Het moederschip mag dan in ruste zijn, de fans van Pink Floyd hoeven ook in 2018 bepaald niet stil te zitten. Dat voormalig kopstuk Roger Waters dit seizoen met zijn enorme show de wereld rond toert is al nauwelijks nieuws meer, maar wanneer ook drummer/archivaris Nick Mason achter de boeken vandaan komt is er iets bijzonders aan de hand. Het Amsterdamse Carré werd gisteravond door Mason (74) en zijn Saucerful Of Secrets (een heuse supergroep, met o.a. Spandau Ballets Gary Kemp en Pink Floyd-steunpilaar Guy Pratt) vereerd met een bezoek, dat in het teken stond van de dagen vóór The Dark Side Of The Moon. OOR kon deze trip down Arnold… pardon, memory lane natuurlijk niet aan zich voorbij laten gaan en doet verslag.
Fotografie Bert Treep
Het stoepje voor Carré op een natte donderdagavond in het Amsterdam van 2018. 46 jaar geleden stond Pink Floyd voor het laatst in de stad, op Rock Circus in het Olympisch Stadion. En het is alweer 24 jaar terug dat Nick Mason op een Nederlands podium te zien was. In de Kuip toen, met Pink Floyd, wegens The Division Bell. Sterker nog, ook dat was in de eerste week van september (3, 4 en 5) en de man met snor en bril voor ons in de rij was erbij. ‘Alle drie de keren, hè.’ De man met bril en snor naast hem knikt bemoedigend. Het zijn wildvreemden, maar kennen elkaar toch als geen ander. De man met snor en bril draagt een Roger Waters-shirt van dit jaar in de Ziggo Dome, de man met bril en snor een vergrijsd Division Bell-souvenir, vandaar de aanspraak. ‘Ik deed in 1994 alleen de eerste Kuip’, biecht de man met bril en snor op. ‘Maar in 1988 wel allebei. En het jaar erop, in Nijmegen.’ Die in Nijmegen heeft de man met snor en bril dan weer moeten laten schieten. Ze kloppen elkaar amicaal op de schouder – hun leven lang al vrienden en elkaar toch pas net ontmoet – en gaan op in de brillen en snorren in de foyer. Niet alleen de muziek van Pink Floyd, maar ook hun t-shirts gaan lang mee.
In de zaal is meteen duidelijk om wie het vanavond draait: Nick Masons drumstel staat roze uitgelicht in een psychedelisch decor, dat wordt overheerst door een metershoge Saucerful Of Secrets-backdrop. Niet alleen de naam van Pink Floyds tweede album uit 1968 (tevens laatste met origineel opperhoofd Syd Barrett in de gelederen), maar nu ook de paraplu waaronder Mason een aantal muzikale vrienden heeft opgetrommeld om een maandje Europese zalen vol snorren en brillen te verblijden met een onvervalst stukje jeugdsentiment. Saucerful Of Secrets speelt namelijk niet de grote plaat- en hitsuccessen van ’s werelds grootste progrockinstituut, ze gaan hoofdzakelijk het archief in. Een schatkamer die ruwweg dezelfde tijdspanne bestrijkt als Pink Floyds onuitputtelijke The Early Years 1965-1972-boxset van twee jaar geleden, geheel overzien door deze zelfde Nick Mason. En wie kan ons nou beter door dit muzikale museum rondleiden dan de archivaris zelf?
A night at the museum. Zo lijkt Nick Mason er ook over te denken, als hij bij opkomst meteen gloedvol de Piper At The Gates Of Dawn-promenade inslaat. We herkennen in de introducerende soundscape bekende space-, hartslag en helikoptergeluiden, maar vooral de bekakte stem van de vermaledijde Hans Keller, de kunstcriticus die de beleefde Syd Barrett voor de BBC Televisie toebeet: ‘why does it have to be so loud?’ Wel, dat antwoord is na een halve eeuw nog niets veranderd: omdat het kán. Een sardonisch lachje vormt zich op Masons gelaat als hij vervolgens doodleuk Interstellar Overdrive aftikt. Guy Pratt, Gary Kemp en de rest van de band vliegen er vervolgens harder in dan Pearl Jam dit jaar op Pinkpop deed – met hetzelfde nummer nota bene. Het podium licht op in alle kleuren van de regenboog, Nick Mason mept alsof ie weer in het Olympisch zit en vijftig jaar muziekhistorie komt op vol volume tot leven. De sluitsteen die The Early Years leek te zijn, wordt voor onze ogen opgetild en de geest is uit de fles. Op naar de galerij der groten.
Ja, het Rijks is er niets bij. Stuk voor stuk worden we langs de relikwieën gevoerd tijdens deze audiotour pur sang. De sarcofaag van Syd Barrett staat centraal in de opening en komt door de hele voorstelling als rode draad terug. In Astronomy Domine gaat Mason voor het eerst z’n favoriete rototoms rond en een grote grijns is het gevolg. Daarna neemt hij kort het woord. ‘Wij zijn niet de Russische Roger Waters of de Deense David Gilmour’, doelend op het woud aan tribute-acts dat tegenwoordig met zijn hoogstpersoonlijke erfenis de ronde doet. Mason had het in de aanloop naar de tour al in interviews gezegd: hij streeft geen perfectie na, maar wil gewoon met z’n eigen oude speelgoed spelen. Van grafschennis of culturele toe-eigening geen sprake, dit is the real thing. En hoe knap alle naadloze kopieën (niet alleen van Pink Floyd) ook zijn, Nick Mason en zijn Saucerful Of Secrets steken er met kop en schotel bovenuit.
Tegen die perfectie heeft hij zich inderdaad goed ingedekt, zo blijkt als Mason meteen verkeerd invalt bij Lucifer Sam. Een besmuikte ‘oeps’ bij de grote baas, een schaterlach bij Guy Pratt, die zich alweer drie decennia een steun en toeverlaat weet voor de oudgedienden van het moederschip. Sowieso al een goeie zet om de charismatische, sympathieke bassist voor de zaal te zetten: hij is een cultheld onder de Floyd-fanaten, bovendien de enige die op het podium beweegt en de man bij uitstek om Mason door enkele moeilijke passages heen te loodsen. We hebben de Obscured By Clouds-zaal (1972, tevens de ‘jongste’ stukken van de avond) reeds verlaten en met debuutsingle Arnold Layne de sarcofaag weer even aangetikt als Vegetable Man zich aandient. Ontsproten aan Barretts brein toen dat al in verregaande staat van aftakeling was, bleek de beoogde single in 1967 een struikelblok, met al z’n onnavolgbare invallen en tempowisselingen. In Carré kijkt Mason even gespannen als de brug zich aandient, maar Pratt en mede-boegbeeld Gary Kemp pa-pa-pa-en zich moeiteloos door het doolhof heen. Je ziet Mason glunderen: dat we dít probleemgeval anno 2018 gewoon hebben opgelost…
Ook in de complex ingerichte Atom Heart Mother-tentoonstelling neemt Pratt de rondleiding even over en daarmee lijkt de hoogste drempel gepasseerd; het speelkwartier kan beginnen. In het More-hoekje wordt het bekende doek Green Is The Color ronduit overschaduwd door The Nile Song (een persoonlijke favoriet, aldus Pratt, die Gilmour niet meer wilde spelen). De naamgevende A Saucerful Of Secrets– vleugel kent twee gerestaureerde werken: Let There Be More Light krijgt een flitsende finale en Set The Controls For The Heart Of The Sun is na een halve eeuw nog altijd het centerpiece van een avondje Pink Floyd. Mason neemt zelfs weer even speciaal het woord: ‘Mijn goede vriend – en moeilijke persoonlijkheid – Roger Waters stond er altijd op om zelf op de gong te slaan. Na vijftig jaar is het nu dan mijn beurt.’ Waarop het iconische gevaarte als vanouds richting de snorren en brillen in de zaal dreunt. Aan de hand van See Emily Play (ook met een kek nieuw einde) en Bike huppelen we al fietsend weer richting de uitgang, waar de massieve dubbele deur One Of These Days ons gezicht eerst nog even in kleine stukjes slaat. ‘Why does it have to be so loud?’ Wel, hierom.
Het titelnummer van A Saucerful Of Secrets schuift de sluitsteen uiteindelijk toch weer op het momument, sinister en grillig, als in een avonturenfilm. En na de eregalerij te hebben verlaten, belanden we toch een beetje lullig in de giftshop: Guy Pratt wil nog iets grappigs zeggen, net als Gary Kemp laatste nummer Point Me At The Sky inzet. Het is ongetwijfeld aan de slotzin ‘It’s goodbye’ te danken dat zo’n memorabele avond met deze navenant mislukte post-Syd-single wordt uitgeleid, al maakt het perfectiepuntje wel extra duidelijk waarom Nick Mason op z’n 74ste nog eens vanuit z’n comfortabele bureauzetel achter het drumstel is gekropen: hij schatert het uit als Pratt zich met een schuldbewuste grimas omdraait en Kemp stoïcijns doorzingt over Henry McClean en z’n vliegmasjien.
Zonder een druppel zweet op het voorhoofd dankt Mason, in z’n stralend witte overhemd, het Nederlandse publiek voor een halve eeuw trouwe dienst. Geen Remember A Day, Scream Thy Last Scream, Corporal Clegg of Careful With That Axe, Eugene, en zoals beloofd ook geen noot muziek van de Grote Albums. Niemand heeft de millionsellers gemist, de vroege Floyd staat anno 2018 op zichzelf. Op weg naar de tram horen we een tevreden man met snor en bril, die het ook heeft begrepen. Bíjna, dan. ‘Ik snap wel dat ie niks speelde van Dark Side Of The Sun.’ Ja, dat snappen wij ook. En zelfs in al z’n historische karakter was deze avond Nick Mason in Carré een beetje eigentijds: grote musea willen tegenwoordig vooral een experience zijn. Nou, dit was er een. En hard ook.
Gezien: 6 september 2018, Carré, Amsterdam