Queen + Adam Lambert hadden in 2020 al met hun The Rhapsody tour in de Ziggo Dome moeten staan, maar halen hun beloofde Nederlandse concerten nu dan toch in. Vrijdagavond hielden Brian May en Roger Taylor hun erfenis levend in Amsterdam, vanavond staan ze er weer, in vol ornaat. Want een overrompelend audiovisueel spektakel was het, zo zag OOR ter plekke.
Fotografie Hub Dautzenberg
The Show Must Go On. Het grootste cliché uit de showbiz blijkt maar weer eens waarheid, als we aansluiten in de rij voor de Ziggo Dome. ‘De mijne waren zelfs verkleurd’, lacht een trotse vader in z’n oude spijkerjasje, die z’n keurig uitgeprinte tickets al sinds de herfst van 2019 op de koelkast had hangen. Z’n twee jongens zijn inmiddels een kop groter, maar dat deert niet: de aantrekkingskracht van Queen overstijgt alle genres, genders en generaties. Legendarisch en springlevend tegelijk, met een pakket hits dat drie decennia bestrijkt en dertig jaar na het overlijden van hun frontman op alle fronten tijdloos is gebleken. Één been staat reeds in het echelon der Goden (de film, de musicals, het icoon Freddie Mercury), het andere stampt stevig door in de realiteit van het heden, want Brian May (74) en Roger Taylor (72) voeren het circus nog altijd de wereld over. Immers: The Show Must Go On.
Maar zo heel vanzelfsprekend is dat vandaag de dag niet, bedenken we als we ‘de trappen van Corry’ passeren. Drie weken geleden stroomde een teleurgestelde Johan Cruijff ArenA hier nog de boulevard op, toen de Stones hun concert op de valreep afbliezen. Zowel Metallica als de Peppers gingen deze week voor de bijl, terwijl ook op de festivalaffiches dit weekend steeds meer grote en kleine namen door positieve covidtests wegvallen. Van echte angst of zorgen is voor de Ziggo Dome geen sprake – en anders gaan de kaartjes weer gewoon terug op de koelkast. Maar we geloven ’t allemaal pas als Queen op het podium staat. Gelukkig blinkt er bij binnenkomst al een enorme kroon achteraan de vloer, begeleid door een aanhoudende, opzwellende, omineuze toon. De vlag hangt op het paleis. Queen is in het huis.Â
Je pikt ze er meteen uit: de mensen die niet door de muziek, maar door de mythevorming rond Mercury naar de show zijn gekomen. In het Circustheater word je op slag van aanvang keurig vanuit je champagne-arrangement naar je golden seat begeleid, in de Ziggo Dome moet je je eigen plek veroveren – en met een veldkaart dan ook nog eens staan. ‘Is het voorin ook zo druk?’ vraagt de brutaalste van een groepje vriendinnen met plastic cupjes rosé. Ze durven de gang door de menigte toch maar niet aan en kwebbelen rustig door wanneer Innuendo als introtape het licht doet doven. De eerste indruk blijkt onjuist: de dames zijn hier vooral voor Adam Lambert. ‘Die zingt echt véél beter dan Freddie’, weet de brutaalste zeker. Al heeft ze ook genoten van de film. En de musical. Terwijl ze nog even naar de bar snelt voor nóg eens vijf roseetjes, komt even verderop de geschiedenis tot leven.
Met donderend geraas, welteverstaan. Want ondanks de sprookjesachtige legacy en het overkoepelende showelement is en blijft Queen toch vooral een hardrockband. Twee hagelwitte koppies, één met krulletjes en de ander met sik, maken nog net zoveel lawaai als toen ze meer dan een halve eeuw geleden met hun bandje begonnen. Brian May en Roger Taylor (in de flank bijgestaan door onder meer oudgediende toetsenist Spike Edney) knallen Now I’m Here, Tear It Up en Seven Seas Of Rhye er in één moeite uit. Als Hammer To Fall het openingssalvo besluit zijn de roseetjes van de dames spontaan veranderd in bubbels, de brutaalste is nu naar de gang gerend voor vijf paar oordopjes.
Dan pakt Adam Lambert z’n momentje – en verdiend ook, want hij brengt het vocale gedeelte met vuur en souplesse. Waar Queen in Paul Rodgers ooit een solide, sympathieke steunpilaar vond, die de twee oerleden de kar liet trekken, hebben ze met de flamboyante Amerikaan een meerwaarde in handen die niet alleen muzikaal de juiste noten haalt, maar ook qua entertainment value de juiste toon zet. ‘Ik ben ook maar een fan’, echoot hij Mark Wahlberg in Rock Star, even nadat hij de hoge uithaal in Somebody To Love tussen neus en lippen door op de uitzinnige zaal heeft losgelaten. Zelfs Killer Queen, in z’n speelse, kitscherige charme zo onlosmakelijk verbonden met de personality van Mercury, voelt in de handen van de huidige zanger geen moment geforceerd of nepperig. Lambert draagt de show met gemak, als een paradijsvogel met de vleugels van een feniks. En daardoor kunnen Brian May en Roger Taylor weer gewoon doen waar ze goed in zijn: een muur van geluid opzetten. Fat Bottomed Girls, I Want It All – Queen dreunt overal dwars doorheen.Â
Net wanneer de dames die ondingen van oordopjes onder de knie hebben, kunnen ze alweer uit. Brian May neemt plaats op het middenpodium voor een akoestisch Love Of My Life. De beeltenis van Freddie Mercury verschijnt voor het eerst op het scherm, hij zingt het laatste couplet vanuit de eeuwigheid met Brian mee. Die goed getimede traan aan het eind kennen we nog van eerdere optredens, al lijkt het allesbehalve een trucje – we voelen ‘m zelf ook. En hij blijft achter de ogen hangen, als Roger Taylor These Are The Days Of Our Lives inzet, begeleid door oude beelden van de hele band (inclusief bassist John Deacon, al jaren van de aardbodem verdwenen), en even later Under Pressure opdraagt aan Taylor Hawkins. ‘Van Foo Fighters!’ voegt hij daar nog aan toe. Het zegt de dames weinig, maar de zakdoekjes zijn dan toch al vol. En de glaasjes leeg. ‘Bier!’, oppert de brutaalste. De rest knikt. Als I Want To Break Free door de zaal rolt, hebben de vriendinnen het jarenlange pluche definitief van de kont geschud en staan ze stoer aan de halve liters.
Na een kleine twee uur is het slotoffensief aangebroken: Brian May daalt na z’n gitaarsolo van het podiumdak neer en zet een verwoestend Tie Your Mother Down in, dat overgaat in een topzwaar, dramatisch aangezet The Show Must Go On. Paniek bij de dames, onhandig balancerend met hun plastic bekers, als het publieksmoment in Radio Ga Ga noopt tot meeklappen. Dan klinkt de overbekende harmonie van Bohemian Rhapsody door de zaal. ‘Is this the real life? Or is this just fantasy?’ En in die zin zit ‘m exact de crux van Queen live anno 2022. Hun erfenis, in beeld en geluid, is vandaag de dag zo alomtegenwoordig en onaantastbaar dat je haast vergeet dat ‘t allemaal gewoon door ménsen is gecreëerd. Freddie Mercury prijkt al sinds z’n dood in 1991 in de eregalerij naast Hendrix, Elvis, Lennon, Marley en de andere groten der aarde, maar de centrale as van Queen staat nog altijd overeind. Je kan de fantasiewereld, opgetrokken in films, musicals en de vele, vele verhalen, gewoon zelf instappen, want Brian May en Roger Taylor onderhouden Queen in de 21e eeuw als levende legende. Real life en fantasy in één. En dat op zomaar een vrijdagavond in Amsterdam.Â
En zoals de legende van Queen op zichzelf staat, leeft iedereen z’n eigen avontuur, met pieken en dalen. Als het (opgenomen) opera-gedeelte van Bohemian Rhapsody door de Ziggo Dome schalt, bouwt zich een bekende spanning op. En bij de uitbarsting gaat de zaal letterlijk en figuurlijk door het dak. Vier van de dames hebben hun biertjes de lucht in gegooid en steken al headbangend Wayne’s World naar de kroon. Alleen de brutaalste is even apart gaan staan, zakdoekje bij de ogen. Wie weet wat ze met dit nummer heeft meegemaakt, of aan wie ze nu denkt, in haar eigen eregalerij. De wonderlijke combinatie van real life en fantasy komt harder aan dan welke musical ook. Als het geluid met ‘Any way the wind blows…’ uitdooft, is het in één gongslag allemaal weer goed – en ze heeft als enige van ‘t stel haar biertje nog.
De ereronde met We Will Rock You en We Are The Champions voert de moegestreden Ziggo Dome weer naar de uitgang, waar het echte leven wacht – en de fantasie ons er doorheen sleept. De dames? Die zijn dolgelukkig. Ze hebben een écht rockconcert beleefd én overleefd. En morgen gaan ze ook nog naar de Dolly Dots in Carré. Als de piep uit de oren verdwenen is althans, want Queen heeft vanavond in Amsterdam een oogverblindende én oorverdovende voorstelling op de mat gelegd. 27 songs in bijna tweeënhalf uur, dwars door tijd en ruimte, op het uitputtende af. Als we langs het stadion de Johan Cruijff Boulevard opschuifelen, daalt het besef in: morgen doen Brian May en Roger Taylor dit nóg een keer. En daarna in Madrid, Bologna, Parijs, Antwerpen, Kopenhagen, Oslo, waarheen de wind ook waait… ‘Weer die kuttrappen op’, zou Corry van de Stones hebben verzucht. Al zei Freddie het net even iets fraaier: The Show Must Go On.
Gezien: 1 juli 2022 in Ziggo Dome, Amsterdam.
De zomereditie van OOR is uit!
Bestel ‘m hier.