Louter gebogen ruggetjes in de Oude Zaal van de Melkweg. Hier en daar klinkt gekreun. De één heeft een nog ongemakkelijker positie aangenomen dan de ander. Een uitverkochte zaal knielt, twee refreinen lang. Want als Mac DeMarco dat vraagt, dan doe je dat. Onder het mom kneel for Neil zakken we met alle liefde door de hoeven tijdens een cover van Neil Young’s Unknown Legend. Het is het einde van wéér een knotsgekke show van de Canadese crooner. We zullen vrienden vertellen over Mac’s crowdsurf, de balkonscène en deze massale sit-down, maar ook zeker over de grote dosis aan steengoede liedjes die we vanavond voorbij hebben horen komen.
Want DeMarco (echte naam Vernor Winfield McBriare Smith IV) heeft sinds 2012 alweer drie albums uitgebracht: Rock and Roll Night Club, 2 en het onlangs verschenen Salad Days. Alleen al voor het laatstgenoemde trekken we graag naar de Melkweg. Op Salad Days toont de Canadees opnieuw zijn talent voor het maken van ogenschijnlijk simpele gitaarliedjes die ook na tien luisterbeurten nog charmeren. Liedjes als Blue Boy, Let Her Go en Treat Her Better hebben een onweerstaanbare aantrekkingskracht met hun lome groove en bedwelmende gitaarlijnen. Ook neemt DeMarco uitstapjes naar een ander geluid: single Passing Out Pieces wordt ingekleurd door een orgel en Chamber Of Reflection (waar Odd Future-opperhoofd Tyler, The Creator onlangs nog enthousiast over twitterde) is een synthgeladen dreampoptrack.
Die twee tracks waar DeMarco uit zijn comfort-zone stapt zijn vanavond de minste. Tijdens Passing Out Pieces wordt de galmknop veel te ver opengedraaid waardoor het lijkt alsof Mac en consorten in de kelder spelen. Chamber Of Reflection valt een beetje dood door de weinig aanwezige synths. Liever praten we over wat wel héél goed was. Let Her Go blijkt ook live de topper die het op Salad Days is. Let My Baby Stay krijgt een fijn spacey outro en Brother eindigt haast psychedelisch. ‘Prince charming’Mac vermaakt zich intussen opperbest. Zijn haardos ziet er nog sleazier uit dan voorheen en halverwege de set is hij zijn pet kwijtgeraakt en al een keer half in het drumstel geflikkerd. Bassist Pierce McGarry leest vanaf zijn telefoon een Nederlandse poep- en piesgrap voor en als een fan jammert om Freaking Out The Neighbourhood start de band een reggaeversie in. Het is de gekkigheid die we gewend zijn van een ouderwetse Mac DeMarco-show.
Richting het einde van de set wordt het niveau hoger en hoger. De eerste tonen van Ode To Viceroy zijn geen lome rimpelingen maar bedwelmende golven die DeMarco en co de zaal in stuwen. De voorste rijen staan nu toch echt te springen en wij vragen ons af: sluit hij zijn set tegenwoordig nog steeds af met Still Together? Het antwoord is: ja, en dat is ook nog steeds een hoogtepunt (en ja, het doet ons ook nog steeds denken aan The Lion Sleeps Tonight)Mac laat zich in het publiek vallen en een crowdsurf brengt hem bij het balkon. Vanaf een toch niet onaardige hoogte duikt hij (achterover) weer de massa in om uiteindelijk weer heelhuids op de bühne te belanden. Dan al klapt de Oude Zaal zijn handen stuk, maar in de toegift wordt het nog gekker met de minutenlang kneel for Neil. Mac DeMarco maakt het waar: vorm en inhoud vullen elkaar perfect aan. Onweerstaanbaar goede show.
Door Rick van Veluw / Fotografie: Luuk Denekamp
Gezien: 15 mei 2014, Melkweg, Amsterdam