Je kwam soms ogen tekort tijdens de chaotische feestvreugde van Jungle By Night op Lowlands. Maar wie op het juiste moment naar percussionist Tienson Smeets keek, zag hem snel een traantje wegpinken. Het blijft dus toch wel een dingetje, die gigantische Alpha-tent. Zelfs voor deze doorgewinterde festivalmachine, die zich voor de gelegenheid versterkte met gastvocalisten Sef, Spinvis, Merol, Pitou en Meral Polat. Datzelfde vijftal horen we ook terug op het nieuwe album Synergy. Want ja, na anderhalf decennium waagt Jungle By Night zich eindelijk aan de menselijke stem. Genoeg reden voor een gesprekje met Smeets en trombonist Ko Zandvliet.
Ik wil nog even terug naar jullie Lowlands-show…
Tienson: ‘Ik ook!’
Ko: ‘Haha, we zitten nog helemaal op een wolk.’
Tienson: ‘Dat gebeurt niet zo vaak, dat je zo lang na een show nog helemaal zweeft. We hebben hier gewoon zó lang naartoe gewerkt, ook onbewust. Eerst speel je op kleinere festivals, dan worden het mainstages, daarna Down The Rabbit Hole… en dan word je opeens gevraagd om de Alpha te doen. Vanaf dat moment draait het hele jaar alleen nog maar om die show.’
Was er dan nog twijfel vooraf? Of dit misschien een stapje te groot was?
Tienson: ‘Nee. De afgelopen jaren hebben we alle ingrediënten bij elkaar verzameld om een show als deze te spelen. De vraag was alleen: valt alles op z’n plek? Voelt het als een geheel, ondanks al die verschillende gastvocalisten? Dat weet je pas echt als je op het podium staat.’
DIE GASTVOCALISTEN doen ook mee op jullie nieuwe album. Hoe verliep die samenwerking?
Tienson: ‘Dat was per artiest heel anders. Sommigen namen iets mee, anderen kwamen helemaal blanco naar de studio. Met Merol hadden we ter inspiratie een Spotify-playlist gemaakt, met allemaal Franse pop erop. Angèle, dat soort dingen. Sef had al een heel plan in z’n hoofd: een soort drum & bass meets Radiohead.’
Ko: ‘We hebben wel gemerkt hoe flexibel we kunnen zijn. In ons vijftienjarig bestaan hebben we een heel specifieke werkwijze ontwikkeld. Maar andere artiesten hebben dat natuurlijk evengoed. Het is heel verfrissend om daardoor wakker geschud te worden, zo van: wow, zo kan het ook! Dan moet je samen even opnieuw uitzoeken wat werkt. Uiteindelijk spreek je allemaal dezelfde taal, dus kom je er altijd wel uit.’
Daar draait jullie nieuwe album ook om, toch? Het vangen van een bepaalde dynamiek tussen muzikanten?
Ko: ‘Ja, vandaar ook de titel Synergy. We wilden, in een korte periode, de wisselwerking vastleggen die ontstaat tussen muzikanten. Tussen ons en de gastvocalisten, maar ook binnen de band.’
Tienson: ‘Als mensen ons live zien, hebben ze het altijd over de interactie tussen de bandleden. Dat het zo leuk is om ons te zien spelen, omdat er zoveel tussen ons gebeurt. Die magie die live ontstaat, wilden we benaderen op de plaat.’
Ko: ‘Onze reputatie is ook heel erg verbonden met liveshows. Daar kennen mensen ons van, minder van onze albums.’
Tienson: ‘Mijn droom is toch wel dat mensen onze platen ook grijs gaan draaien. Ko zei het nog op Lowlands: we hebben geen hit, maar toch staan we hier! Mij lijkt het stiekem toch wel leuk, een hit.’
Ko: ‘Echt? Nee, man. Fuck dat. We doen het al vijftien jaar zonder.’
Tienson: ‘Dat is waar. We noemen onszelf ook wel de ratten van de industrie: met geen mogelijkheid weg te krijgen!’
HOE PROBEERDEN jullie die interactie te vangen?
Tienson: ‘We hebben onze studio zo ingericht dat we altijd meteen op de opnameknop kunnen drukken. Hebben we een vet idee? Dan nemen we het meteen op. Het gebeurt weleens dat zo’n eerste take dan op het album terechtkomt. Als vier van de zeven zeggen: het is een goeie take, dan gaat ie op de plaat. Daarin zijn we echt vervelend democratisch.’
Ko: ‘Hands up, yay or nay?’
Tienson: ‘Soms blijven mensen dan teleurgesteld achter, zo van: mag ik écht niet nog één laatste take doen?’
Hoe is de synergie tussen de bandleden?
Ko: ‘Die is een soort van limitless. We hebben zoveel met elkaar meegemaakt, en die band blijft maar hechter worden. We zeiden het nog op Lowlands: het voelt alsof we nóg een stapje dichter bij elkaar zijn gekomen. Terwijl je van tevoren denkt: dat kan niet, we kennen elkaar al door en door!’
Tienson: ‘We hebben heel veel lol, maar we runnen ook een bedrijf samen. Je moet ook serieuze gesprekken voeren.’
Ko: ‘Daar stoppen we ook heel veel tijd in: eindeloos zitten en lullen, om te zorgen dat iedereen gehoord wordt.’
Tienson: ‘Maar echt oeverloos, hè! Het gaat maar door. Iedereen moet z’n zegje doen en uiteindelijk zeggen we allemaal precies hetzelfde, met net andere woorden.’
HAD HET VERTREK van twee bandleden – Gino Groeneveld en Pieter van Exter – een grote invloed op jullie?
Ko: ‘Het lag bij beiden een beetje anders. Dat maakte het misschien ook zo pijnlijk. Gino zag het zelf niet meer zo zitten; Pieter wilde wel door, maar dat ging niet meer omdat hij ook nog een andere carrière heeft, die zijn tijd opslokt.’
Tienson: ‘Dat is heel lastig, zeker als iemand zelf nog wel door wil. Dat voelt alsof je een relatie uitmaakt. Ik hoop heel erg dat we dit zo goed mogelijk hebben gedaan en dat hij ook inziet dat het een goede keuze was. Maar het blijft moeilijk.’
Gaan we Jungle By Night vanaf nu altijd met zang horen?
Ko: ‘Dit is zeker voor herhaling vatbaar. Maar op de volgende plaat? Dat weet ik nog niet. Daar moet nog over gestemd worden, haha.’
SYNERGY verschijnt op 13 september.
JUNGLE BY NIGHT: 12 & 13 sep Paradiso, Amsterdam | 21 sep Cultuurcentrum, Mechelen (B) | 28 sep Lofi, Amsterdam | 3 dec De Roma, Antwerpen (B) | 20 dec Nobel, Leiden | 22 dec TivoliVredenburg, Utrecht | 30 dec Maassilo, Rotterdam