Sinds enkele jaren klinkt er een Nederlandstalig tegengeluid uit de kraakpanden en fabriekshallen van onze hoofdstad. Voorman Ray Fuego verheft zijn stem boven het monotone en beukende geluid van de machinerie, bijgestaan door een patrouille punkers. Ploegendienst noemt zichzelf een 100% ANTI-alles-band en speelt op Pinkpop voor een publiek waarvan je je kunt afvragen hoeveel procent van het gemiddelde maandsalaris van een échte shiftwerker is opgegaan aan een ticket voor dit festival.
Fotografie Hub Dautzenberg
Ook als je een shirtje van je favoriete band wilt kopen, zul je minimaal drie diensten moeten draaien om dat te bekostigen. Het kan bijna niet anders dan dat de band er tijdens het schaften zelf ook smakelijk om heeft gelachen. Ploegendienst is nou niet direct de eerste naam die bij je opkomt als je fantaseert over de line-up van het Pinkpopfestival. Des te beter dat ze er staan. En ze leveren naar opdracht.
Met bandleden die hun strepen in de nachtelijke underground verdienden met bands met fantastische namen als Adolf Butler, Aux Raus en Malle Pietje en de Bimbo’s is het ook voor de bezoekers op het eerste gezicht lastig matchen met een act als Nothing But Thieves of Calvin Harris. Het zal Fuego aan zijn reet roesten. Iets met aversie contra commercie: ‘Fuck die tachtig akkoorden shit, wij zijn écht!’
‘Als jullie het niet naar je zin hebben, dan doe je maar alsof want je staat er al.’ Gelukkig is de zanger tussen de nummers wél goed te verstaan. Gedurende de performance schreeuwt en tiert hij op Paranoia of Nopjes als een gefrustreerde operator die keer op keer zélf van de lopende band rolt waarvoor hij eindverantwoordelijk is. Jammer van de maatschappijkritische en brutale teksten is dat af en toe wel. Zoals op Interessant, recent op plaat gezet met niemand minder dan liedjesdichter Spinvis. Dat die twee generaties samen in de pen geklommen zijn, zegt wel iets over de potentie van de verhalen die Fuego te vertellen heeft.
Verder is Ray een opgewonden standje met een korte spanningsboog, een magneet op het podium en dus perfect voor een punkband met een gemiddelde liedlengte van drie minuten. Die explosiviteit en boosheid werkt aanstekelijk op album en titelsong DSM-5. Ogenschijnlijk uit hij die ongenoegens zelfs even naar bassist en ploegmaat Bastiaan Bosma die in zijn ogen net iets te laat inzet, maar dat wordt binnen een minuut hersteld met een broederlijke kus.
Alles draait om IK. En dat blijkt ook uit het optreden van vandaag. De flamboyante 28-jarige zanger die opgroeide in de Bijlmer is een ongeleid projectiel. Vanaf het moment dat het gezelschap inklokt met Rattenkop is er maar eentje die de dienst uitmaakt. Hij staat al tijdens het tweede nummer zonder shirt op de dranghekken en heeft lak aan alles en iedereen. Dus ook aan het crowdsurfverbod.
Dat hij vlak voor het laatste nummer zijn kleuterzoon het toneel ophaalt om hetzelfde te doen is even onverantwoordelijk als aandoenlijk. Met een bezorgde blik vanaf het hoogste punt van het podium, is het drummer Bram Swarte die erop toeziet dat de welp niets overkomt terwijl Fuego slechts tijd heeft om te stralen van trots. Het is uiteindelijk gitarist Michiel Beffers die het wel welletjes vindt: ‘Jaja, breng hem nou maar weer terug.’ Nog één nummer en de schicht is voorbij. Pikkie In Me Sok. Gelukkig heeft zoonlief een grote koptelefoon, spreekt hij geen woord Nederlands maar heeft hij net zo genoten als pa, band én publiek.
Gezien: Pinkpop 2024, zaterdag (18.10 uur) op Stage 4. Lees hier al onze verslagen van Pinkpop.
Neem nu een abonnement op OOR en ontvang DSM-5 van Ploegendienst gratis op vinyl. Kijk hier voor het aanbod.