Acht dagen na zijn show in 013 Tilburg is Sam Fender terug. De hedendaagse working class hero verkocht de AFAS Live meteen uit. In de gangen klinkt bij binnenkomst opvallend veel Engels. ‘Are there any Dutch people here?’, vraagt Sam Fender, die zijn stem weer heeft gevonden na maandenlange malaise. ‘Are there any Geordie’s out here?’ Hysterie. Voor de Britten blijkt deze show een unieke kans om ‘hun’ Sam weer in een relatief kleine zaal te zien.
Fotografie Bert Treep
Sam Fender speelde het mooiste liedje van Lowlands 2022 en verdween daarna uit beeld. Hij zette een streep door zijn tournee, worstelde met zijn mentale gezondheid. Nu is hij terug met het door The War On Drugs-geproduceerde album People Watching. Als de achtkoppige band opent met Getting Started klinkt een weids en gepolijst geluid, bijna Imagine Dragons-bombastisch. Vervolgens haalt de Hitkrant-estheet keihard uit met het kleine luisterliedje Something Heavy.
De oude en nieuwe liedjes op de setlist hebben een gemene deler: ze zijn geschreven vanuit het perspectief van gewone mensen. Zoals Earl, een personage uit het liedje Crumble Empire. Earl bestaat echt. Hij staat vanavond ook in het publiek, zegt Fender. Niet veel later draagt hij Spit Of You op aan zijn vader. Op het scherm verschijnt een polaroid van vader en zoon. ‘I can talk to anyone, I can’t talk to you’, zingt hij. Het is niet liefdevol en geen afrekening: het zijn gewoon generatieverschillen die de relatie parten spelen.
Als hij net een liedje heeft gespeeld met de helderheid van de eerste bloesem na een barre winter, begint Fender te grommen met Will We Talk? en vooral Howdon Aldi Death Queue. Het B-kantje is bijna Stooges-achtig, mensen drukken oordoppen aan. Soms zit er politiek activisme in zijn liedjes. Wanneer je je realiseert dat het schitterende Wild Long Lie (ook) over Boris Johnson gaat, wint het liedje aan kracht.
De merkwaardige dualiteit van Sam Fender ligt verscholen in titelsong People Watching. In de onaantastbaar grootse melodieën zitten alledaagse, huiselijke observaties. Het is prachtig om een groot publiek zinnen als ‘above the rain-soaked Garden of Remembrance’ en ‘just the beauty of youth would quell my aching heart’ te horen zingen. Dit soort zinnen leverde hem al bewondering op van de literaire superster Ocean Vuong, die hem poëtische kwaliteiten toeschrijft. Al horen critici ook vast veel Springsteen in de songs. Weer een Jungleland-solo op saxofoon, kun je denken, en het is tegelijkertijd ontroerend hoe de E Street-sound aan een nieuwe generatie wordt overgegeven.
Een kopieerapparaat wordt hij genoemd. Gen-Z Springsteen. Een Britse Boss (al draagt hij vanavond een Neil Young Zuma shirt). En hoewel Amerika voorlopig lauwtjes op hem reageert, is de gekte in Engeland, waar Fender wordt onthaald als nieuw lid van het koninkrijk huis, compleet. Het nieuwe album kwam op één binnen in het Verenigd Koninkrijk en is bij de merch niet verkrijgbaar, vast out of print, al verkopen de voetbalshirts met ‘Fender’ prima.
Vlak voor het podium is intussen een koude oorlog begonnen tussen (Noord-)Engeland en Nederland. Dat het ‘happy birthday’ voor de bassist even wordt overstemt met een ‘lang zal die leven’ is atypisch: met elke ‘dum-dum’ worden zowel de spreekkoren van Newcastle United als Brits nationalisme aangewakkerd. Sommige liedjes worden onthaald als een (What’s The Story) Morning Glory? of Bitter Sweet Symphony, en daarmee eigenen de Britten zich het Nederlandse concert toe. Het publiek blijft de whoahoaahooooa-bridge van Seventeen Going Under zingen terwijl de band het podium verlaat, maar ook nog op het station (en zelfs na veertig minuten in de trein) – de Nederlanders lijken er een beetje murw geslagen door.
Qua persoonlijkheid is Fender soms minder de allemansvriend van Springsteen en meer een enigma als Dylan. Misschien heeft iemand Fender aan de mouw getrokken nadat hij in 013 gemeen uithaalde naar de Pitchfork-journalist die hem een 6.5 gaf. Vandaag toont hij zich ontspannen en bescheiden. ‘The last couple of days have been the best of my life.’
In een tijd van scherpe tegenstellingen is Sam Fender een verbinder die omarmd wordt in al zijn nuances, onhebbelijkheden en talenten. De zalen worden groter en Sam Fender groeit mee in zijn rol als headliner. Het had vanavond net zo goed de Ziggo Dome kunnen zijn, of de ArenA, die meer lijkt op de zalen die Fender in Engeland aandoet.
De Britten in de metro naar de ArenA, met Liam Gallagher-buckethats, fotograferen de lichtreclame op de Ziggo Dome. ‘Kensington? Weird name for a band.’
Gezien: 18 maart 2025 in AFAS Live, Amsterdam