Het is buigen of barsten geworden voor festivals. Aan de verliezende kant: Metropolis, Westerpop, Mañana Mañana en al die anderen. Ter ziele gegaan in een grillige tijd vol inflatie. En aan de andere kant de overlevers, als bakens in de festivalwereld, óók in het onzekere 2025. Daar hoort het festival waar OOR twee dagen met plezier verbleef zeker ook bij: Dauwpop bij Hellendoorn. Ooit bescheiden, nu een serieuze speler met steeds meer landelijke allure. Een verslag uit het bos, vanaf de mooiste festivallocatie van Nederland.
Fotografie Bert Treep
Wonderlijke formule wel. Er zit op de eerste festivaldag hemelsbreed misschien 300 meter bos tussen het podium waar The Veils optreedt en de ‘partypit’ waar een hitgroep met de naam Turfy Gang over het podium dendert. 300 meter en een wereld van verschil. Aan de ene zijde een doembeeld verpakt in muziek, gespeeld in The Barn, een podium als een boerenschuur. Stampvol is het, en terecht: veel betekenisvoller dan de liedjes van Nick Cave-adept Finn Andrews zul je vandaag niet horen. Aan de andere zijde staan honderden – vaak jongere – bezoekers in een soort houten arena te dansen, te filmen, te lachen en te springen. Confetti, rook, beats. Vreugde en bezinning pal naast elkaar.
The Veils en Rudimental
Het is precies dat contrast dat Dauwpop op de eerste dag van editie 29 meteen een pracht van een festival maakt. Want we staan uiteindelijk even vaak naast elkaar als door elkaar. En dat inspireert. Zien we daar zelfs iemand in een Mastodon-shirt dansen op de hitlijsthouse van Rudimental? Misschien is dit wel de reden waarom Dauwpop overeind blijft. De grootte is fijn, met 15.000 bezoekers per dag op een ruim genoeg bosterrein vol schaduw, en de spontane saamhorigheid ook.
Dat al die verschillende doelgroepen door elkaar lopen is welbeschouwd logisch. Een festival anno 2025 mag natuurlijk sowieso niet vervelen, dat heeft nu eindelijk ook Pinkpop definitief ontdekt. Niet vaststaan op een gigántisch terrein met twee podia aan weerskanten – en een uur wachten op de volgende act als de optredende groep je niet bevalt. Nee, op Dauwpop dwaal je letterlijk door het bos. Van podiumpje naar podiumpje.
Pommelien Thijs en Kensington
De vrijdag is rustiger dan de zaterdag. Dat merkt vooral Kensington. De marketingmachine wil ons anders doen geloven, er zijn shows in de Ziggo Dome te verkopen, maar met het vertrek van zanger Eloi Youssef heeft Kensington toch écht een jasje uitgedaan. Zo is er geen stormloop op de mainstage als er wordt afgetrapt. En dan kennen ze ook nog eens een valse start, met schijnbaar gedoe over instrumenten en microfoons. Dan zijn al die vlammen die volgen toch minder tof, als je als dure headlineband deze basale zaakjes niet onder controle hebt.
De nieuwe zanger Jason Dowd blijkt niet echt een lachebekje, met zijn priemende ogen. Hij zingt op Dauwpop zoals een debutant bij pakweg Sparta voetbalt: geconcentreerd, maar nog niet leunend op charme of flair. Technisch uitstekend, maar ons heeft hij weinig te melden. Hij zingt wonderlijk genoeg met dezelfde stem als zijn voorganger. Misschien kan hij nog wel meer aan ook. Het ontbreekt vanavond alleen een beetje aan sterrenstof. Voor een band die de lat altijd hoog heeft gelegd, had hier de lat hoger gemoeten.
Niet dat een Dauwpopper daar wakker van ligt. Integendeel. De hits worden toch gespeeld? Dit is helemaal niet het festival om te zuurpruimen over gemiste kansen. ‘Het blijven mensen’, zegt de festivalbaas na afloop doodleuk lief, als de technische problemen ter sprake komen.
S10 en Luvcat
In de wereld staat anno 2025 veel op het spel en dat doet de festivalbeleving dit weekend – gek genoeg – goed. Je voelt het aan alles: dit feestje laten we ons niet afpakken. En wie hier steun nodig heeft, krijgt die steun. Zo zit S10, sinds het in de pers breed uitgemeten ongeluk van haar broer, privé in een loodzware fase. Ze is er toch, met band, dapper maar hees, in een decor vol bloemetjes en bijtjes. De band zaagt dikke planken van heel dik hout en dat gedaver redt haar: het is alsof ze in haar eigen muziek verdwijnt. Wat heerlijk moet zijn. Één keer zegt ze iets over haar leven, de term ‘shit’ valt, maar ze wil haar privéleven niet kwijt, zegt ze even later. Het is als dansen op een vulkaan, maar S10 slaagt met vlag en wimpel.
Tussen deze knallers door – de mainstage is enorm – zijn voor OOR twee dagen lang juist de kleine smaakmakers fijn. Zangeres Luvcat uit Engeland brengt in een witte jurk neo-romantiek naar het bos, ze kan zelf nauwelijks geloven dat ze haar eerste Europese buitenfestival speelt. De band moet nog zó veel beter gaan worden, maar hóé charmant is de artiest die er in Lana Del Rey-sferen op los kakelt.
Swim School uit Schotland dendert ondertussen over een piepklein podiumpje met gitaarriffs die je rechtstreeks naar de jaren negentig voeren. Frontvrouw Alice eist alle aandacht op – zo indie als het maar zijn kan; maar ze heeft de uitstraling om minstens de main stage te halen, ooit.
Kingfishr en Roxy Dekker
Op dat podium is op dag twee een andere vrouw de baas: Roxy Dekker zorgt voor een stormloop, en terecht, dit zijn de beste popsongs van de afgelopen jaren, ontwapenend gebracht door een artiest waar we nieuwsgierig naar zijn: hoe ver gaat ze het schoppen? Zoek een band bij elkaar en leg die tape-act opzij, Roxy, je muziek verdient het.
Een festival draait om momentjes verzamelen en gedoe negeren. Zeker, er gaat weleens opeens net tijdens een sleutelmoment in een show iemand pal voor je staan, om vervolgens doodleuk met een vriend te ouwehoeren (festivalirritatie nummer één, toch?). Maar het is ook: een briesje door de tent, zon, het overweldigende idee dat je de hele dag even niets niet hoeft te doen. Dat biedt Dauwpop, twee dagen lang. Meer dan ooit mogen wij, de bezoekers, er dankbaar voor zijn.
Stereophonics
Het is aan de rockheadliner van dag twee, Stereophonics, om dat aan ons duidelijk te maken. We maken allemaal ellende mee, zegt zanger Kelly Jones. Ook morgen weer. Laten we ons bewust zijn van het moment. Zoetsappig, ja, maar hij heeft een punt. Dat hij het ultieme ach-we-zijn-zo-verkeerd-begrepen klaaglied Mr. Writer inzet, dat over de uiteraard ontzéttend valse popjournalistiek gaat, is hem hierbij vergeven.
Gezien: 30 en 31 mei op Dauwpop, Hellendoorn