Ooit was Dauwpop een feest met een provinciaal karakter, iets voor de locals om te doen op Hemelvaartsdag. Dit jaar bestaat het tweedaagse festival in de Hellendoornse bossen dertig jaar. Directeur Rob Telgenkamp (65) ziet het festival het liefst als een heel grote, gezellige kroeg. De bezoekers noemt hij gasten. We spraken ‘Mister Dauwpop’ over die warme succesformule, het twijfelachtige belang van een line-up en het Nederlandse festivalwezen.
Fotografie Bart Heemskerk
Begin de jaren negentig begon Rob – stiekem een hoge heer, maar iemand die ongetwijfeld het liefst bij de voornaam genoemd wordt – een eigen poppodium in Hellendoorn: De Lantaarn. Hij haalde namen als John Mayall, Joe Jackson en Chigaco’s Bill Champlin naar Overijssel. De zaal heeft tegenwoordig een nieuwe eigenaar maar draagt nog steeds die naam.
Hoe ben je vanuit dat bluespodium de festivalwereld ingerold?
‘Eén of twee keer in de week had ik in De Lantaarn concerten of een bruiloft. Ik kon mijn energie niet echt kwijt in die twee dagen en dacht: weet je wat, joh, ik begin eens met een festival. Ik ga het gewoon proberen. Ik zei tegen mijn barpersoneel: jullie kunnen allemaal vijftig gulden verdienen als je meehelpt – en als het een succes wordt, krijg je meer. Zo zijn we begonnen met Dauwpop.’
‘De naam Dauwpop komt van dauwtrappen: op Hemelvaartsdag ging de jeugd in het oosten ’s ochtends – om vijf, zes uur, krat bier mee, broodjes mee – op de fiets naar een bos, een weiland, weet ik veel waar. Daar ging je dan gewoon zitten zuipen. Wij gingen om acht uur open, om negen uur speelde de eerste band en om negen uur ’s avonds gingen we dicht, dan was iedereen bokkenzat.‘
‘In het begin, vooral met Hemelvaartsdag, was Dauwpop echt voor de regio. Op een gegeven moment werd het een soort reünie en dacht ik: als ik nou steeds in het cirkeltje De Dijk, Krezip en wat lokale jongens blijf hangen, zijn we een soort van dorpsfeest. Dat hebben we al. We hebben het uitgebouwd van een dauwtrapdag naar een meerdaags festival.’
Wat maakt Dauwpop nu zo anders dan de rest?
‘We onderscheiden ons met het programma, het ontdekken en de sfeer. Mensen die voor het eerst hier komen, zeggen me altijd: waarom kende ik dit niet? Het terrein is van ons, de locatie is waanzinnig. We hebben een mountainbike-clinic, een speciaalbiercafé, een kroketterie. Het is overzichtelijk, niet te massaal, vriendelijk, een fantastisch mooi festival. De sfeer van de regio ligt als een deken over Dauwpop.’
Dauwpop lijkt het goed te doen in een tijd dat veel festivals juist worstelen. Volgens cijfers van onderzoeksbureau Respons vielen het afgelopen jaar meer dan honderd festivals in Nederland om. Vaak worden de hoge kosten aangewezen als oorzaak. Hebben jullie geen moeite om de boel draaiende te houden?
‘Allereerst denk ik dat het probleem breder ligt dan de kosten. Mensen hebben ook minder te besteden. Je mag van de regering niet meer naar cultuur of zo, we mogen niets meer overhouden. Dus dan moeten mensen keuzes maken.’
‘Maar, ja, ik vind dat bands véél te veel geld vragen. Dan kun je zeggen: prima, zo’n band verkoopt wel tickets, maar het is niet zo dat als een band de AFAS Live voltrekt, dat ik 4.500 fans van die band op het terrein heb staan. Ik denk dat je met tien procent blij mag zijn. En soms heb je zo’n band staan, voor veel geld geboekt, en dan kondigen ze een paar weken later doodleuk drie shows in de Ziggo Dome aan en worden ze ook nog een keer je concurrent.’
‘Als Dauwpop willen we het meer op sfeer en beleving doen dan op grote namen. Dat is niet meer te betalen, tenminste niet voor ons. Wij zijn geen Lowlands, Down The Rabbit Hole of Paaspop. Ik denk dat Dauwpop een goed alternatief is voor de vroegere Lowlands-bezoeker. Wij zijn wat breder.’
Je omschrijft Dauwpop ook een beetje als ontdekkingsfestival.Â
‘Wij zijn zeker ook op zoek naar de liefhebbers. We roepen altijd dat onze programmering een beetje links van het midden is. Kingfishr is daar een mooi voorbeeld van dit jaar. Hang Youth, Indian Askin, Tramhaus, ook hartstikke leuk. We doen geen Guus Meeuwis, dat vinden we niet des Dauwpops. Dotan wel. Door het hele land afgebrand, maar die zetten we hier toch gewoon neer.’
‘Programmeur Frank Satink is ons muzikale geweten. Hij begeeft zich ontzettend veel in de bandjesscene en heeft de voelsprieten. We hadden Joost Klein al twee keer op ons podium staan voordat ‘ie bekend werd. Volbeat hadden we staan voor 1.000 euro. Dan Auerbach, dé man van The Black Keys, heeft bij ons gespeeld. Zo hebben we vaak wel pareltjes staan die later groot worden. Dat is de effort van Frank.’
Wie wordt dat dit jaar het vroege pareltje?
‘Ik vind Kingfishr mooi, maar die zijn al redelijk aan het opkomen. Ramkot vind ik ook fantastisch.’
En wat is je favoriete boeking in dertig jaar Dauwpop?
‘Eigenlijk zijn dat namen als Volbeat en Dan Auerbach, die dan later groot worden. Maar twee jaar geleden, The Prodigy, helemaal fantastisch. Vond ik gewoon vet. Maar dan komen we ook bij het verhaaltje waar we het net over hadden: je boekt zo’n Prodigy voor een ongelofelijke bak geld en denkt die vrijdag wel even uit te verkopen. Nou, niet dus. Zes maanden later staan ze in de Ziggo en is die zaal bijna uitverkocht. Zo’n band kijkt ook; doen we de Ziggo of een festival? In de Ziggo halen we drie ton op, als we een festival doen, moeten we ook drie ton hebben. Dat is niet in verhouding.’
In hoeverre vind je het Nederlandse festivallandschap al verzadigd?
‘Ik ga wel eens op de motor weg naar het buitenland, Italië, Frankrijk, bochtjes maken met een paar vrienden. Dan kom ik via Duitsland bij Oldenzaal de grens over en daar staat een bordje ‘Nederland’. Altijd als ik daar langs rij, denk ik: daar kun je beter ‘Festivalland’ van maken. Ik heb begrepen dat vorig jaar, of twee jaar geleden, de teller op ongeveer 1.600 festivals stond in dit land. Als je daar de winterperiode afhaalt, heb je in acht maanden iedere maand zo’n 200 festivals. En die willen allemaal Suzan & Freek hebben. Die verkopen tickets, dat snap ik wel, maar het begint allemaal een beetje eenheidsworst te worden.’
Je bent nu 65 jaar. Hoe lang blijf je nog Mister Dauwpop?
‘Ik denk dat ik altijd Mister Dauwpop zal zijn. Maar op kantoor zeg ik altijd; als ik in de weg loop, moet je het zegen. Dat moet je niet willen. Ik bemoei me ook niet met de marketing, want ik ben in principe ouder. Ik bemoei me ook niet met de programmering, behalve dat ze me dan aankijken van: zullen we BLØF doen? Dat is ook wel een keer leuk, zeg ik dan.’
Voor mensen buiten de regio die overwegen naar Dauwpop te komen: hoe zou je die Oost-Nederlandse sfeer op het festival omschrijven?
‘Gemoedelijk. Vriendelijk. Lief. Maar wel ondeugend.’
DAUWPOP vindt plaats van 30 en 31 mei in Hellendoorn met onder meer Stereophonics, Goldband, Bløf, The Vaccines, The Veils, Kensington, Deadletter, Kingfishr, Tramhaus, Marathon en Hang Youth op het programma. Meer info en tickets op dauwpop.nl.