festival

Roadburn: herdefiniëren en spiritueel transformeren

Roadburn begon ooit als een rondreizend stonerfestival, streek al snel neer in Tilburg en ontwikkelde zich sinds die tijd tot een steeds breder uitwaaierende hoogmis voor alles wat heavy is. Heavy eerder in metaforische zin dan als nauwe stijlafbakening, en daar wordt het alleen maar beter van. De slogan van dit jaar, Redefining Heaviness, bleek de vlag voor een bont palet vol transformatieve, soms haast spirituele ervaringen. Een verslag vanuit een hevige staat van uitputting na vier dagen intens herdefiniëren.

Fotografie Niels Vinck

DONDERDAG

Kijk, dit.

Tanya Byrne, van Bismuth, zit achter de piano, slaat een paar spaarzame noten aan en zingt ijle lijnen. Een moment van verstilling tussen stromen van chaos en volume. Even daarvoor schraapt ze haar stembanden immers binnenstebuiten, woest gruntend, en even daarna gaat ze daar net zo ongenadig mee verder. Het is tekenend voor wat Roadburn ‘redefining heaviness’ noemt. Tekenend is ook dat Bismuth hier in actie komt met Vile Creature: een eenmalig speciaal project van het soort waar Roadburn wel vaker mee uitpakt. Twee doomduo’s, dubbel zoveel slepende rifferij en ijzingwekkende zang. Met dus die ijle rustpunten, als broodnodig tegenwicht.

Roadburn, het festival dat Tilburg vier dagen lang onderdompelt in donkere tonen en dito kleuren, is even eerder heel passend begonnen met Big Brave. Het moment dat je vanuit het zonovergoten buitenterrein de duisternis van The Terminal binnenloopt (in de Koepelhal, het zwaartepunt van Roadburn is zich aan het verplaatsen van 013 naar de Spoorzone, een veelbelovend gebied luttele minuten verderop) is een machtig moment – na twee Roadburnloze jaren. Daar moet bier bij, op deze donderdag twee uur ‘s middags. Maar dat element van de Roadburn-beleving stokt: de biertoevoer en de wifi (voor de betaling) laten het beurtelings afweten.

Wat niet geldt voor Big Brave, in veel opzichten de gedroomde Roadburn-opener. Twee gitaren laten golven van rafelende feedback-drones op de zaal los, de drums beuken sober doch beslist en Robin Wattie, ook de vrouw achter een van de twee gitaren, zingt hoge, ijle, doordringende lijnen. In haar woorden tussen de uitgestrekte nummers door lijkt haar stem gebroken door kou en toerstress, maar als ze zingt is dat amper te merken. Zei daar iemand iets over de helende kracht van muziek? Een verheffend startschot van een fraai festival.

Slift uit het Franse Toulouse, en een van de ‘artists in residence’ met meer optredens, is in veel opzichten de maximalistische tegenpool van Big Brave – maar in diezelfde opzichten net zo Roadburn. Het is haast niet voor te stellen dat de psychedelische drukte van Umma, de recente plaat die bij deze set centraal staat, door maar drie muzikanten voortgebracht wordt. Hyperactieve wah-wah-psychedelica, het kleinste gaatje nog volgespeeld. Net zo verheffend, wel wat vermoeiend maar beslist bijzonder.

Net als de grindcore van Full Of Hell, ook al veelvuldig in actie komend als artists in residence en op weer een andere manier een tegenpool van Big Brave. Virtuoze fragmentatiebommen vol snijdende krijszang, waarachter vast de meest eloquente teksten schuil gaan. Wat wel te verstaan was (meen ik tenminste, vriendin viel het niet op): de opdracht van zanger en noiseman Dylan Walker aan ‘dat döner-stalletje’.

Roadburn is typisch zo’n festival waar je per definitie meer mist dan je meemaakt. De (dankzij festivalapp TimeSquare niet meer zo) secret show van Thou blijft onbereikbaar voor de ongelukkigen in de lange rij (maar niet voor fotograaf Niels Vinck). En lokale helden Autarkh III, de iets minder op beats en meer op sfeer gerichte incarnatie van Dodecahedron-opvolger Autarkh, moeten we ook laten lopen ten gunste van Trailogos. Drumcomputer, vegen kraut en drone, instrumentwisselingen, krassende cello, abstracte vrouwenzang: deze band onderstreept het gelijk van Roadburn-veteranen die beweren dat het festival steeds meer arty wordt. De dolenthousiaste zaal bewijst dan dat dat zeker geen slechte zaak is. Mooi mooi: de passage met twee basgitaren en frequenties die lichaamsdelen doen trillen waarvan je het bestaan amper vermoedde.

The Bug, veteraan Kevin Martin, gooi er tenslotte de beuk in met slepend-vervormde, gemuteerde beats en woordenwatervallen van Flowdan en Logan. Weer geen gitaar in zicht, uiterst Roadburn.

Bier van de dag:

Kan niet missen: Black Sabbath, een diep donkere quadrupel van brouwerij Bliksem. Stroperig als een Iommi-riff, smaakrijk, koppig (wat wil je, 10 procent) en met een licht zoetje wegens het toch wat onverwachte ingrediënt ahornsiroop. Genuttigd op het terras van Bar Leonardo.

VRIJDAG

Een brutere dagopening dan Primitive Man is amper denkbaar. Rauw sludgende drones gebouwd uit donker-schurende feedback-wolken, een oerbrul, een beukritme, nummer na meedogenloos nummer: als het Stenen Tijdperk al een Roadburn had gekend was dit de volkomen logische hoofdact geweest.

Final Light is de titel van weer zo’n fraai Roadburn-fenomeen – de compositie-opdracht, nu voor James Kent (Pertubator) en Johannes Persson (Cult Of Luna). Gitaar, synthesizer en een dubbele drummersbezetting trekken een decor op van strakke, donkere kleuren en melodieën die je onverbiddelijk bij de lurven pakken. Echt iets om trots op te zijn als je dit, als festival, in gang hebt gezet.

Roadburngangers dansen met het hoofd. Letterlijk, als dat lichaamsdeel wiegt op de nek op de maat van de riff of de drone. En figuurlijk, want ze lusten steeds vaker steeds moelijker muziek. Mooie aanvulling dus voor het Roadburn-podiumlandschap: jazzzaal Paradox, op maar een paar steenworpen van 013 en Koepelhal. Hier horen we de moeilijkere, meer experimentele, naar jazz overhellende kant van het per editie (en per definitie) breder wordende Roadburn-spectrum.

Zoals Narcosatánicos, een invaller nota bene: een veelkopig Deens combo dat met enig kopergeschetter en duwende ritmes jazz, doom, afrobeat en meer aan elkaar verbindt. ‘Zien’ is trouwens een groot woord als het zaaltje al goed gevuld is, maar vanaf de bank in het cafégedeelte, Westmalle Tripel in de knuist, blijkt het voor de oren allemaal goed te volgen. Maar of het nou echt een septet ia… We kunnen vanaf die plek niet meetellen.

Rotterdams trots GGGOLDDD (eerst Gold, maar lastig googlebaar) vertolkt hier This Shame Should Not Be Mine, de aangrijpende verklanking van een verkrachtingservaring. Zangeres Milena Eva en partner (in de muziek en in het leven) Thomas Sciarone verwerkten dit helse trauma in fraai golvende, donkere nummers met een belangrijke rol voor de synthesizer. Vorig jaar was dit project, ook al een compositie-opdracht, een hoogtepunt op digitale festivaleditie Roadburn Redux, en hier, uitgebreid met vijf strijkers, werkt de muziek al net zo helend (tenminste, we raken aardig op weg).

De zwarte ravenjurk van Milena Eva en haar weidse dansgebaren doen de gedachten net niet te vaak afdrijven naar Within Temptation-territorium. Milena Eva en Thomas Sciarone cureerden ook een deel van het programma, waaruit soms blijkt dat je ook teveel synthesizers op een Roadburn-podium kunt hebben, maar er zitten ook pareltjes bij hoor.

Thou, verrassingsgasten dus, is bijna alomtegenwoordig met surprisehows her en samenwerkingsverbanden der. Van een Black Sabbath-tribute met Lingua Ignota en anderen tot, deze vrijdagavond, een gezamenlijke set met funeral doom-helden Mizmor als presentatie van hun gezamenlijke album Myopia: ook al zo’n verrassingsbom met groot effect. En live des te meer.

Bier van de dag:

Ik heb een zwak voor black IPA’s, en qua kleur kan dat natuurlijk ook niet missen op Roadburn. Dus dan maar aan de Tot Op “t Bot, gedronken op het terras van Studio en gebrouwen zo’n 300 meter verderop bij Stadsbrouwerij 013. Met, gezien de kleur, nog verrassend veel fruittonen in de smaak.12 euro is wat aan de dure kant, maar misschien had ik niet per se een halve liter moeten nuttigen.

ZATERDAG

Midwife (Madeline Johnston) vormt een bescheiden, maar welluidende openingszet, met heel zorgvuldig en met veel gevoel voor melodie gestapelde loops en fraai melancholieke zang. Heel andere koek dan Divide & Dissolve, een deur verder in de prachtige Koepelhal – wat een mooi stukje industriële archeologie trouwens, die hele hal en die hele Spoorzone, een passend decor voor zo’n Roadburn.

Divide & Dissolve is het duo Takiaya Reed en Sylvie Nehill, de een van Tsalagi-komaf (verwant aan de Cherokee-stam) en de ander is Maori. Kleur en gender dus, en vooral dat eerste zullen we weten. Op Roadburn-podia wordt nooit veel gepraat, maar Reed maakt wel werk van de boodschap: over racisme, representatie, kolonialisme (ze confronteert de zaal met de Nederlandse verantwoordelijkheid daaromtrent, zonder te beseffen dat de meeste Roadburn-bezoekers van buiten de landsgrenzen komen). 

Het is een eerlijk en gemotiveerd verhaal, dat in de volgepakte zaal een warm onthaal krijgt. Want zo is Roadburn ook wel weer. Bovendien voeden deze issues de muziek op een indrukwekkende manier. Als ze de klank van een stromende rivier verklanken, om zo de verbintenis van mens en natuur te benadrukken, dan hoor je dat ook. Instrumentale doom met rake drumklappen van Nehill en expressieve gitaargolven van Reed: het blijkt een mooie drager voor de boodschap van dit duo, dat ook de beste merch heeft: shirts en tassen met teksten als ‘destroy white supremacy’. 

Heel effectief is ook Reeds tactiek om de nummers te beginnen met een saxofoonlijn, in een steeds subtiel terugkerende loop gelegd. Een kunstje afgekeken van, onder anderen, minimal-componist Terry Riley. En omdat het altijd mooi is om te zien en te horen hoe de losse eindjes van de Roadburn-dwarsverbanden aan elkaar verknoopt worden: op zeker moment klinkt in de foyer van 013 Rileys vroege meesterwerk A Rainbow In Curved Air. Alerte DJ daar. (De meerwaarde van het vervangen van DJ’s door playlists, in de zalen, is me niet helemaal duidelijk geworden, trouwens.) 

Jo Quail is al vaker op de Roadburn-podia te zien geweest in verschillende combinaties. Een cello op dit festival is dus niks nieuws, maar voor de compositie-opdracht in kwestie, The Cartographer, komt er een uitgebreid instrumentarium bij, inclusief het achtkoppige New Trombone Collective, uit Rotterdam. Komaan, koper is ook metaal. Het is een gelaagd, uitgerekt stuk waarin Quails eigen cello toch een heavy hoofdrol neemt. Halverwege moeten we wel rennen naar een zaal voorop voor GNOD, en maar goed ook, want daarvoor staat even later een rij tot halverwege het gebouw.

Gnod is ook zo’n verrassingsactie om een lege plek in het programma te vullen (corona liet heus wel sporen achter), weggekaapt voor de neus van een Hamburgs podium waar dit Britse collectief deze zaterdag had zullen spelen. Gnod, eerder al artist in residence in heel verschillende incarnaties, serveert hier een schitterende psychedelische heksenketel. Hard en hoekig, maar ook weer sierlijk aangelengd met flarden dub. Helaas voor Hamburg: een vroeg hoogtepunt.

Hangman’s Chair is na dat heerlijke geweld een beetje een afknapper. Stevig en sfeervol, maar na zulke voorafgaande, virtuoos links afbuigende klanken is ’t ineens een beetje ouderwets, met die op zich fraai gezwollen zanglijnen. Misschien was hun samenwerking met landgenoten Regarde Les Hommes Tomber (en raad eens welk land), een dag later, interessanter. Maar men kan niet alles zien.

Bij Ulver worden in ieder geval de ogen kostelijk verwend. Alles wat elke andere band aan visuals uit de kast haalt verbleekt bij dit schouwspel. De band staat achter een half doorzichtig scherm, de drager van allerlei meer of minder abstracte projecties die in combinatie met die op het achterdoek èn het opmerkelijke zeshoekige object boven het podium taferelen vol diepte opleveren. In de muziek strijden percussie en synthesizers om het voortouw, maar een psychedelisch hakkende impro-gitaarsolo kan ook. Had frontman (niet zo’n gelukkige term in dit verband) Kirstoffer Rygg een betere stem gehad, dan was dit Noorse gezelschap allang een wereldberoemde stadionvuller.

‘Frontman’ is bij Liturgy ook al niet meer van toepassing, nu bandbrein Hunter Hunt-Hendrix zichzelf identificeert als trangender. Liturgy trekt het stramien van de black metal op tot woeste extremen, en dat zal een dag later nog uiterster worden – zie aldaar dus. 

Bier van de dag:

Roadburn is, dit jaar meer dan ooit, het festival van de collabs en de opdrachten. En van het bier. Logisch dus, een speciaal biertje in opdracht van het festival. Brouwerij ’t Uiltje in Haarlem maakte een Kveik IPA, met een glansrol voor de gelijknamige, van oorsprong Noorse gistsoort – vast als eerbewijs aan de wortels van de black metal. Het resultaat is een helder smakend biertje, niet te fruitig en met een aangenaam bittertje. Dat biertje heeft een fijne naam, voor op een heavy festival: Knuffel. Dat is leuk bestellen. Afrekenen minder: 7 euro voor een 0,3-literblikje.

ZONDAG

Goed, Liturgy dus. Een dag eerder speelde men de vorige plaat H.A.Q.Q. (aangevuld met ouder werk), deze zondag staat de laatste, Origin Of The Alimonies, op de lessenaars. En wel letterlijk, want de vaste kern wordt bijgestaan door een soort klassiek kamerensemble met strijkers, harp, fluit, trompet, piano. Dat levert een schitterende, wringende combinatie op, vol rondvliegende dissonanten, wisselingen van sfeer en stemming, teer impressionisme, woeste polyritmieken. De zang van Hunt-Hendrix leek een dag eerder nog een parodie op de ijselijke schreeuwtechnieken van het black-metal-genre – elk nummer dezelfde kreet, als we het goed horen.

Maar het scheelt een hoop dat je bij deze gelegenheid de teksten krijgt bijgeleverd op het projectiescherm, plus beelden van het brein zelf, en haar lichaam (ik verklap maar niet wie het in dit verband over ‘aaibare borsten’ had). Hunter-Hendrix lijkt haar transformatie tot onderwerp te hebben gemaakt, maar dan gevat in een minder grijpbare maar zeer tot de verbeelding sprekende filosofie, een soort scheppingsverhaal met zichzelf als bron. Dat levert vele extra lagen aan een bijzonder heftige ervaring, waarbij de meest complexe ritmes en melodielijnen, plus een bewerking van een orgelstuk van componist Olivier Messiaen, als vanzelf samenvloeien met die oerkreet van Hunt-Hendrix. Daarna hebben we wel even een glaasje water nodig, kan ik u vertellen.

De dag is ook al niet weinig zachtzinnig begonnen met de combinatie van Terzij de Horde (Utrecht) en GGU:LL (de thuisspelende partij): ratelende black metal met doomtrekjes respectievelijk licht geblakerde doom. Ze spelen samen of ieder voor zich, al of niet op basis van elkaars drumpartijen (en elkaars drummers). Zo schuiven de genres in elkaar als weerhaken, maar dan zonder pijn te doen. Wat een machtig stel machines bij mekaar, en wat is TdH-zanger Joost Vervoort toch een frontman. Wel van het minimalistische soort: hij kan bezwerend stokstijf stil blijven staan om dan met een dramatisch armgebaar of een schuddend hoofd de zaal bij de les te brengen.

Dat je daarvoor geen band, geen gitaren nodig hebt, bewijst Lingua Ignota, ofwel Kristin Hayter in een indringende, theatrale soloset vol elektronica, al of niet door vervorming begeleide stemexpressie en hints naar gospel. Het lijkt af en toe op traumaverwerking met het wel erg dominant oplichtende decorstuk als EMDR-therapiemachine, maar Hayter heeft ook wel wat om van zich af te vocaliseren.

Ze leed twee jaar lang onder een gewelddadige, traumatiserende relatie met Alexis Marshall van Daughters, een paar jaar geleden op ditzelfde Roadburn-podium (dat grote, van 013). Dat levert intense kunst op, maar het mag ook best gezegd dat Lingua Ignota wel erg opzichtig leunt op het wel zo intense werk van Diamanda Galás (ook ooit op datzelfde Roadburn-podium, in 2016, solo achter de piano – haar stemkunsten zijn misschien wel een mooie mal voor legioenen black-metal-krijsadepten).

Maar los daarvan (en wie minder in Galás is, heeft er ook minder last van): het zegt toch wel iets over de transformatieve kracht van dit soort muziek, en van het festival dat daarvoor de ruimte biedt. Zie ook Gggolddd, zie ook Liturgy. En zie ook Emma Ruth Rundle, ook al solo voor 3000 Roadburners, die op Twitter bekent hoe belangrijk, zeg maar doorslaggevend dit festival voor haar artistieke ontwikkeling is geweest, en eerlijk bekent dat ze tijdens dit festival vaak heeft gehuild. Heel veelzeggend was ook het panel The Queer Side Of Heaviness. Roadburn neemt zijn verantwoordelijkheid en omarmt zulke onderwerpen. Een reden te meer om van dit festival te houden, naast al het andere prachtigs. 

Bier van de dag:

Het was wel wat een teleurstelling toen we merkten dat Jupiler van de biertap was verbannen ten gunste van Bavaria. Maar vooruit, bier hoort erbij en na een paar biertjes zijn we er al weer overheen en blijkt dit bier best te doen. Genuttigd op het hele festivalterrein, bij voorkeur in grote 0,4-literglazen – waren die voorheen niet gewoon een halve liter? 

Gezien: 21 t/m 24 april 2022 op diverse locatie in Tilburg.

Deel dit artikel

Meest gelezen artikelen

Gratis vinyl bij een abonnement op <span class="oor">OOR</span> (vanaf 36 euro)!
abo-actie

Gratis vinyl bij een abonnement op OOR (vanaf 36 euro)!

OOR deelt uit! Neem een halfjaar- of jaarabonnement op OOR en kies je vinyl. Met nieuwe lp's van Pearl, English ...
Dark Matter
rock
Pearl Jam

Dark Matter

Pearl Jam lijkt er weer zin in te hebben. De laatste door de pandemie uitgestelde Gigaton-shows werden vorig jaar nog ...
The Tortured Poets Department
pop
Taylor Swift

The Tortured Poets Department

OOR-collega Thomas Snoeijs noemde Taylor Swift onlangs ‘de grote winnaar van de wereldwijde aandachtseconomie’. Een betere omschrijving van de Amerikaanse ...

Roadburn: herdefiniëren en spiritueel transformeren