‘Weer een festival dat dreigt te bezwijken onder zijn eigen succes?’, appte OOR-hoofdredacteur Koen Poolman mij halverwege Rewire 2025. Zo’n vaart zal het waarschijnlijk niet lopen, maar u snapt: de drukte viel op tijdens deze editie van het vooruitstrevende experimentele muziekfestival in de binnenstad van Den Haag.
Openingsfoto Parcifal Werkman
Waar muzikale snoepkonten zich normaliter steevast van zaal naar zaal konden voortbewegen, als gulzige kinderhanden door bakken schepsnoep, stond men dit jaar regelmatig te klappertanden in rijen van de festivallocatie tot aan de Grote Markt of in een benauwende file tussen de grote en kleine zalen van het Paard. Al helemaal niet te doen was de vrijdagavond in de Lutherse Kerk, waar zich voorafgaand aan ieder optreden een slinger van mensen vormde waar de pastoor van zou gaan jubelen, ware het niet dat niemand in de rij stond voor Jezus Christus (het ging om Fennesz en Seefeel, die we helaas gemist hebben).
Het was ook wel te voorspellen. Na meerdere succesvolle edities investeerde Rewire dit jaar in een line-up die net iets meer overlap toonde met pak ‘m beet Lowlands dan we van Rewire gewend zijn. We hebben het dan nog steeds niet over enorm grote namen, maar in tegenstelling tot voorheen hoef je niet heel diep in de muziek te zitten om iets bekends voorbij te zien komen. Zo is een van de hoogtepunten van dit weekend het optreden van Arooj Aftab, die de normaliter voor Beethoven en Mahler gereserveerde Concertzaal van Amare tot tranen en kippenvel roert met haar bezwerende songs en satijnen zangstem, waarin zowel de folkmuziek uit haar thuisland Pakistan als de gloeiende nineties soul van Sade verscholen ligt.
Foto’s Parcifal Werkman (Arooj Aftab) en Jan Rijk
Ook geen kleine naam voor Rewire is Panda Bear, die het Paard op de slotdag van het festival inpakt met zijn tot volle solo-songs verwerkte popbijdragen aan het oeuvre van Animal Collective. Zo soepel als een ervaren Bijenkorf-caissière gaat dat bij Noah Lennox, zoals het beertje voor het eggie heet. Middels gruizige instrumentals en kermisklanken borduurt hij een regenboogsjaal van vrolijk stampende en stuiterende popbeats, die hij vervolgens zelf inkleurt met zijn waterige stem en ook nog eens door een grafisch kunstenaar laat versieren met kolkende en bubbelende neon-psychedelische visuals.
Maar niet alleen bij Panda Bear botst de avant-garde met de pop. Misschien wel het hardst gebeurt dit tijdens het optreden van Two Shell, het geheimzinnige producersduo uit London bij wie het de vraag is of ze nou zelf op dat podium staan, of dat ze een bevriende dj en mc de honneurs laten waarnemen. Veel vernuft komt er in elk geval niet aan te pas, het is gáán met die schelp. En dat is na een dag lang kunstmuziek best lekker.
De beats buitelen over elkaar in alle richtingen (van four-to-the-floor house naar garage, drum & bass, dubstep en weer terug), de bassen scheuren een gat in je trommelvlies en de autotune genereert echo’s uit smurfenland – zoals het in de hyperpop betaamt. Volstrekt kunstmatig, het is niet eens meer synthetisch of plastic te noemen, dit is pure AI-pop. Het kan niet, het mag niet, het bestaat niet, maar toch knalt het als een wervelwind uit de boxen. Als ze op popacademies straks prompts leren schrijven in plaats van noten lezen, laat ze dan maar met die van Two Shell beginnen.
Foto’s Alex Heuvink (Two Shell) en Jan Rijk (Colin Stetson)
De contrasten zijn altijd groot op Rewire en dit jaar is er geen uitzondering op die regel. Vlak na het altijd imposante longspierballenvertoon van stersaxofonist Colin Stetson, die steeds beter wordt in het muzikaal uitbeelden van angstaanjagende filmscènes, gaan harpist en toetsenist Nala Sinephro en haar band even later in diezelfde zaal van magistraal neoklassiek spel naar virtuoos geïmproviseerde en vlammende freejazz. En terwijl Billy Woods de koele hal van Concordia in vuur en vlam zet met grommende gangsterrap over geupgrade Wu-Tang Clan-beats, wordt er naast het immense pijporgel van de Grote Kerk een blaasensemble gedirigeerd de opening van Kali Malone’s magnum opus All Life Long te spelen.
Grote ontdekking van het festival – althans, voor uw verslaggever – is caroline, een achtkoppige band met een ongrijpbare sound waarin chaotisch op blaasinstrumenten wordt getetterd terwijl er soms wel en soms niet door een vocoder wordt gezongen, terwijl er zonder gevoel voor ritme op drums wordt getimmerd en waarin charmante zanglijntjes in poeltjes van distorted teringherrie en hysterisch geschreeuw verzuipen. Maar je weet bij God niet waar die poeltjes vandaan zijn gekomen, want je zou toch zweren dat je net nog zat te luisteren naar iets wat zich als een betoverend folkliedje ontvouwde. Black Country, New Roads on steroids. En de zanger klinkt een beetje als die nerd uit Hot Chip. Meer vergelijkingsmateriaal kan ik niet ophoesten.
Foto’s Maurice Haak (Nala Sinephro) en Parcifal Werkman (Erika de Casier)
Makkelijker behapbaar dan het gekras en geklier van caroline zijn de songs van Erika de Casier. Ze ziet eruit als een doodgewone jongedame, een beetje verlegen zelfs, maar ze maakt jaren negentig r&b in een soortgelijke stijl en met minstens even veel sex appeal als de hits van TLC, Destiny’s Child en Aaliyah. Geen glitterjurken en choreografieën dus bij deze zangeres. En ook geen bijzonder podiumbeeld of livemuziek. Wel toffe tracks en het inzicht dat dit genre ook prima werkt zonder stimulerende prikkels naast de muziek.
Zoals North Sea Jazz om het jaar Norah Jones en Jamie Cullum uitnodigt, zo heeft Rewire ook z’n stamgasten. In Amare speelt de kunstzinnige muziekpionier Laurie Anderson, voor wie in 2018 nog een festivalbreed focusprogramma werd georganiseerd, muziek van haar laatste plaat Amelia. Machtig daarin is het spel van componist en violist Martha Mooke, die immense soundscapes creëert met haar instrument.
Foto’s Parcifal Werkman (Laurie Anderson) en Alex Heuvink (Claire Rousay)
Twee andere oude bekenden van het festival zijn Claire Rousay & More Eaze, die met een combinatie van synthesizers en field en home recordings een vorm van elektronische muziek uit hebben gevonden die op social media weleens gekscherend emo ambient wordt genoemd. Net als in 2022 overspoelt het tweetal de Lutherse Kerk met therapeutische klanken die vastgelopen emoties los kunnen wrikken, mits je daarvoor openstaat.
Wellicht is dat ook wel de perfecte beschrijving voor wat Rewire jaar in, jaar uit tot zo’n bijzonder festival maakt. Wie zichzelf ontvankelijk maakt voor experimentele, kunstzinnige en grotendeels onbekende muziek, vindt er altijd wel iets dat inspireert of ontroert. Dit jaar waren meer mensen dan ooit tevoren bereid om zich buiten de gebaande paden te bewegen en te investeren in bijzondere muziek. Voor zo’n mooie ontwikkeling wil ik best wat langer in de rij staan.
Gezien: 3 t/m 6 april 2025 op verschillende locaties in Den Haag.
M.m.v. Koen Poolman