Als even voor negenen het 4-Minute Warning van Led Zeppelin-bassist John Paul Jones klinkt, is dat een schril contrast met de enorme hoeveelheid – neppe, hopen we maar, in het kader van duurzaamheid – bloemen die op het podium zijn neergezet. Want ook al worden de grimmige drone-klanken uit dat liedje wel vaker gebruikt als openingstune; het is in dit geval een merkwaardige keuze.
Fotografie Mick de Jong
De overdaad aan bloemen past namelijk veel méér bij de route die Noel Gallagher en zijn High Flying Birds eerder dit jaar zijn ingeslagen op Council Skies, een plaat die de britpoplegende naar eigen zeggen terugbrengt naar zijn roots. De elektronische fratsen van voorganger Who Built the Moon? hebben plaatsgemaakt voor smaakvolle strijkers en ook tekstueel is het – gelukkig – meer rechttoe rechtaan dan een paar jaar geleden. Het is een haast lieve plaat geworden, alsof zijn cynisme door de jaren heen plaats is gaan maken voor (meer) warmte. Daar merk je op het podium overigens weinig van, maar daarover later meer.
Gallaghers vierde plaat brengt ‘m voor het eerst in zeven jaar weer naar een ramvolle AFAS Live, die – zoals gewoonlijk – gevuld is met publiek uit alle windstreken. Van Zuid-Korea tot Brazilië, en van Argentinië tot Duitsland. Daar komen we enerzijds achter dankzij de vlaggen die in de voorste rijen boven de hoofden van het publiek wapperen, maar anderzijds ook dankzij de stoïcijnse praatjes die Gallagher regelmatig met mensen in het publiek voert. Of ie niet wat vaker in Duitsland wil spelen, wordt hem gevraagd. ‘Buy some fucking more records then’, bijt hij onze Oosterbuur met een lach toe. Of, wanneer hij een jong meisje ziet staan, voor wie het haar eerste concert blijkt, knipogend: ‘It only goes downhill from here.’Â
Het zijn zulke praatjes die ervoor zorgen dat de Engelsman vanavond niet de schijn tegen heeft. Want man, wat oogt het, zelfs voor zijn doen, buitengewoon routineus. De vijf liedjes van zijn laatste langspeler (waarvan eigenlijk alleen We’re Gonna Get There in the End echt bijblijft) worden met een rotvaart erdoorheen gejast, waarna hij – voor het eerst – het publiek toespreekt, met een houding alsof die liedjes hem eigenlijk gestolen kunnen worden.
Dat lijkt andersom overigens zéker het geval: pas vanaf In The Heat Of The Moment, halverwege de setlist, gebeurt er iets in de zaal. Tot die tijd is het op zijn zachtst gezegd tam; de Dutch Disease is weer eens in volle glorie aanwezig. (Persoonlijke noot: blijf dan, in godsvredesnaam, alsjeblieft gewoon thuis, als je je snavel niet kunt houden).
In die zin krijgt het publiek aanvankelijk ook wel wat het verdient, met een Noel die behoorlijk wat tijd nodig heeft om warm te draaien. Toch gaat het uiteindelijk langzaam de goede kant op. ‘Does anyone know Stand By Me? Yeah, we’re not playing that one.’ Om vervolgens met een grijns B-kant Going Nowhere in te zetten, als opwarmertje voor het blok aan Oasis-tracks dat in deze setlist logischerwijs volgt op zijn solowerk.
Vanaf dat moment wordt de lijn naar boven voorzichtig ingezet: op The Importance Of Being Idle klinkt de oudste Gallagher-broer nog wat onvast (maar dat kan ook komen door het bij vlagen vrij belabberde geluid), maar vanaf het grootse The Masterplan is het louter vuurwerk.
Het zal de wisselwerking tussen Noel en het publiek zijn (en dat moet ongetwijfeld óók ergens knagen), maar pas vanaf het moment dat vooral het verleden hoogtij viert op de setlist, begint het te knetteren in de zaal. Als even later de voorste rijen spontaan het refrein van Half The World Away beginnen te zingen, werpt de frontman nog even een blik richting het meisje dat haar eerste concertervaring beleeft: ‘See, young lady, you don’t get this at Harry Styles gigs.’ En hij mag dan wel ongelijk hebben, het is wél hoogst vermakelijk.
Verrassend hoogtepunt in het slotstuk is een cover van Bob Dylan’s Quinn the Eskimo, die wordt uitgevoerd met een overgave die in het gros van zijn eigen liedjes vanavond ver te zoeken is.Â
Het maffe is echter: je kan op momenten nog zo vlak en schijnbaar ongeïnteresseerd spelen, als je na anderhalf uur Don’t Look Back In Anger achter de hand hebt, mensen bij elkaar op de schouders klimmen of elkaar in de armen vallen, en een kleine zesduizend man massaal meezingen, dan is het allemaal weer (bijna) vergeten. En dat weet Noel Gallagher zelf ook maar al te goed.
Gezien: 5 november 2023 in AFAS Live, Amsterdam