk teveel vindt rocken.
Voor wie zich wel aangetrokken voelt door de sound van de band is dit echter het beste optreden van het festival. Want deze reünietour zonder nieuw album is dan misschien niet strikt noodzakelijk, het is een genot om de groep weer aan het werk te zien. De band heeft het ook duidelijk naar zijn zin. Frontman James Murphy kan wat chagrijnig overkomen, hij is duidelijk in zijn nopjes. De setlist is het hele optreden lang vrijwel perfect, maar de band bewaart het beste tot de laatste drie nummers. Pianoballade New York, I Love You But You’re Bringing Me Down, door Murphy treffend aangekondigd als ‘the dramatic one’, is een groot kippenvelmoment. Het tien minuten durende epos Dance Yrself Clean is een masterclass in opbouw en afsluiter All My Friends bewijst maar weer eens dat het een van de beste nummers van het vorige decennium is. Vanaf de eerste tonen van het pianoriedeltje kan zelfs de meest stugge prater niks anders doen dan zich helemaal overgeven. Nadat we nog een keer voluit ‘Where are your friends tonight? If I could see all my friends tonight!’ hebben gescandeerd zit het optreden er écht op. Machtige afsluiter. (RvdZ)
Ik las laatst ergens dat Thee Oh Sees (India, 22:00) ‘al bijna twintig jaar bestaat en niet per se aan popliedjes doet, maar wel aan lekker treiterige, harkende, bonkige en zoemende clusterbommetjes vol malle stijlcitaten. Voor wie zijn garagerock graag weird en onvoorspelbaar blieft, meer Butthole Surfers dan Stooges, zeg maar.’ Dat ging over de nieuwe plaat. Ook voor de liveshow dekt het de lading aardig, al zou ik van die clusterbommetjes liever een totaalexplosie willen maken. Dat rockt en zweet en schuurt maar door, in die gezellig compacte opstelling met twee drummers op de eerste rij, die in Rio niet hadden misstaan bij het onderdeel synchroonzwemmen. Energiek, psychedelisch, uitputtend. Nergens verrassend, voortdurend overtuigend. Een uitstekende opsteker om de nacht mee in te gaan. (KK)
Door Dave Coenen, Joey Huisman, Klaas Knooihuizen, Niels Lahuis en Reinier van der Zouw / Fotografie: Luuk Denekamp
Gezien: 21 augustus 2016, Lowlands, Biddinghuizen