interview

Georgie Greep: ‘Het is belangrijk om slechte smaak te omarmen’

Ergens vorig jaar struikelde het onnavolgbare black midi over hun eigen aantal ideeën per seconde. De Londense experimentalisten klonken altijd al alsof ze muzikaal op ramkoers lagen, en opeens was het klaar. Mede omdat zanger en gitarist Geordie Greep (25) met zijn hoofd inmiddels bij een volgend project zat: tijdens de laatste black midi-tour dook hij op een vrije dag met Braziliaanse muzikanten – die hij nooit eerder had ontmoet – een studio in São Paolo in. Er werden vier nummers opgenomen, die de basis vormen van zijn solodebuut The New Sound. Daarop stoeit Greep volop met latin, cocktailjazz en zelfs opera, terwijl hij de crooner in zichzelf loslaat. Het spel is nog steeds van conservatoriumniveau, maar de swingende muziek klinkt zowaar best toegankelijk.

‘OASIS?’ GEORDIE GREEP kijkt me even onderzoekend aan. Kent deze journalist zijn muziek wel? Is ie toevallig op de verkeerde persdag beland? De vraag was of hij tickets voor Oasis had weten te bemachtigen. Dat was uiteraard grappig bedoeld. En nee, hij was niet geïnteresseerd. ‘Ze staan natuurlijk voor rags to riches, de van-krantenjongen-tot-miljonair-fantasie. Dat is een coole droom. Hun muziek zegt me niet zoveel. De songs beginnen en blijven eeuwig op dezelfde manier doorgaan. En ze roepen er wat in.’

Geordie Greep is een muzikale intellectueel voor wie het werk van Frank Zappa en Miles Davis slechts startpunten waren voor zijn eigen carrière. Black midi gooide het in de blender met noiserock, postpunk, hele ingewikkelde jazz en nog veel meer. Na drie albums vond Greep het mooi geweest en begon hij aan een nieuw hoofdstuk voor zichzelf. Voor de duidelijkheid heet zijn album gewoon The New Sound. Greep oogt studentikoos, is zelfbewust en houdt van een goed gesprek. Exit Oasis dus.

BLACK MIDI leek een volstrekt compromisloze band te zijn, maar had blijkbaar zijn beperkingen voor jou.

‘Als het zijn van een experimentele band min of meer je identiteit is, dan wordt dat een beperking op zichzelf. Je voelt de drang om in elk nummer freaky dingen te doen, ook als het daar niet per se beter van wordt. Dat wordt je beperking en dat wordt op den duur ook vervelend. Het druist ook in tegen de principes van vrije muziek maken als je de verplichting voelt om altijd maar gekke dingen te doen. Dus ik wilde iets maken waarbij ik meer echte vrijheid voelde. Bijvoorbeeld door precies de muziek te maken waar ik zin in had, in welke stijl dan ook. En met een consistente groove, dat is misschien wel het grootste verschil met black midi. Er gebeuren nog steeds rare dingen en de muziek zit vol met stilistische grappen, maar door de groove is het makkelijker om naar te luisteren.’

Was een toegankelijke plaat maken een doel op zich?

‘Het was een doel om minder bewust ontoegankelijke muziek te maken. Ik dacht niet: laat ik eens wat geld gaan verdienen. Het is natuurlijk nog steeds geen commerciële muziek. Maar ik doe niet meer aan het expres om zeep helpen van potentieel mooie muziek. Als je jong bent, zal je altijd in een bepaalde mate gefocust zijn op eigenzinnigheid. In black midi wilden we zo onconventioneel mogelijk klinken. Mess it up, zeiden we altijd, dat zagen we bijna als een verplichting. Nu zeg ik: ik hou oprecht van deze muziek waar ik een pastiche van ga doen, en ik ga het gewoon doen zoals het hoort. Bij black midi hadden we ook vaak zo’n basisidee. Eén song moest een wals worden, een andere had dance als uitgangspunt. Maar omdat we ons committeerden aan de sound van de band, hoorde je daar uiteindelijk bijna niks van terug. Ik vond de groove van Holy, Holy op mijn nieuwe album heel prettig, waarom zou je die onderbreken met rare breaks en gefreak? Dus dat doe ik nu bewust niet.’

TWEE DINGEN vallen gelijk op: de invloed van salsa en andere Zuid-Amerikaanse muziek, en je croonerzang.

‘Ik hou gewoon van een goeie performance van vocalisten. Klassieke croonermuziek is daar het archetypische voorbeeld van. Die platen doen heel erg hun best om een optreden na te bootsen, ze voelen als een show waarbij jij in de zaal zit. Latinmuziek heeft dat ook, daarin vind je de meest indrukwekkende vocalisten. Ik kwam al vroeg in aanraking met die muziek, omdat mijn moeder in een salsabar werkte. Als kind vond ik het irritante muziek. Die trompetten klonken als muggen en ik begreep niks van de Spaanse zang. Een jaar of zes geleden zette ik het weer eens op en ik was compleet omgeslagen. Het voelde op een rare manier nostalgisch; ik kende het van vroeger, maar had er nooit écht naar geluisterd. En het zit zó goed in elkaar. Salsa is ontzettend complexe muziek, die zo toegankelijk klinkt dat de halve wereld er naar luistert. Ze spelen constant jazzharmonieën en je hebt vaak wel tien percussionisten die elk iets anders doen, maar het grijpt allemaal in elkaar. Het is waarschijnlijk de meest complexe muziek die makkelijk is om naar te luisteren.’   

Hoe vertaalde je dat naar je eigen muziek?

‘Naast salsa luisterde ik ook naar veel Braziliaanse muziek, waar ik een soort bastaardversie van begon te maken. Ik was er nogal onzeker over. Doe ik het goed? Valt het misschien wel onder cultural appropriation? Maar op een gegeven moment moet je erop vertrouwen dat het door je eigen stijl toch iets eigens wordt. In Brazilië werkte ik met muzikanten die veel salsa hebben gespeeld en die zeiden dat ze de songs te gek vonden. Ik liet ze vrij om hun eigen interpretatie eraan te geven, maar ze speelden het precies zoals op mijn demo’s. Dat voelde alsof ik het goed had gedaan en hun zegen had gekregen.’

WAAROM GING JE naar Brazilië voor opnames?

‘Allereerst wilde ik in Londen met sessiemuzikanten opnemen, wat ik later ook gedaan heb. Maar rond die tijd stond er ook een black midi-tour in Zuid-Amerika op stapel. Toen belde ik onze promotor daar, de enige Braziliaan die ik ken. Hij regelde al die muzikanten en boekte een studio voor me. Achteraf is het een fantastisch idee: waarom probeer ik deze rare, door latin beïnvloede songs niet in Brazilië op te nemen? Maar het was meer toeval en ik zag het ook als een gok. Wordt het niks, dan wordt het niks. De eerste song, Holy, Holy, klonk gelijk al fantastisch. Een half uur nadat we die voor het eerst samen speelden, namen we de eerste take op. Uiteindelijk kon ik vier songs mee naar huis nemen. Terug in Londen zette ik dezelfde werkwijze voort, met andere sessiemuzikanten.’

Ik weet weinig van latin. Beledig ik je als ik zeg dat sommige stukken me aan cocktailjazz doen denken?

‘Nee, dat is wel oké. Ik denk eigenlijk dat het belangrijk is om slechte smaak te omarmen. Ik ben gek op highbrow-muziek die altijd goeie recensies krijgt. Die muziek is wel geobsedeerd door tastefulness en door ongeschreven regels over wat wel en niet zou mogen, maar op bijna alle klassieke albums staan dingen waarvan je denkt: wow, die durfden! Omdat het iets heel anders is, dat niet per se binnen het kader van de goede smaak valt. Soms zelfs heel cheesy. Ik wilde op deze plaat niet terugschrikken voor ideeën die wellicht uncool zijn. Aan het begin van Holy, Holy staat een vrij suffe jazzrockgitaarsolo. Toen die er eenmaal inzat, kwam ik er niet meer vanaf en het introduceert de song eigenlijk perfect. Ik gebruik best veel clichés uit Zuid-Amerikaanse muziekstijlen, die jij wellicht cocktailjazz noemt. De combinatie van goede en slechte smaak levert misschien wel de meest interessante muziek op.’

IK LAS DAT je met verschillende begeleidingsbands wilt gaan toeren. Best ongebruikelijk in de rockwereld.

‘Klopt, ik heb al een Amerikaanse band, waarmee we vier shows deden. Die voor het Verenigd Koninkrijk en Europa is ook compleet, en ik zoek nog een band in Azië. In de jazzwereld is dat heel normaal. Dat is het hele punt van jazz: je speelt met verschillende muzikanten, zodat een optreden elke keer weer anders is en de muziek zich ontwikkelt. Met een vaste band loop je het risico dat je op de automatische piloot gaat spelen, je focus minder wordt en uiteindelijk nog slechter gaat spelen dan tijdens de eerste show. En waarom zou je voor vijftig pond naar een concert gaan dat elke avond precies hetzelfde is? Dat is in mijn ogen volstrekt zinloos.’

In de teksten lijk je in de huid te kruipen van wanhopige figuren die in een fantasiewereld leven en aan het doordraaien zijn.

‘Ja, ze hebben allemaal een shady vibe. Ik hou wel van albums met een soort thema, zodat alles enigszins verbonden lijkt. Deze teksten van twijfelachtige figuren leken een goed vehikel voor het soort performance dat ik wilde doen: lange monologen waarin je onderweg steeds meer te weten komt over het personage, of die halverwege iets onthullen waardoor alles in een ander daglicht komt te staan. De songs lenen zich ervoor. Ik vond het ook belangrijk dat de teksten snel te begrijpen zijn. Vroeger maakte ik ze soms te abstract. Je moet de scènes eigenlijk gelijk voor je zien.’

Het zijn enorme lappen tekst. Doe je daar lang over?

‘De beste schrijf ik meestal snel. Als ik er lang op aan het puzzelen ben, is het vaak niet goed. Stel: je hebt de volgende dag een feestje en bent van plan om daar een sterk verhaal te vertellen. Als je dat vervolgens doet, blijkt het verhaal helemaal niet te werken. Omdat het niet spontaan is, je had het in je hoofd al vaker verteld. Spontane verhalen werken altijd beter. Mijn favoriete teksten zijn vaak in twintig minuten af. Zodra ik een personage, een eerste zin en een punchline heb, kan het heel snel gaan.’

EEN STERK PUNT van het album vind ik het contrast tussen de muziek en teksten. Je gestoorde personages zeggen verschrikkelijke dingen in hele opgewekte, vaak swingende muziek.

‘Ik had al vroeg door dat dat goed werkte. Om voor de zoveelste keer terug te blikken op black midi: daarin probeerden we zoiets ook wel, maar ging de grap vaak verloren omdat we de muziek kapot speelden of de tekst te cryptisch maakten. Daarom zijn de teksten nu heel direct en beeldend, inclusief grof taalgebruik om je aandacht te trekken. En de muziek blijft in ritme en melodie heel consistent. Zo komen beide aspecten er goed uit. Ik realiseer op deze plaat dingen die ik al jaren in mijn hoofd had.’

Waar zijn je personages door geïnspireerd? Mijn eerste associaties waren Patrick Bateman uit American Psycho en Joaquin Phoenix’ versie van The Joker.

‘Helaas moest ik vaak aan echte mensen denken. Het is nogal een bizarre tijd, als je het over de staat van de wereld hebt. Een van de dingen die ik heel interessant vind, is een internet-alfa-mannetje als Andrew Tate. En zijn succes, dat is bijna niet te bevatten. Je weet nooit zeker of mensen hem als grap volgen of bloedserieus nemen. En in dat laatste geval: wat voor effect dat heeft en in de toekomst gaat hebben op zijn jonge fans. In Holy, Holy zeg ik: everyone knows I’m holy, all the revolutionaries and all the Jihadis too. Dat komt van een Andrew Tate-video die ik ooit zag. Hij deed zijn gebruikelijke testosteronpraat en zei toen: zelfs IS houdt van mijn video’s! Alsof dat iets cools is. What the hell? Die man is niet goed bij z’n hoofd. Maar wel constant in de media. Het is niet eens dat hij choquerende dingen zegt, het is bovenal belachelijk en niet serieus te nemen. En dat is dan interessant om in te duiken voor een tekst. Hoe gedraagt zo iemand zich als hij zich tussen normale mensen in een club of een kroeg begeeft? Dat was het uitgangspunt voor Holy, Holy.’

    

THE MAGICIAN is deels bijna opera. Daar hou je ook van?

‘Jazeker. Ik vind het een mooie traditie, ook al zijn ze vaak heel cheesy. En als je het over slechte smaak hebt: de verhalen van opera’s zijn doorgaans verschrikkelijk. Door de jaren heen krijgen ze meer aanzien omdat ze dan als klassieke opera’s worden gezien, maar de letterlijke tekst in de libretto is bijna altijd crap. Door de combinatie van de muziek, de performance en het verhaal gaat het werken. The Magician is ook geïnspireerd door de Franse zanger Léo Ferré. Die maakte nogal bizarre muziek. Hij zong, dirigeerde tegelijk het orkest en maakte opera-achtige, lange stukken, waarin meer een muzikaal verhaal werd verteld. Dat was de voornaamste inspiratie voor The Magician.’

Je eindigt het album met If You Are But A Dream van Frank Sinatra. Waarom wilde je die zingen?

‘Ik hou van dat nummer en het is helemaal niet zo bekend. Toen ik met dit album bezig was, moest ik er weer aan denken. De tekst, de structuur, de croonzang, dat ligt allemaal niet ver af van wat ik nu doe. Het grote verlangen van mijn personages zit erin, al overschreeuwen die het vooral. Het past gewoon. Het leek me mooi met een brassband, zoals Tom Waits het zou doen. New Orleans-achtig. We probeerden zo’n arrangement en het was cool. Ik vind het een fijne manier om een album te eindigen. Niet met een big bang, maar charmant en enigszins hoopvol.’

THE NEW SOUND is op 4 oktober verschenen.

GEORDIE GREEP: 6 dec Bitterzoet, Amsterdam | 7 dec Zeitgeist, Nijmegen

deel dit artikel

Meer:

geordie creep
Het lijkt erop dat we niet kunnen vinden wat je zoekt.

Meest gelezen

lijst

OOR’s Eindlijst 2024: dit zijn de 20 beste albums van het jaar

Charli XCX maakt met Brat de plaat van...
lijst

OOR’s Eindlijst 2024: dit zijn de 20 beste albums van het jaar

Charli XCX maakt met Brat de plaat van...
oor-shop

De speciale kersteditie van OOR is uit! Bestel ‘m nu in onze shop

Met OOR's Eindlijst 2024, Charli XCX, Froukje, Eefje...
oor-shop

De speciale kersteditie van OOR is uit! Bestel ‘m nu in onze shop

Met OOR's Eindlijst 2024, Charli XCX, Froukje, Eefje...
concert

Slipknot laat Ziggo Dome smachtend naar meer achter

Met de woorden ‘Welcome back to 1999, motherfuckers’...
concert

Slipknot laat Ziggo Dome smachtend naar meer achter

Met de woorden ‘Welcome back to 1999, motherfuckers’...
MEEST RECENT

INLOGGEN