Typhoon Live – zo simpel is de titel van het album waarop de Zwolse rapper Typhoon dan eindelijk vastlegt wat zijn fans al jaren weten: dat hij geboren is voor het podium. Dat vindt hij zelf ook, trouwens. Hoog tijd dus voor een speciale liveversie van ons Sleutelpaten-format: wat zijn volgens Typhoon de beste livealbums aller tijden? En wanneer is een liveplaat eigenlijk goed?
Het is een tamelijk bizarre dag in de studio langs de Utrechtse snelweg waar Typhoon OOR heeft gevraagd naartoe te komen. Hier wordt in het diepste geheim gerepeteerd voor de stadionshow in Arnhem van The Streamers, een soort Vrienden Van Amstel-achtig evenement waar zo’n beetje alle bekende Nederlandse artiesten aan meedoen. Dat is te zien aan het groteske wagenpark voor de deur: Porsches, Audi’s, Mercedessen – en dan de duurste modellen, met de grootste velgen, sommige gewoon geparkeerd op het gras.
Het is ook te zien in de kantine. In anderhalf, twee uur tijd schuifelen de artiesten allemaal aan ons voorbij, van Nielson tot Acda en De Munnik, van Nick en Simon (weliswaar los van elkaar) tot Miss Montreal. Op weg naar de wc treffen we stadionvuller Guus Meeuwis, die op zijn telefoon staart en om een Instagram-filmpje gniffelt. En dan maken we ook nog eens de vergissing om aan Rolf Sanchez – die van zomerhit Pa Olvidarte – te vragen waar Typhoon is. Sanchez reageert verschrikt. Het zal toch niet zo zijn dat hij door een fan wordt aangesproken, deze locatie is toch geheim? Je ziet ‘t hem denken. Maar hij herpakt zich. ‘Eh, zal ik vragen of hij je even belt?’
EN DAAR HOORT Typhoon dus bij, dit hele Nederpopcircus, omarmd als hij is door ook deze laag van de Nederlandse popcultuur. Sanchez schiet weg, maar blijkt toch woord te hebben gehouden: net als het productieteam afspreekt dat zangeres/TikTokker Roxy Dekker de tribune op gaat om popcorn aan fans uit te delen, komt Typhoon vertellen dat hij iets te laat is. ‘Sorry, het loopt uit, ik kan er niets aan doen, hier kan je hopelijk even lekker zitten.’ En weg is hij weer. Niet omdat hij geen zin heeft. ‘Want’, zegt hij als we uiteindelijk toch buiten in de zon zijn gaan zitten, ‘wat is het heerlijk om zo over muziek te praten’.
Hij heeft zijn tanden er dan ook in gezet: uit de notities op zijn telefoon tovert hij een lijstje tevoorschijn van de albums die hem hebben ‘gemaakt’. De livealbums, welteverstaan. En om daarmee te beginnen: wat heeft het lang geduurd voordat Typhoon zelf met zo’n plaat kwam. ‘Het is eigenlijk een cadeautje voor mezelf en voor ónszelf. Ik ben ook echt fan van mijn eigen muzikanten. Soms krijg je in interviews van die dilemma’s voorgelegd: nooit meer in de studio zitten of nooit meer op het podium staan? Het antwoord daarop is voor mij heel logisch. Ik zou kiezen voor nooit meer in de studio zitten. Want live… Ik denk écht dat ik daarvoor in de wieg gelegd ben. Het voelt al zo vanaf de eerste keer dat ik op het podium stond, ik was 14. Ik ging met een Railrunner-ticket naar Hardenberg, omdat ik klein van stuk was, dus het kon. Mijn broer zei nog: wel extra schattig kijken als we gecontroleerd worden. Dat was de eerste keer op het podium. Ik was altijd verlegen, maar daar niet.’
OP ZIJN negentiende won hij de Grote Prijs, in 2003 en 2004 reisde hij Nederland door met de Zwolse clan van Opgezwolle. ‘Dat was do or die voor mij, want dat niveau was zó belachelijk hoog. Het Zwolle-tijdperk, dat was pompen of verzuipen. Ik wilde er per se onderdeel van zijn. Nee, daar is dus geen liveplaat van verschenen. Dat is best raar. Er zijn live-dvd’s, dat wel, van Buitenwesten, die dat niveau aanraken. Zeker qua vibe. Maar ik realiseerde me: ik heb in al die tijd nog nooit zelf een livealbum uitgebracht. Wat gek is, want we hebben wel pogingen gedaan en ik heb zoveel opnames. Maar ik ben kritisch, de mensen om me heen weten hóe kritisch. Het is niet altijd prettig om met me samen te werken, want ik blijf doorgaan en wil alles perfect hebben. Ik denk dat het moment goed moest zijn.’ En dan begint Typhoon ineens te glimmen. ‘En het moment is nú goed.’
Typhoon Live is grotendeels samengesteld uit twee euforische shows in het kader van twintig jaar Typhoon, in Paradiso en Carré. ‘Fucking dure’ shows waren dat, met strijkers en al. Paradiso, dat voelde als home ground. ‘De grondvesten trilden letterlijk. Tijdens Zandloper. Dat was zó mooi.’ Carré, dat was de zaal waar hij meer zijn verhaal kon vertellen. ‘De beste shows zijn een samensmelting van optimale kwaliteit. Elke muzikant moest daar zijn, dat hoor je. Ze waren essentieel. De hoofdartiest was essentieel. Iedereen speelde op de toppen van zijn of haar kunnen. Vanuit die excellentie kun je loslaten en laten gebeuren wat moet gebeuren. Soms zijn er momenten waarvan je op het podium denkt: dat is dope. Maar zou ik het over een half jaar nog dope vinden? Ik vind dat alles fucking kwaliteit moet hebben.’
Op de beste liveplaten hoor je de oneffenheden ook, daar is hij het mee eens. ‘Ik verspreek me tijdens een rap, maar dat heb ik er allemaal in laten zitten. Het is echt een pure plaat. Dat had ik tien jaar geleden niet gedaan. Omdat ik toen niet per se het vertrouwen had om dat te beslissen. Dit was gewoon de eerste keer dat ik van het podium afliep en dacht: ik zou hélemaal niets anders doen. Dít is het.’
JAY-Z
UNPLUGGED
2001
‘Die plaat is voor mij echt meesterlijk, om het zo maar even te zeggen. Wat Jay-Z live deed, met The Roots, dat heeft écht heel veel gedaan met hoe ik naar muziek kijk. The Roots met Questlove, Jay-Z als beste rapper van dat moment – om dat samen te brengen, juist met de tracks van The Blueprint, waar mijn favoriet Kanye West heel erg bepalend voor is geweest… Geweldig. Al die soulsamples komen helemaal tot leven. Mijn eerste plaat kocht ik in het stadje waar ik naast woonde, Elburg. Dat was meteen een hiphopplaat. Ik kon hem daar ergens achteraan in de rockbakken zetten, dan vond niemand ‘m vóór ik ‘m kon kopen. En dat bleek zo, driekwart jaar later. Het was een soort Free Record Shop.
Heart Of The City (Ain’t No Love) staat hierop, met die sample van Bobby ‘Blue’ Bland. Die livevertolking met Jaguar Wright als achtergrondzangeres, nu een van de klokkenluiders in het proces tegen P. Diddy, is amazing. Die heeft me echt geïnspireerd. Unplugged is een van mijn vijf favoriete platen. Ik vond Kanye West wel een betere liveartiest, maar dat is puur persoonlijk. Ik hou van een bepaalde vorm van ontwapening, van authenticiteit, van eerlijkheid op het podium. Ik heb Jay-Z twee keer gezien, ook met Beyoncé in de Arena. Zij wordt gezien als de beste performer ter wereld, maar ik voelde helemaal niks. Ik ga zelf tijdens een optreden een paar keer dood en sta weer op. Ik ga echt terug naar de essentie van de song. Ik voel de pijn van de song in mij. Maar ik voel ook de joy: dat alles is gezegend. Maar ja, niet iedere artiest staat er zo in.’
LAURYN HILL
LIVE IN TOKYO, JAPAN ‘99
2020
‘Ik denk dat geen enkele hiphopartiest mij zó heeft beïnvloed als Lauryn Hill. De eerste keer dat ik haar zag, was in een film: Sister Act 2. Daarin zong ze His Eye Is On The Sparrow. In die tijd kwam ze natuurlijk net op met de Fugees. Dat was dope. Maar haar soloalbum, The Miseducation Of Lauryn Hill, is echt een brug verder. Die plaat was hiphop, soul – die was zó eigen. En als je hoort hoe geniaal Doo Wop (That Thing) in elkaar zit… Die baslijn! Op het podium willen muzikanten vaak méér noten spelen, want je wil als artiest natuurlijk je identiteit in de muziek gooien. Maar weet je hoe moeilijk het is om zo’n strakke beat te spelen? En die baslijn en die koortjes? To Zion gaat over haar zoontje.
Op het hoogtepunt van haar carrière werd ze zwanger. De platenindustrie zei: pleeg maar abortus, want je moet je nu concentreren. Dat herken ik, zulke dingen zijn na de Grote Prijs ook tegen mij gezegd: jij moet nú een album droppen, anders is het voorbij voor je! En voor Lauryn ging het dan nog eens veel verder. Ze heeft het allemaal zó op haar eigen manier gedaan. En dat hoor je op haar album. Ze spreekt zielentaal. Jaren later zat ik een keer met Eric Sermon van EPMD in een Nederlandse studio, ik liet hem Lobi Da Basi horen. Nederlandstalig, hij had geen idee van de teksten. En hij zei: de eerste keer dat ik zulke hiphop hoorde, was op The Miseducation. Dat was zo mooi. Ik heb haar nog zien optreden, de afgelopen jaren, maar het lijkt alsof ze er niet helemaal is. I don’t know, misschien gaat het niet helemaal goed met haar. Maar nu vul ik dingen in.’
OTIS REDDING
LIVE IN NORWAY 1967
2017
‘Dit was de eerste keer dat de Stax Volt Revue naar Europa kwam. Er trad een boeketje aan artiesten op, ook Sam & Dave bijvoorbeeld. De show in Oslo kan ik dromen. Op het moment dat Otis Redding op komt lopen, begint de gekte pas echt. En dan zingt hij ook nog eens het allermooiste liedje ooit, in ieder geval staat het in mijn eigen top 3: Try A Little Tenderness. Dat is voor mij hét ultieme: wat hij zingt, hoe hij het zingt. Dat nummer is zo authentiek. Vanochtend, toen ik dit interview een beetje voorbereidde, luisterde ik ‘t weer en ik merkte dat ik opnieuw emotioneel werd. Dat heb ik dus elke keer als ik het hoor. Ik heb één idee voor mijn optredens regelrecht van Otis Redding gestolen. Zijn blazerssectie stond vooraan op het podium. Terwijl het in die tijd gebruikelijk was dat de blazers achteraan stonden, op een verhoging. Maar Otis haalde ze naar voren. Dus hij had live interactie met die blazers naast hem. Ik heb mijn blazers ook naar voren gehaald.
Je ziet en hoort die interactie in Try A Little Tenderness. Je ziet al die mensen in Oslo, die waarschijnlijk voor het eerst soulmuziek live horen. Ze raken bijna in trance. Otis speelt die track, komt terug, loopt te stampen op de grond. Je voelt het zelfs als je het hoort en ziet, er is geen ontkomen aan. Hij gaat weg, de band speelt door, hij komt terug, ze spelen het iets sneller, hij doet het nog een keer. Dit herhaalt hij drie à vier keer. Hij verdwijnt achter de coulissen en komt dan weer op. En elke keer als hij terugkomt, speelt de band het ietsje sneller. Zo wordt het bijna trance-achtig. Het is een geweldige truc, die ik ook heb toegepast, tijdens mijn doorbraakoptreden op Lowlands in 2014. We hebben twintig minuten Zandloper gespeeld. Met dank aan Otis. Die muzikaliteit, die echtheid, het erbij betrekken van het publiek – toen ik Otis eenmaal had gezien, wist ik hoe ik op het podium wilde staan. Ik wist ook dat ik niets meer met een dj-set wilde doen. Ik wilde het live, écht live, alleen zo kon ik doen wat ik bij Otis Redding zag.’
ARETHA FRANKLIN
AMAZING GRACE
1972
‘Draai deze muziek nou niet op je telefoon hè, maar over de speakers. Dat doe ik zelf ook. Dan zit ik thuis in de woonkamer en zet een plaat op. Dat is dan echt quality time. Maar ik heb nog nooit zo’n spirituele ervaring gehad als bij Amazing Grace van Aretha Franklin. Je merkt gewoon dat ze zelf ook in vervoering raakt. Hoe zij zingt, lijkt bijna onmenselijk. Zo zuiver, zo… Ik ken geen enkele zangeres die dat niveau ooit heeft aangetikt. Ik denk dat er weinig puurdere artiesten zijn dan Aretha. Dat je hits scoort, hoeft nog niet te betekenen dat je je ziel aan de duivel hebt verkocht. Zij snapte als geen ander: met een hit bereik je een heleboel mensen. En wat zij te geven heeft is bedoeld voor een heleboel mensen.
Daar inspireert ze mij ook mee. We waren bezig met het maken van Lichthuis toen in 2017 de film van dat optreden uitkwam. Ik heb een kaartje gekocht en zei tegen de jongens: we gaan deze fucking studio uit, kom mee. En daar zaten we even later, te huilen. Wat een ervaring was dat. Vooral vanaf het moment dat ik opnieuw gedoopt ben is Aretha een van de artiesten die op een prachtige manier zowel het goddelijke als het aardse vertegenwoordigen. Dus zij staat stevig bovenaan mijn lijstje, met Spirit In The Dark. Dat is een lied dat op een gegeven moment echt ontaardt in uptempo gospel. Ik heb burn-outs gehad, ik ben depressief geweest. Zonder dat stukje licht, zonder mijn stukje God, zou ik hier niet meer zitten.’
J. COLE
FOREST HILLS DRIVE LIVE
2016
J. Cole vind ik een hele dope mc. Hij vertelt eerlijke verhalen. Het is geen alpha male bullshit, zeg maar. Ik ben zelf niet bezig met ego, ik hoef niet de beste te zijn of te worden. Ik ben gelukkig met mezelf en ik weet wat ik kan. En ik wil dat graag delen. Vandaag kreeg ik hier ook letterlijk te horen dat mijn energie groot is, en op een liefdevolle manier bepalend kan zijn… Maar Forest Hills Drive Live is dus een van zijn klassiekers. Je hoort de invloeden van Nas en Jay-Z in zijn werk. J. Cole stond ook onder contract bij Roc Nation, het label van Jay-Z. Ik heb hem echt hoog zitten. Maar als we het hebben over sleutelplaten: Nirvana Unplugged heeft ook veel voor me gedaan. En Royal Albert Hall van Arctic Monkeys. Ik ben zo’n fucking grote fan. Maar ja, als je het hebt over de platen die bepalend voor je geweest zijn, dan moet je kiezen hè.’ [lacht]
TYPHOON LIVE verschijnt op 8 november.