concert

North Sea Jazz dag 3: de geest van Prince

En ‘laatste uren’ mag u best letterlijk opvatten. De voor velen slopende derde festivaldag gaat namelijk nogal traag van start. De acts die op papier als hoogtepunten moeten gaan tellen zijn allemaal bijeen gepropt in het avondprogramma, en het is vroeg op de middag goed zoeken naar iets écht moois tussen de ogenschijnlijke middelmaat. We gaan eens kijken bij St. Paul and the Broken Bones (Nile, 15.45). Op papier leent de zuidelijke soul met vlagen gospel en bluesrock van deze band uit Alabama zich sowieso prima voor een lekker luchtig begin van de festiviteiten. Maar wat blijkt: frontman Paul Janeway heeft hele andere plannen. Zijn relatief jonge band is nog lang geen gevestigde naam. Er is kortom werk aan de winkel, er moet iets van herrie worden gemaakt. De sound van St. Paul is vergelijkbaar met dat van Alabama Shakes in hun vroege dagen. Overduidelijk retro, niet bepaald origineel, maar toch fris dankzij de inspanningen van de krachtige kapitein aan het stuur. De bebrilde, roodharige, mollige Paul Janeway schreeuwt zichzelf schor in songs vol bluesy gitaarsolo’s (gespeeld door de verloren tweelingbroer van Dan Auerbach), uitbundige soulblazers en hier en daar een zingend orgeltje. De frontman heeft een lekker rauw stemgeluid en een behoorlijk bereik, waardoor de band in het merendeel van de nummers logischerwijs naar een grote climax toewerkt. Een soulkraker als Sanctify blaast je puur vanwege z’n volume van je sokken. Zijn St. Paul and the Broken Bones, net als Alabama Shakes, ook in staat om muziek te maken die écht van hunzelf is? Tijd zal het ons leren. Voor nu is het in ieder geval een prima retrosoulgroepje dat meer indruk maakt dan we aanvankelijk hadden verwacht.

Even daarvoor beleeft Michelle David & The Gospel Sessions (Congo, 15.30) eindelijk haar North Sea Jazz debuut. Vierden ze onlangs nog hun triomftocht in een bomvol Paradiso met een XXL variant, hier staan ze in XL. Dus de basisgroep van Michelle met gitaristen Onno Smit en Paul Willemsen aangevuld met twee man percussie/drums en drie formidabele blazers. Daarmee krijgt de rauwe gospel van deze formatie een heerlijk hoog soulgehalte. De Amerikaanse zangeres woont en werkt al jaren in Nederland en heeft met dit project eindelijk helemaal haar plek gevonden. Elk optreden weer exploreert ze haar complete kunnen en doet vocaal vaak dingen waar ze achteraf helemaal geen weet meer van heeft. Hier gromt ze op een gegeven moment zo laag, vanuit het diepste van haar wezen, dat we er bijna van schrikken. Paul en Onno zijn er hun relaxte zelf en duetteren en duelleren briljant. Ze hebben voor Michelle het perfecte platvorm gecreëerd waarop allen nog jaren kunnen, uitbouwen, verrijken en verdiepen.

Is het een Monty Python-sketch of een North Sea Jazz show die we hier in de Darling zien? Op sommige momenten in het spektakel dat Matthew Herberts Brexit Big Band (15.15, Darling) heet, zou je het eerste zeggen. Volledig in de Britse humor-traditie zingt Herbert opzettelijk vals de eerste woorden The only word left is goodbye, onder begeleiding van een opzettelijk uit de maat klinkende klarinet en piano. Vandaag is de kick-off van het grote Brexit-project van de Britse geluidspionier, die naadloos past in een maatschappelijk en politiek geëngageerde line-up. Herbert schuwt de politiek zelfs op zijn danceplaten niet, maar weet het altijd op zo’n innovatieve en humoristische manier te brengen dat de boodschappen juist beter aankomen. Het zijn die poepsimpele ideeën die geen enkele andere artiest zou durven, die Herbert juist uniek maken. Een twintigtal orkestleden dat op de maat een Daily Mail verscheurt en in het rond gooit, live Nederlandse radio en typmachines samplen, last-minute een 33-koppig Nederlands gelegenheidskoor samenstellen – gewaagde zetten die deze voorstelling memorabel en onderhoudend maken. En de muziek? Smooth jazz-composities die boeiend wegluisteren, maar altijd onheilspellend of onrustig klinken er is immers niets om blij over te zijn met betrekking tot het onderwerp dat centraal staat vol teksten met bijtend cynisme, schitterende zang en gortdroge Britse humor. Als iemand die massale Britse schaamte goed naar het podium kan vertalen en er juist het tegenovergestelde (verbinding, structuur, kunde) mee kan bereiken, is het Herbert wel.

Artist in residence Chick Corea staat vandaag op de planken met alweer zijn derde show op dit festival: ditmaal met het Noorse Trondheim jazz Orchestra (16.30, Amazon). Tien tot vijftien jaar geleden speelde deze gelegenheidscombinatie al succesvol samen: er rolde zelfs een liveplaat (Live in Molde) uit. Nu wederom samen op de bühne in Rotterdam werkt het nog steeds perfect. Makkelijke kost is het niet – zeker in een bloedhete, volle Amazon – maar interessant is het zeker. Er wordt spannend en creatief omgesprongen met dissonantie en dirigent op blote voeten Erlend Skomsvoll begeleidt stuwende kracht Hakon Mjaset Johansen op drums richting de meest vernufte ritmewijzigingen die je op dit festival hoort. Wie had de jazzwereld zo vooruit geduwd als composities als Crystal Silence en Windows niet hadden bestaan? Soms duister, soms verwarrend, soms ronduit geniaal, dit uur lang muzikale virtuositeit. Je moet ervan houden, maar dan heb je ook wat.

Een fijn tussendoortje in de Hudson in de vroege avond: overzichtsvoorstelling Jazz The Story – 100 Years of Jazz Recordings (17.45, Hudson). Onder leiding van saxofonist Vincent Herring wordt het publiek middels woord, beeld en geluid door een eeuw opgenomen jazz gesleurd. Van Duke Ellington, langs de fusion van Miles Davis, tot de hedendaagse helden. Alles komt in razend tempo voorbij, met subliem vertolkte solos en uithalen. En tussen al die moeilijkdoenerij van de Chick Coreas van deze wereld is een fijn uitgespeelde klassieker als Straighten Up and Fly Right of Take Five een verademing om te horen. Gewoon even de hitjes uit de jazzwereld, afgewisseld met interessante deep digs, met charme gebracht door Herring en consorten. Wij wanen ons even in vervlogen doch gouden tijden.

Laten we even regelrecht citeren uit het programmaboekje. ‘Om op North Sea Jazz even stoom af te blazen kun je al jarenlang terecht bij Maceo Parker‘ (Nile, 17.45). En zo is het. Deze saxofonist die echt met iedere (andere) klinkende funknaam speelde – van James Brown tot Funkadelic tot Prince – staat altijd garant voor een feestje en is daarom nog altijd megapopulair. Maar is Maceo the funkiest saxophonist ever, zoals hij vandaag wordt aangekondigd? Niet bepaald, moeten we met respect concluderen. Hoogdrempeligheid is niet zijn ding; bij Parker moet iedereen kunnen meefeesten en dat betekent dus dat zijn funk niet té funky mag zijn. De vierenzeventigjarige Maceo brengt vanavond dus funk als een speklappie zonder zwoerd en funk als seks met maar één standje (u weet welke). De podiumpresentatie is eveneens niet écht funky. Parker en zijn ouwe rottenband dragen geen gekke outfits en maken geen gekke bewegingen. Het is allemaal heel braaf en netjes, maar échte funk is natuurlijk helemaal niet braaf en netjes. Een gastoptreden van die andere niet-funky funksaxofonist(e), Candy Dulfer, was overigens wel het laatste wat Maceo nodig had. Haar aanwezigheid draagt alleen maar bij aan de family friendliness van het geheel. Leuk feestje waar iedereen even stoom af kan blazen inderdaad, maar meer dan dat is het ook echt niet.

Een van de weinige latin acts dit jaar is gelukkig wel een heel erg goede. De Cubaanse zangeres Aymee Nuviola (Mississippi, 18.30) is lid van een familie zingende zusters maar zij blijkt opnieuw de meest getalenteerde. Ze was al prominent aanwezig in een TV-serie over de Cubaanse legende Celia Cruz en ook hier treedt ze weer, zeer terecht, in haar voetsporen. Groot verschil is dat Aymee een zeer gestudeerd muzikante is, ze speelt ook prachtig piano, waardoor haar performance kwa klasse veel sterker is dan we van Cruz ooit zagen. Enige lastige punt is dat ze zoveel stijlen – salsa, timba, compas, rumba, chachacha, etc. – beheerst en aan bod wil laten komen dat er in de pakweg 5 kwartier die haar hier gegund is, net geen echte flow wil komen. Laat haar dus zo snel mogelijk terugkomen met een eigen show buiten festivalkader en dan zal ze compleet floreren.

Hype voorbij, wolfenkop af. Is Sharon Kovacs (Maas, 18.45) nog steeds een artieste om goed in de smiezen te houden? Zeker weten. Sterker nog: nu al die randzaken – de wolvengimmick, de onoprechte aandacht van trendwatchers – wegvallen, kan de Brabantse zangeres zich volledig storten op haar muzikale ontwikkeling. Dat heeft ze gedaan en dat doet ze. Kovacs staat hier met een nieuwe band en brengt nieuw werk van haar binnenkort te verschijnen nieuwe plaat, de opvolger van geprezen debuut Shades Of Black. De voorproefjes die we vanavond horen, popsongs met soul- en jazzinvloeden en vermoedelijke titels als Money en Midnight Medicine, klinken alvast heerlijk. Kovacs’ band speelt het nieuwe werk met perfect gedoseerd bombast en flink wat stijl en de zangeres zelf mag zich inmiddels een uitermate boeiende performer noemen. Ze maakt een spannende, mysterieuze indruk – stiekem onterecht, want ze is eigenlijk een heel amicale vrouw – en windt het massaal toegestroomde publiek met gemak om haar speelse vingers. En dan die stem hé. Die heeft wat van Amy, maar zeker ook wat van Adele weg.

Waarom wordt neo-soul dame Erykah Badu (Nile, 19.45) toch telkens weer op grote podia onthaalt terwijl ze al jaren, ook naar eigen zeggen, niet zoveel meer te melden heeft? Ook hier staat ze er weer verloren bij, is eindeloos met haar drumspeeljets – op standaards voor haar neus – in de weer die totaal geen toevoeging vormen op haar in de basis prima liedjes. Het irriteert zelfs waardoor we, om onze gemoedsrust te bewaren, de zaal maar weer snel verlaten. Buiten treffen we enige tijd later wat collegae die met vergelijkbare teleurstelling de zaal achter zich hebben gelaten dus het ligt gelukkig niet alleen aan onze vermoeidheid dat dit niet meer op te brengen is.

Droevig nieuws eind vorige week. Geri Allen, één van de bekendste vrouwelijke jazzpianisten ooit – en één van de beste jazzpianisten, period – is overleden. Ze bleek al lange tijd kanker te hebben. Het was de bedoeling dat Allen vandaag op North Sea Jazz zou staan. Onder de noemer Echoes Of A Friend zouden zij en een ander groot pianist, Craig Taborn, beiden een tribute brengen aan hun voorbeeld, de legendarische McCoy Tyner (Hudson, 20.00), vooral bekend als de vaste pianist in John Coltrane’s belangrijkste groep. Het project zou eindigen met een set van Tyner zelf. Het moge duidelijk zijn dat dit idee enigszins is aangepast. In plaats van Allen horen we nu eerst een andere pianist uit de leerschool van Tyner, Antonio Faraó. En Taborn speelt nu twee odes; één aan Tyner (een energieke cover van Real McCoy-klassieker Passion Dance) en één aan Allen (When Kabuya Dances). Hij zit zichtbaar geëmotioneerd achter de vleugel en speelt met passie. Het mooiste, meest emotionele moment van dit wat chaotische project is echter het ruime half uur dat Tyner zelf op het podium staat. De achtenzeventg jarige jazzgrootheid worstel al jaren met serieuze gezondheidsproblemen. Hoe en wat precies heeft hij nooit bekend willen maken, maar het heeft hem ontzettend getekend, dat moge duidelijk zijn. Tyner moet het podium worden opgeholpen, kan niet eens zelfstandig gaan zitten. En wanneer hij spreekt, kunnen we hem amper verstaan. Ook zijn pianospel is aangetast. De duizelingwekkende free jazz-improvisaties die hij ooit uit z’n mouw schudde liggen niet meer binnen zijn bereik; Tyner speelt nu vooral met akkoorden. Hij weet er alsnog iets moois van te maken, dat wel. Confronterend om te zien dat niet iédere gigant uit de hoogtijdagen van de jazz zo gezond oud wordt als een Hancock of een Shorter. Of überhaupt de zeventig haalt. Geri Allen was zestig jaar oud. Rust in vrede.

Zijn hits klinken door de p.a. tussen de shows, zijn shirts zie je alom en zijn songs worden het meeste gecovered op dit festival: het gemis van Prince bereikt op North Sea Jazz jaarlijks zn hoogtepunt. Godzijdank is de New Power Generation (20.30, Maas) er om een ode te brengen aan dé held van menig NSJ-artiest en –bezoeker. Ze stonden gisteren al op de afterparty in BIRD met een typische Prince aftershow-sfeer in de zaal, maar nu mogen ze de Maas headlinen. Over de gehele linie brengt de NPG een mooie ode vol Princewerk uit de jaren 80 en 90 met albumtracks, obscuurder werk en hits, maar er is ook genoeg op aan te merken. Zo is deze NPG-formatie zeker geen all star-bezetting. De talentvolle leden met wie Prince de laatste jaren tourde (ik noem een Ida Nielsen, Renato Neto, Cassandra ONeal) ontbreken, op zangeres Shelby Johnson na, grotendeels; vanavond staan vooral de old school friends uit Princes jeugd (André Cymone) en uit de jaren ’90 (Tommy Barbarella, Tony Mosley) op de bühne. Daarnaast zullen fans zich achter de oren hebben gekrabd bij de keuze om Kirk Johnson – toch zeker niet de beste drummer die Prince onder zijn hoede had – achter de drumkit te laten plaatsnemen. De dynamiek tussen de mensen op het podium is er zeker, maar deze is zeker niet feilloos. Veel NPG-leden blijken zonder de aanwezigheid van Prince opeens sessiemuzikanten zonder sturing te zijn, onnodige slordigheidsfouten dientengevolge. Vaak worden de samples van Damon Dickson te vroeg ingezet of juist te laat beëindigd en zie je Tommy Barbarella zwoegen om in te spelen op zijn prutsende collega’s. Ook halen de vocals van Cymone bij lange na de falsetto of de zuiverheid van Prince niet, zo wordt pijnlijk duidelijk in Uptown. En MCs uit het Diamonds and Pearls-tijdperk? Nergens voor nodig, het brengt enkel b-kanten en albumtracks (Call The Law, Live 4 Love) met zich mee die weinig toevoegen aan deze ode. Hits worden ingekort tot een minuut of twee alle jam en improvisatie is de nek omgedraaid – en de enige muzikale spanning komt van gitarist Mike Scott.

Oké, Prince legde de lat torenhoog tijdens zijn liveshows en we kunnen over dat gebrek aan muzikale hoogstandjes wel zeuren, maar gelukkig is deze show grotendeels vooral een viering van een held, muziek en samenzijn. Het hart zit op de goede plek. Én er zijn gelegenheidsmuzikanten als Candy Dulfer en Chance Howard de aandacht vast te houden en de boel naar een hoger niveau te trekken. Candys korte solo in D.M.S.R. maakt de boel funky as hell. Shelby J, die constant het podium op en af loopt, maakt 1999 en U Got The Look nog krachtiger dan ze al zijn met haar ijzersterke stem. En de minuut stilte die gehouden wordt voor de vorige week overleden sterdrummer en kameraad John Blackwell ontroert fans tot tranen toe. Dan de encore waar velen op wachtten: een prachtige renditie van Purple Rain, fenomenaal gezongen door Time- en Princetoetsenist Chance Howard. Ook hier weer zon fijne solo van Scott, die akelig dichtbij het origineel komt. De show is chaotisch, maar soms waart de geest van Prince even rond hier in de Maas. Daarmee is het doel van de uitgebreide ode toch grotendeels bereikt. We love you, bro, zegt gelegenheidsfrontman Cymone met zijn blik opwaarts als hij het podium verlaat. Die liefde zullen we altijd met hem delen.

Op het buitenplein waar al zo vele mooie shows te zien waren staat Fantastic Negrito (Mississippi, 20.30), het alter ego van de geweldige soulzanger Xavier Dphrepaulezz die hier zijn derde wedergeboorte beleeft. Hij balanceerde jaren geleden op het randje want hij lag toen ruim 3 weken in coma. Hij geniet er overduidelijk van om nog onder ons te zijn en viert dat met een heerlijk rauw alternatieve r&b sound en dit rauwe doch vaardige stem. En nu die alt. r&b toch hipperdepip is wordt dit wellicht zijn jaar om eindelijk een groter publiek te bereiken. Beluister maar snel zijn recent verschenen album The Last Days Of Oakland.

Bobbie van Ernst, Bobbie en de rest doopt zijn kroketten graag in de jam, en daarom noemen we hem een soepkip. Steve Lehman (Madeira, 21.00) houdt ook van zulke gekke combinaties, maar hem noemt men een innovatieve geest. Oneerlijk? Heus niet. Een kroket met jam is smerig, maar Senegalese hiphop met moderne jazz uit New York? Lekker joh! Het is spitsuur op North Sea, maar wie de moeite nam om dit kleine zaaltje op de eerste etage in z’n route mee te nemenm ontdekt wat tot de meest spannende, stoere en grenzeloze muziek van het festival behoort. Sélébéyone noemt Lehman dit nieuwste project van ‘m, waarin hij samenwerkt met rappers Gaston Bandimic en HPrizm. Zij stuiteren en flowen ongeremd over zowel bonkende beats vol hectisch saxofoonspel als stiltes aangekleed met minimalistische elektro. De voertaal is zowel engels als Senegalees, de vocalen worden zowel keihard gerapt als ritmisch uitgesproken. Experimenteel? Ja. Moeilijk? Nee joh. In principe klinkt deze muziek ‘gewoon’ als alternatieve hiphop. We weten uit ervaring dat je bij het horen van de nummers Laamb en Akap net iets harder dunkt dan anders. Zet in plaats van Migos kortom eens wat van Sélébéyone in je basketbal-playlist.

Modern free-jazz-held Kamasi Washington (21.30, Darling) is gegroeid. Hij maakte de overstap van Brainfeeder naar XL voor zijn (nog te verschijnen) nieuwe EP The Harmony of Difference. Een veel meer spiritueel geladen plaat, zo klinkt het vandaag. Duidelijk put hij nog steeds uit de John Coltrane-inspiratiebron, maar ook hiphop en boogie worden niet geschuwd. Washington en band zou je misschien wel Soulwax van de jazz kunnen noemen: veelzijdig, vooruitstrevend, met twee powerdrummers aan de zijde, en gericht op elektronische extases. De focus ligt veel meer dan voorheen bij toetsenist Brandon Coleman, die met zijn eigen new wave-achtige synthesizercomposties heel nieuwe lading geeft aan de blaaspartijen van Kamasi en vaderlief Ricky Washington. De Darling is slechts half vol, wat jammer is, want Kamasi Washington heeft zichzelf na het moeilijk te overtreffen drieluik The Epic opnieuw uitgevonden. We kijken al uit naar zijn nieuwe EP, die niet meer lang op zich laat wachten. Door omstandigheden – moe, moe, moe – missen sommigen van ons deze showmaar we treffen hem gelukkig toch nog, op de after party-jam sessie (Hilton, 02.00). Hij slentert daar rond als een Afrikaanse vorst maar met saxkoffer. Hij checkt en loert, hij heeft duidelijk iets in de zin. Na een uurtje betreedt hij het plankier om daar naast een keur aan internationale collegae, inclusief de Rotterdamse soulkoningin Shirma Rouse, heerlijk te spelen. En Shirma laat weer eens haar briljante jazz-kant horen, inclusief uitmuntende scats. Een tot nu toe onderbelichte kant van haar vele kwaliteiten maar daar komt ze vast een keer ‘en plein public’ aan toe.

De traditionele blues is op dit megafestijn nogal ondervertegenwoordigd maar gelukkig, ook in dit genre staat er een van de best mogelijke acts die er momenteel nog te zien is. De legendarische zanger en gitarist Taj Mahal (75) treedt aan met de Keb’ Mo’ Band! (Congo, 21.30). Nou is die Keb’ Mo’ zelf ook bepaald geen kleintje meer maar het is ronduit hartverwarmend om te zien hoe hij zich met het grootst mogelijke respect in dienst stelt van de oude meester. Die is voor zijn doen verdraaid goed bij stem want de ruim zestig! jaar dat hij al optreedt en zingt eisen zo hun tol. Door Mo’ en hun gezamenlijke plaatproject is het geluid van Mahal zelfs weer wat gemoderniseerd en horen we net zo veel southern soulblues als countryblues met Taj op een prachtige dobro. Taj wisselt eigenlijk continu van instrument en is ook een uitmuntend harmonicaspeler. Licht vreemd is het wel dat deze fameuze man zo laat en ver weg in een uithoek is opgesteld maar voor de liefhebbers is het juist smullen, zo up close en personal. En Mahal heeft ook twee zingende dochters mee die zo mogelijk nog meer genieten dan Taj en Mo’ zelf. Een ronduit briljante samenkomst die allen uitdrukkelijk doet zweven!

Kan nooit goedkoop zijn geweest, die neon-lichtgevende transformerhelm van Jay Kay. De zanger van Jamiroquai (Nile, 22.00) draagt er namelijk een groen Le Coq Sportif trainingsjasje onder en dat ziet er best goedkoop uit. Maar goed, dat is ook wel een beetje de charme van de Britse blue-eyed soul en discopopgroep, nietwaar? Ze maken spacemuziek die toch lekker aards klinkt. Met de kop in de wolken maar beiden benen op de grond, zeg maar. Jamiroquai is natuurlijk de ideale afsluiter van een festival als North Sea Jazz. Net als Earth Wind & Fire is het een geslepen, nostalgische hitmachine. Little L, Space Cowboy, Cosmic Girl. Geen mens in Ahoy die er niet of wiens ouders er niet mee opgroeiden. Lekker luchtig, lekker dansbaar, niet te moeilijk, goed gespeeld dus goed uitpakkend. Anders dan Earth Wind & Fire heeft Jamiroquai overigens ook nieuwe muziek die de moeite waard is. Verse dansvloerkrakers Automaton en Dr. Buzz sluiten naadloos aan op het bijna klassieke oude materiaal. Jay Kay lag onlangs overigens nog in het ziekenhuis, na tijdelijk verlamd te zijn geraakt bij een operatie aan zijn wervelkolom. We merken er niets van. Jamiroquai is een prima afsluiter van North Sea Jazz; een evenement dat zich met z’n spannende programmering en klasse organisatie ook dit jaar weer tot één van de meest bijzondere festivals in de wereld mag rekenen.

Door Dave Coenen, Kees Smallegange en Randy Timmers / Fotografie: Dimitri Hakke

Gezien: 9 juli 2017, North Sea Jazz Festival, Rotterdam

Deel dit artikel

Meest gelezen artikelen

Gratis vinyl bij een abonnement op <span class="oor">OOR</span> (vanaf 36 euro)!
abo-actie

Gratis vinyl bij een abonnement op OOR (vanaf 36 euro)!

OOR deelt uit! Neem een halfjaar- of jaarabonnement op OOR en kies je vinyl. Met nieuwe lp's van Pearl, English ...
Win! Tickets voor Yasiin Bey (Mos Def) performs MF DOOM in 013
winactie

Win! Tickets voor Yasiin Bey (Mos Def) performs MF DOOM in 013

Yasiin Bey (voorheen bekend als Mos Def) brengt een ode aan MF DOOM. Ofwel: de ene 'legend' eert de andere ...
Dark Matter
rock
Pearl Jam

Dark Matter

Pearl Jam lijkt er weer zin in te hebben. De laatste door de pandemie uitgestelde Gigaton-shows werden vorig jaar nog ...

North Sea Jazz dag 3: de geest van Prince