Na een afwezigheid van 16 jaar stond Oasis vrijdagavond weer op het podium. Noel en Liam Gallagher hebben hun broedertwist bijgelegd, bandmaats van weleer opgetrommeld en de klassiekers afgestoft. De chaos waar de voorverkoop op uitliep (de vraag naar de 1.4 miljoen tickets oversteeg het aanbod in tienvoud, dynamic pricing dreef de kosten op), verdween bij de aanloop naar de summer of Oasis echter als sneeuw voor de sunshiiiine: de Britten zijn klaar voor het grootste volksfeest sinds de kroning van hun koning. OOR toog naar de aftrap in Cardiff – en probeert het pandemonium te bevatten.
Tomorrow Never Knows als call to arms. Dat hadden we gisteren nog niet verwacht, maar de galmende Beatles-klassieker zet het stampvolle Principality Stadium in Cardiff genadeloos op scherp. Het is kwart over acht in de avond als aan alle onzekerheid een eind komt – en aan het lange wachten, in de nodige etappes. In augustus 2009 vlogen Liam en Noel Gallagher elkaar na een tournee vol aanvaringen definitief in de haren. Na vijftien jaar aan soloplaten, bekvechten op afstand (de broers) en wishful thinking (het publiek), ging vorig jaar augustus de kogel door de kerk: de kemphanen waren weer on speaking terms, een reünietour stond op stapel en de grootste stadions bleken al gauw te klein.
Noel, de songsmid en the chief, had nooit oren naar een hereniging, lag nu echter in een peperdure echtscheiding en zou voor het eerst in z’n leven het geld nodig hebben. Liam maakte er nooit een geheim van dat hij liefst weer met Oasis op het podium zou staan, al was het maar om zijn broer te sarren. Maar er ligt ook een persoonlijke grondslag aan de hereniging: de kids van Noel en Liam, allen in de twintig, waren toch wel érg benieuwd naar die legendarische band van hun vaders. En moeder Peggy Gallagher, inmiddels in de tachtig, wilde niets liever zien dan dat haar jongens de handen weer ineen zouden slaan.
En exact dát gebeurt vanavond in Cardiff, ten overstaan van 75.000 extatische fans. Zestien jaar dromen werd na de aankondiging elf maanden wachten, culminerend in wat in de Welshe hoofdstad voelt als De Langste Dag – het is ook daadwerkelijk D-Day voor eenieder die de band of brothers liefheeft. Een invasie van Oasis-shirts beheerst het straatbeeld, vergelijkbaar met het oranje op koningsdag in Amsterdam. Bomvolle pubs en terrassen (die adverteren met borden als Beer Here Now en Your Champagne Supernova Starts Here), het centrum afgesloten voor al het wegverkeer, de spontane muurschildering van Liams tweet dat ‘Cardiff is the b*ll*x’ een bedevaartsoord. Het weer: sunshiiiiiine, al lijkt de alcohol het in het hedendaags caféleven te hebben gewonnen van de cigarettes. En de stevige wind blaast ontelbare bucket hats – samen met de vele tamboerijnen die je overal hoort hét souvenir van vandaag – als confetti door de volgepakte straten.
Traag tikt de tijd. En eenmaal in het stadion voelt het uur U ook weer aan als een eeuwigheid. Nadat Richard Ashcroft de massa al gloedvol op de stoelen krijgt, zwelt even na achten het omineuze sluitstuk van Revolver aan. ‘Play the game existence to the end / of the beginniiiiiing’, vat John Lennon het hier en nu vanuit 1966 al treffend samen. Vijftien jaar, elf maanden en een lange dag aan opgebouwde spanning komen tot ontlading als het enorme scherm aanfloept en het niet meer mis kan. The great wait is over.
De vertrouwde intro Fucking In The Bushes slaat in als een bom, het legioen buldert alsof de winnende goal op het WK is gescoord en terwijl de schreeuwerige krantenkoppen over de reünie ons om de ogen vliegen, wandelen Peggy d’r boys zomaar het podium op. Noel lijkt wel in tranen, Liam heeft z’n sambaballen in de rechterhand en de arm van z’n broer in de linker, hoog in de lucht. De strijd is over, klaar met die onzin. Never mind the bollocks, here’s Oasis.
‘Hello, hello, it’s good to be back!’ Bookmakers hadden er weddenschappen op afgesloten, maar de eerste track van (What’s The Story) Morning Glory? is dan toch de opener van deze reünietournee. En Oasis – naast Noel en Liam aangevuld met oerlid Bonehead op slaggitaar, rechterflank Andy Bell (bas) en Gem Archer (gitaar) uit de latere line-up, plus nieuwkomer Joey Waronker op drums – pikt de draad doodleuk op waar ze ‘m in 2009 hebben laten liggen. Of liever gezegd eind jaren negentig, want Noel’s Little By Little is halverwege de set het enige nummer van na 2000 dat vanavond gespeeld wordt.
Maar we beginnen dus met Hello, waar de band op snijbranden doorheen blaast. Liam klinkt venijnig als vanouds, poseert en poseurt op de podiumrand, tamboerijn als enorme smiley tussen z’n kaken. Noel, zo in z’n spijkerhemd uit de trein gestapt, scheurt halverwege Hello z’n pedalen eens goed open en ziet tevreden toe dat het moederschip, met een paar weken voorbereiding en zonder opwarmgigs, binnen drie minuten op koers is. Ramkoers, welteverstaan, want Oasis beukt gedreven door, als een wals in Wales.
Slechts één seconde houdt Cardiff z’n adem in, tijdens tweede nummer Acquiesce, om Noel’s veelbetekenende refrein mee te kunnen zingen. ‘Because we neeeeed eachother / we belieeeeve in one another’, lijkt het mission statement van deze hele operatie. De fans weten het, Noel weet het, maar hij schudt de langverwachte woorden moeiteloos uit z’n blauwe mouw, alsof de liedjes dertig jaar geleden ‘op de groei’ geschreven zijn. Thematisch kan de vooruitziende blik Noel sowieso niet ontzegd worden: het woord ‘acquiesce’ betekent schoorvoetend akkoord gaan met iets dat je eigenlijk niet wil.
En zo zijn er vanavond wel meer teksten en titels die, eenmaal herboren in 2025, beter op hun plaats vallen dan ooit tevoren. ‘You could wait for a lifetime / to spend your days in the sunshine’ bijvoorbeeld, waarbij de 75.000 opnieuw even diep inademen om het iconische ‘sunshiiiine’ het extra zetje te geven. Ook al had dat nummer nu wellicht Vapes & Alcohol geheten, het gaat gewoon over vandaag, feestend in de straten van Cardiff, zoals tijdloze muziek dat doet. Maar er worden meer snaren geraakt.
Het is een griezelig gezicht, als Liam de mensen voor Cigarettes & Alcohol opdraagt om zich om te keren, de buurman of -vrouw te omarmen en de Poznan te dansen. 75.000 worden één, het stadion schudt letterlijk op z’n grondvesten, Oasis-fans zijn bijna per definitie ook voetbalsupporters en snappen de code, dus de massa deint mee alsof de Champions League binnen is.
Een half uurtje later komt er nog zo’n ijzeren voetbalwet het veld op: eerbied voor hen die vielen. Daags voor deze aftrap verongelukte de Premier League-vedette Diogo Jota en hoewel de Portugees voor Liverpool speelde, raakt het tragische nieuws zelfs de harde kern van Manchester City in het hart. Jota’s beeltenis en rugnummer sieren de schermen tijdens Live Forever, dat aan hem wordt opgedragen, ook weer alsof het al in de sterren stond. Voetbal mag dan oorlog zijn, uiteindelijk is het de menselijkheid die overwint.
Wat ons brengt bij het meest profetische stuk van de avond: Don’t Look Back In Anger, waarin werkelijk álle lijntjes samenkomen. Want daar staat ie weer, de man die bewees dat je de revolutie vanaf je bed kunt beginnen (en winnen). Die zestien jaar geleden de stekker eruit trok en nu, gedreven door ’t leven, de boel weer in gang zet. En die vanavond in Cardiff z’n gedoodverfde erfenis als een feniks uit de as ziet rijzen. Want zijn legacy lééft weer.
Terwijl Oasis stil lag, groeide een hele generatie op met zijn songs, die nooit uit de hearts and minds van de Engelsen zijn verdwenen, omdat ze op zoveel fronten wáár zijn, in al hun eenvoud. In de aanloop werd alles wat Oasis betreft nog extra opgeblazen, tot proporties ver buiten de muziek en z’n makers. Maar nee, Oasis is juist héél persoonlijk, iedere keel die de laatste woorden van Don’t Look Back In Anger vol overgave meezingt doet dat met een andere reden, een hoogsteigen traan in het oog, iedereen denkt even aan iets of iemand anders. Aan de broer of zus die al weken op een belletje wacht. Die oude vriend die wel een steuntje kan gebruiken. Niet aan hoe duur het kaartje was (‘40.000 pond’, volgens Liam), niet aan oorlog of politiek, niet aan de kantoorbaan die morgenochtend weer wacht. Noel heeft het antwoord: ‘At least not today…’
Ondanks alle poeha draait Oasis anno 2025 dus gewoon om de liedjes. Simple as that. Plus de mensen die die liedjes léven, van makers tot fans, van eerste snorretje tot kale kop, van groot tot klein, van bucket hat tot tamboerijn. We voeren allemaal onze eigen strijd – maar op de vloer bij Oasis zijn we allemaal winnaars. Liam en Noel Gallagher maken hun statement zonder de gebruikelijke wijzende vinger van schuld en schaamte, als een oase in de woestijn die 2025 is.
Hun twee uur durende show is een exercitie in macht en kracht – power, zo noemen de Engelsen beide. En liefde, of op z’n minst respect, zo zien we als de gebroeders aan het eind van afsluiter Champagne Supernova elkaar weer even opzoeken voor een hug, kort maar gemeend. De vrede is gesloten, voor het oog van de wereld bovendien. Dat zal ze weinig kunnen schelen: als moeder Peggy maar blij is. Don’t look back in anger, indeed. Tenminste, niet vandaag. En morgen? Wel, Tomorrow never knows…
Gezien: 4 juli 2025 in Principality Stadium in Cardiff