Danny Brown (43) is zijn wilde haren verloren. Sinds zijn doorbraakalbum XXX laat de eigenzinnige rapper uit Detroit zich horen met zelfspot en zwarte humor. De hiphophofnar, experimenterend met drugs en spelend met woorden. Te herkennen aan zijn goofy voorkomen, hoge stemgeluid en aanstekelijke schaterlach. Zijn laatste album Quaranta stemt echter een stuk somberder. Op die plaat blikt hij terug op roerige jaren, waarin zijn drank- en drugsgebruik, waar hij altijd openlijk over rapte, de overhand nam. Tot het punt dat er weinig meer te lachen viel.
Foto Peter Beste
Danny Brown – echte naam Daniel Dewan Sewell – verwisselt drie jaar geleden de rauwheid van zijn thuisstad Detroit voor rust en regelmaat in Austin, Texas. Na een afkicktraject is hij nu ruim een jaar van de drank en drugs af. ‘Ik hou van Austin, het is hier heerlijk’, zegt Brown telefonisch vanuit zijn nieuwe woning.
‘Ik doe niet veel. Ik hang met mijn chihuahua’s, maak muziek, neem podcasts op. Austin helpt me om een gezondere levensstijl te leiden. Het is veel minder stressvol dan Detroit, waar een hoop externe factoren een rol spelen.’ Ironisch genoeg is Austin de stad waar hij dertien jaar geleden, nadat hij voor het eerst getekend werd door een platenlabel, zijn gehele albumvoorschot binnen een week verbraste op het SXSW-festival. Een voorbode voor de wilde, roekeloze jaren die zouden volgen.
TERUG NAAR dat begin, voor zover het een begin te noemen is. Brown is namelijk al 30 jaar oud als zijn labeldebuut XXX in 2011 uitkomt op Fool’s Gold. Hiphop is overwegend een young man’s game, dus een 30-jarige nieuwkomer is naar hiphopbegrippen een dinosaurus. De tijd begint voor zijn gevoel te dringen. Dat hoor je terug in Browns gretigheid op XXX. Jarenlange frustraties en bewijsdrang komen op het album tot uiting.
De wanhoop om het uitblijven van succes zet hij om in kneiterharde nummers, zodat niemand meer om hem heen kan. Referenties naar zijn drugs- en alcoholgebruik lopen als een rode draad door XXX. Hij rapt er spitsvondig over (‘Tripping off the shit that had Brian Wilson flipping’), bij vlagen hilarisch en op sommige momenten – zoals in het emotionele en explosieve slotnummer 30 – is hij bloedserieus en voel je zijn pijn. Het gaat immers niet om het verheerlijken van drugs, maar over iemand die worstelt met problemen. Met drank en drugs ontsnapt hij aan de sluimerende lows van het leven, waarmee hij zelf maar voor de highs zorgt.
De serie Curb Your Enthusiasm van Seinfeld-genie Larry David is een grote inspiratiebron voor XXX: ogenschijnlijk willekeurige teksten, maar als geheel valt alles op zijn plaats. Goedgevonden oneliners als ‘Sent your bitch a dick pic and now she need glasses’ zouden niet misstaan in een stand-up comedyshow – een andere liefde van Brown, waar hij een decennium later mee zal debuteren. Je zou XXX een satirisch experiment kunnen noemen: als platte grappen in stand-up comedy wel geaccepteerd worden, waarom in hiphop dan niet?
ZIJN STRUBBELINGEN met drugs achtervolgen hem al lang. Als Brown als 14-jarige het album It Was Written van Nas hoort, stopt hij met zijn bijbaan in een buffetrestaurant om zich volledig te wijden aan hiphop. Het straatleven waar Nas over rapt in nummers als Street Dreams wordt voor Brown de realiteit. Onoverkomelijk door het genadeloze leven in Detroit, de uitgebluste Motor City die door de jaren heen veranderde in een spookstad en al zijn paardenkrachten verloor.
Zijn ouders – dan net gescheiden – kopen nog videospelletjes, in de hoop hem van de straat te houden. Maar tevergeefs: hij komt op een pad van drank en drugs, en het verkopen van dat laatste. Op 19-jarige leeftijd belandt hij voor acht maanden in de gevangenis. Eenmaal achter de tralies stuurt zijn oudere broer hem per post MF DOOM-teksten op.
Brown: ‘In mijn cel bestudeerde ik die nauwkeurig. Het leerde me dat je kan luisteren naar muziek, maar als je rapteksten daadwerkelijk leest, krijg je er een hele andere kijk op. Dat was het moment dat ik echt mijn eigen schrijfstijl begon te ontwikkelen.’
Die liefde voor taal zat er volgens Brown altijd al in. Als peuter leest zijn moeder hem voor uit kinderboeken van Dr. Seuss. Als hij begint te praten, doet hij dat in rijmende woorden. Zijn excentrieke manier van rappen is volgens Brown ook ver terug te leiden. ‘Bij muziekles op school speelde ik trompet. Ik kreeg altijd de solo’s toegewezen. Die ripte ik; ik speelde wat ik voelde. Het liet me inzien dat je in muziek ook off-beat kon spelen. Het trompet spelen leerde me rappen. Nu ik erop terugkijk, vormde het in zekere zin hoe ik later tot eigenzinnige flows zou komen. Ik rap als een trompetsolo.’
Vanaf XXX blijft Brown zich daarmee onderscheiden: hij rapt vaak over producties waar menig rapper zijn vingers niet aan zou branden. Neem bijvoorbeeld het door Flying Lotus geproduceerde Negro Spiritual, waarop hij moeiteloos teksten afvuurt over een beat in een 5/8-maat met een nerveuze jazzgitaarsample.
DE OPVOLGER van XXX, het in 2013 uitgekomen Old, wordt Browns grootste commerciële succes. Mede door de festivalkrakers op de tweede helft van het album en de gastbijdragen van onder meer Charli XCX, A$AP Rocky, Freddie Gibbs en Purity Ring. De eerste tien nummers op Old zijn een stuk zwaarder en introspectiever: het begeerde succes is behaald, wat nu? Zijn existentiële twijfels deelt hij over duistere soundscapes vol elektronica en vervreemdende samples – Radioheads Kid A inspireerde hem om dat experiment op te zoeken.
Old markeert tegelijkertijd de periode dat het gevecht met zichzelf zijn tol begint te eisen. ‘Jullie willen alleen maar dat ik goofy ben’, zegt hij vier maanden na de release in een lange reeks gefrustreerde berichten op Twitter. ‘Jullie denken dat ik drugs gebruik omdat het leuk is, terwijl depressie een serieuze zaak is. Ik kan niet slapen, mijn onrust is nog nooit zo groot geweest. Maar het boeit niemand iets. Alle rappers waar ik naar opkijk, vinden me een weirdo.’
Twee jaar later, op het gitzwarte album Atrocity Exhibition, geeft hij voor het eerst openlijk toe dat hij ‘misschien’ hulp nodig heeft. ‘Might need rehab but to me that shit pussy.’ Het beklemmende album maakt duidelijk dat hij diep in de put zit. Het luistert als een paranoïde koortsdroom. Een bad trip, zwalkend door de straten van spookstad Detroit, waar vanuit elk verlaten pand op een verwoekerde kavel iemand je in de gaten lijkt te houden.
De samples die de plaat tot een psychedelisch meesterwerk maken (van Joy Division tot de Duitse krautrockbands Embryo en Guru Guru), leveren Brown bij zijn label een schuld van 70.000 dollar op, geeft hij later in interviews toe. De albumtitel is tevens een verwijzing naar het gelijknamige nummer van Joy Division, in het bijzonder naar hoe Ian Curtis daarin bezingt hoe het publiek zijn epilepsie op het podium aanschouwt als entertainment – voor Brown een parallel met hoe hij ervaart dat luisteraars genieten van zijn drugsproblematiek.
‘MIJN OUDE albums zijn eigenlijk trauma dumping en het doorgeven van mijn pijn’, vertelt Brown terugblikkend op XXX, Old en Atrocity Exhibition. ‘In die tijd dacht ik ook dat ik drugs nodig had om te rappen en teksten te schrijven. Ik bedoel, het was zo’n belangrijk onderdeel van mijn leven. Wat moest ik zonder? Ik was bang dat ik een deel van mijn skills zou verliezen als ik zou afkicken. Nu ik helemaal clean ben, weet ik dat die angst ongegrond was.’
In de periode na Atrocity Exhibition begint hij zijn leven beetje bij beetje te beteren. Hij verandert zijn wilde haardos in een kortgeschoren kapsel en laat zijn gebit herstellen – zijn voortanden verloor hij als kind toen een auto hem aanreed op een parkeerplaats van de KFC. Met zijn eigen talkshow Danny’s House op Viceland en een nieuw album in de maak lijkt Brown een nieuwe levensfase in te gaan. ‘Ik ben door hiphop nooit echt opgegroeid’, vertelt hij.
‘Ik heb nooit normale volwassen struggles gekend, zoals een vaste baan. Alles wat ik deed was rappen, videogames spelen en kleren kopen. Dat is wat ik als tiener deed – en dat is eigenlijk wat ik nog steeds doe. Wat dat betreft is er niets veranderd. Hiphop heeft me jong gehouden.’
EXTRA MOTIVATIE komt uit onverwachte hoek: hiphophalfgod Q-Tip van A Tribe Called Quest produceert zijn nieuwe album uknowhatimsayin¿, dat eind 2019 uitkomt. ‘Grappig eigenlijk, want in mijn jaren als twintiger was Ali Shaheed Muhammad [ook van A Tribe Called Quest] als een mentor voor me.
Hij kocht mijn eerste Macbook, zodat ik nummers kon schrijven. En tien jaar later werkte ik met Q-Tip! Hij leerde me dat je alle tijd in de wereld hebt om aan muziek te werken. Dat het beter is om er al je liefde in te stoppen, met zorg voor details. Op eerdere albums selecteerde ik bijvoorbeeld weleens nummers puur omdat ze vermakelijk zijn. Q-Tip stuurde me aan om me meer op een doel, een boodschap, te richten.’
Het resultaat is de tegenpool van Atrocity Exhibition: een verfrissend en speels album, dat Brown ziet als zijn versie van een stand-up comedyplaat. Toch is nog niet alles koek en ei. ‘Zij waren straight islamitisch, ik was constant dronken. Dat was ook nog het geval toen ik samenwerkte met Q-Tip. Het kwam tot een punt dat hij zei: je kan hier [in de studio] niet meer drinken. Je kan niet bij mijn huis aankomen, all fucked up and shit.’
De stapjes naar verbetering komen abrupt tot stilstand als de wereld in de coronacrisis terechtkomt. Net als iedereen belandt Brown in totale isolatie. De wanhoop brengt hem terug bij af. ‘Ik was net verhuisd, ik was eenzaam. Ik had geen sprankje hoop meer.’ Het is de periode waarin hij werkt aan zijn nieuwste album, het sombere en kwetsbare Quaranta.
‘Ik nam de nummers op in totale hopeloosheid, als een soort therapiesessies met mezelf. Ik was een depressieve drugsverslaafde, het was de meest duistere tijd van mijn leven. Ik was stomdronken en gebruikte iedere dag cocaïne. Het ging zelfs zo ver dat ik niet meer naar muziek met tekst kon luisteren. In plaats daarvan begon ik naar jazz te luisteren. Ik had een Google Assistent-speaker die ik vroeg om jazz te draaien. Nu kan ik dat niet meer horen, het brengt me terug naar die periode van mijn leven.’
HET DUURT nog tot november 2023 voordat Quaranta uitkomt. Begin dat jaar haalt Brown in een dronken podcast-tirade zijn manager – en goede vriend – Dart Parker en label Warp Records door het slijk, omdat de albumrelease zo lang op zich laat wachten. Het is de laatste druppel, letterlijk en figuurlijk: Brown besluit definitief om naar een afkickkliniek te gaan om af te rekenen met zijn alcoholisme en drugsverslaving.
Hij kondigt het aan tijdens een optreden met rapper en producer JPEGMafia op het SXSW-festival in 2023, waarbij ze hun gezamenlijke album Scaring The Hoes presenteren. Net als twaalf jaar eerder markeert SXSW een nieuw begin voor Brown, ditmaal met positieve, rustige jaren in het vooruitzicht.
‘This rap shit done saved my life / And fucked it up at the same time’, luidt Browns eerste zin in het titelnummer van Quaranta (Italiaans voor ‘veertig’). Met het album sluit hij het hoofdstuk af dat hij begon met XXX (‘dertig’ in Romeinse cijfers). Er is geen ontkomen meer aan: het is tijd om op te groeien.
Brown: ‘Het klinkt misschien bizar om het over volwassen worden te hebben als 43-jarige, maar ik heb voor mijn gevoel nooit de kans gehad om op te groeien. Nu is het eindelijk tijd om stil te staan bij de keuzes die ik maak en hoe ze mijn leven beïnvloeden.’ Met een gesetteld leven in Austin, een nieuwe tournee en de wekelijkse (video)podcast The Danny Brown Show ligt er een hoop positiefs in het verschiet. De jaren van wanhoop zijn voorbij, het leven is goed.
Veertig blijkt inderdaad het nieuwe dertig.
QUARANTA is eind 2023 verschenen.