Bospop lijkt al jaren geplaagd door tegenslagen. Afzeggende headliners, corona, gerommel in het bestuur, het schrappen van een hele festivaldag vanwege dreigend noodweer, een gegijzelde domeinnaam inclusief rechtszaak én een daaropvolgende juridische strijd om een permanente omgevingsvergunning. Het lijkt zo langzamerhand een never ending story.
Fotografie Bert Treep
Kent u die ene scène uit de gelijknamige boekverfilming van Michael Ende, waarin hoofdpersoon Atreyu zijn paard Artax tevergeefs uit het moeras van verdriet probeert te trekken? Zo begint de eerste festivaldag van Bospop 2024, waar de hevige regenval van de afgelopen week het gehele terrein heeft veranderd in één drassige woestenij.
Terwijl de files zich rond het evenemententerrein opstapelen, volgt er al voordat de avond valt een oproep van de organisatie aan elk landbouwvoertuig in de gemeente om auto’s uit de blubber te komen trekken. Alle parkeergelegenheden worden vanaf dat moment gesloten en de chaos is compleet. Pendelbussen en improvisatie zijn op dat moment de enige redding.
Want het handjevol gelukkigen dat het hoofdpodium wél al ploeterend wist te bereiken, is inmiddels al tot de enkels in de drek verdronken en van de overige bezoekers mist zeker driekwart het optreden van Patti Smith. De aanblik van het publiek tijdens het optreden van de godmother of punk is ronduit treurig; slechts een kluitje mensen heeft de plastic tegels voor het hoofdpodium kunnen bereiken. Because the night belongs to them.
Gelukkig heeft het grootste gedeelte van het volk het veld tegen negen uur weten te bereiken. Zo kan het campy horrortheater van godfather of shockrock Alice Cooper en consorten rekenen op veel bijval. De 76-jarige ras entertainer vaart al jaren goed op zijn cultstatus en levert een strak geregisseerde show inclusief levende slang, Frankensteinreus, guillotine en klassiekers als No More Mr. Nice Guy, Poison en School’s Out.
Dat de levende legende zichzelf nog steeds steevast laat onthoofden op de bühne en zich daarbij omringt door dochterlief, vrouw en vaste bandbuddy/Hollywood Vampire Tommy Henriksen maakt het rondreizende circus compleet. Het gegeven dat alles zich afspeelt in het decor van een rechtszaal, is bijna net zo ironisch als de verkiezingscampagne van Cooper tijdens Elected. De satirische gelijkenis met de presidentskandidaat die ditzelfde weekend in Butler wordt beschoten komt akelig dichtbij.
De eerste festivaldag wordt pas écht gered door de Vlaamse tenor Helmut Lotti, die sinds 2022 met een rockband een reeks festivals aandoet en daar klassiekers uit het genre ten gehore brengt. Hellmut Lotti goes metal wordt enthousiast onthaalt in de festivaltent en When The Lady Smiles, Run To The Hills, Born To Be Wild worden luidkeels meegezongen door de menigte – en met een mashup tussen Mötorhead en Elvis Presley lijkt Lotti de ultieme artiest voor het Bospop-publiek. En de laatste keer dat we Paradise City van Guns ‘N Roses hoorden op dit terrein is na deze vocale vertolking sowieso al niet meer noemenswaardig.
Want dat publiek is gemiddeld 45+ en gaat goed op tributebands en rockcovers, zo blijkt het hele weekend. De organisatie speelt daar handig op in als je constateert dat een groot deel van de line-up bestaat uit dit soort copycats. Coldplace. Made in Purple. Dat veteraan John Fogerty zelf met zijn catalogus aan classics de laatste plukjes gras op het terrein wegmaait voor de voeten van CCR-coverband Fortunate Sons deert dan ook niemand, al blijft het natuurlijk een vreemde keuze om ze samen op één affiche te zetten.
En al doet het gros van die imitatiebands dat helemaal niet onverdienstelijk; eenieder die écht even dicht bij de legende van Springsteen wil komen, gaat kijken naar Southside Johnny And The Asbury Jukes en niet naar de zoveelste coverband die de helden uit New Jersey probeert na te spelen. Al leunt deze grondlegger van de E-street sound vooral op het werk dat geschreven werd door Steven Van Zandt, toen die nog lid was van het gezelschap. Zo zijn Forever, Love On The Wrong Side Of Town en I Don’t Wanna Go Home dus niet van eigen hand, maar wel de highlights van de show.
Enfin; meezingen en niet zeuren. Dat blijkt sowieso het credo de rest van het weekend. Dat heet: stoppen met moddergooien naar de organisatie. Want waar dagjesvolk op zaterdag en zondag klaagt over een terrein vol olifantsgras en afzetlint, is het weekendpubliek juist euforisch over het feit dat de organisatie de chaos zo snel en professioneel in de kiem wist te smoren in één nacht tijd. Waar de bezoeker de eerste dag nog als een stel verdwaalde pinguïns polonaise liep door de modder, lijkt al die ellende nu gesmolten als sneeuw voor de zon.
Muzikaal kan de bezoeker daarnaast toch ook echt rekenen op wat mooie verrassingen. Neem Christone ‘Kingfish’ Ingram. Dit 25-jarige talent blijkt na tien minuten al de allerbeste instrumentalist van deze editie en is niet voor niets de bepalende bluesartiest van zijn generatie geworden. Dat Rolling Stone hem eerder al plaatste in het rijtje van gitaristen Prince, B.B. King en Hendrix en dat hij een Grammy in de wacht sleepte zei eigenlijk al genoeg, maar erbij zijn is het écht geloven. En dan hebben we het nog niet over die soulvolle stem gehad. Ongekend.
Aan vocale hoogstandjes sowieso geen gebrek: neem Rival Sons. De rockband uit Orange County rond frontman Jay Buchanan en gitarist Scotty ‘Mr. Fuzzlord’ Holiday vuurt een energieke en overtuigende set op het publiek af maar blinkt vooral uit dankzij het vocale machtsvertoon van de zanger. Moeiteloos schakelen van volle kracht vooruit op Mirrors naar gas terug op een nummer als Shooting Stars of Feral Roots dwingt respect af.
Het optreden van The Waterboys is net als dat van Zucchero een erfenis van vorig jaar. En al moppert kartrekker Mike Scott zich zichtbaar door de eerste vier nummers heen; het speelplezier neemt langzaam de overhand als Brother Paul Brown zijn Hammond inruilt voor een blitse keytar om hier op A Girl Named Johnny schaamteloos de liefde mee te bedrijven onder toeziend oog van de menigte. Met een smile van oor tot oor en dezelfde appearance als Beetlejuice bij daglicht is een glimlach dan ook moeilijk te onderdrukken. Al vergaat ons het lachen wel vlug bij de kille versie van tophit The Whole Of The Moon, die klinkt als Rieu zonder violen.
En Toto? Allerminst verrassend. Puur kwaliteit. Conform vertrouwd recept. Een introductie is eigenlijk niet meer nodig en een recensie evenmin. De groep levert. Punt. Dat zanger Joseph Williams even op stoom moet komen en zijn stem elk nummer beter wordt valt niet eens echt op. En Lukather is Lukather.
Bless the rains down in Africa. Al mag het in Weert volgend jaar wat minder regenen. Want Bospop verdient inmiddels wel eens een keer een editie zonder ellende. Misschien kunnen ze dan eindelijk Neil Young boeken, die eigenlijk dit jaar al op het lijstje van de organisatie stond. Wij bellen alvast een boer met een tractor, om zíjn crazy horse uit de blubber te trekken, mocht dat onverhoopt toch nodig zijn.
Gezien: 12 t/m 14 juli 2024 op Bospop, Weert.