Ze bestaan pas anderhalf jaar, hebben welgeteld één single uitgebracht en treden pas sinds afgelopen najaar voor het echie op. Toch zijn de voortekenen overduidelijk: Tramhaus, de nieuwste parel aan de kroon van de Rotterdamse underground, gaat de wereld veroveren. Tijd voor een introductie.
ER RAAST vanavond een perfect storm door de V11. In het vuurrode lichtschip, permanent aangemeerd in hartje Rotterdam, is de lokale scene samengekomen voor de presentatie van een album vol (post)punktalent: Calls From The Hull – Eleven Recordings From The Rotterdam Underground. Er staan vier bands op het programma, stuk voor stuk interessant spul, maar het gaat de overgrote meerderheid van de aanwezigen vandaag vooral om het afsluitende vijftal: Tramhaus.
Een naam die al een tijdje in het Rotterdamse rondzingt én prachtig aansluit bij de (postpunk)sound die de band voortbrengt: direct, duidelijk, eigenzinnig en intrigerend. In het volgepakte vooronder van de V11 wordt de belofte vanavond moeiteloos ingelost. Aangevuurd door een slungelachtige, praatzingende jongen met een matje ontketent Tramhaus een allesverzengende orkaan waarbij furieuze noise-erupties, kromgetrokken gitaarlijnen en bijtende rants je om de oren vliegen. Drie kwartier lang knettert er elektriciteit in het ruim.
De innemende bonenstaak met de microfoon gooit regelmatig een vuist in de lucht, zweept de zwetende moshpit steeds verder op en legt met elk nummer meer rauwe boosheid in z’n uithalen. Als in de finale instant-klassieker Karen Is A Punk wordt ingezet en er een kluwen van wild dansende, gloeiende lijven ontstaat, dreigt het schip zelfs eventjes onder de brute kracht te bezwijken. Na afloop van de superstrakke set twijfelt niemand meer, Tramhaus is klaar voor de rest van de wereld.
EEN PAAR uur eerder heeft de slungelachtige bonenstaak – zanger Lukas Jansen (25) – op het bovendek uitgelegd dat Tramhaus een echte ‘lockdown-band’ is. Een band waarvan de leden allemaal al in andere bandjes speelden, maar tijdens de lockdowns genoeg tijd over hadden om iets nieuws te beginnen.
‘Nadya, onze gitariste, verveelde zich en benaderde me. Ik was drummer in Pig Frenzy, onze andere gitarist Micha zat ook in die band. En onze drummer Jim speelt ook in Nagasaki Swim. Ik zou eigenlijk in Tramhaus gaan drummen, maar het leek me creatief gezien niet zo nice om in twee dezelfde soort bands, qua genre, hetzelfde instrument te gaan spelen. En ik wilde sowieso altijd al zingen. Ik vond het best wel een gemis om alleen maar ritmisch bezig te zijn en niet met tonen te kunnen spelen. Van drummer naar zanger voelde niet als een grote stap.’
Die flexibele houding is exemplarisch voor Tramhaus. Zo is gitariste Nadya ook drumster (van postpunk-/doemduo VULVA) en had bassiste Julia tot anderhalf jaar geleden zelfs nog nooit een basgitaar aangeraakt. Jansen, lachend: ‘De eerste repetitie was de eerste keer dat zij ging bassen. Ik ging er vrij huiverig naartoe. Er waren zoveel mensen die voor het eerst iets gingen proberen, de kans leek me heel groot dat het bij één keer zou blijven. Maar toen ik naar huis fietste, dacht ik: fuck man, we hebben gewoon twee vette nummers gemaakt in één sessie. Karen is toen geschreven en ook Night Shift, die staat op de plaat die vanavond gepresenteerd wordt.’
SINDS DIE eerste repetitie in november 2020 is het hard gegaan met Tramhaus. Een maandje later werden op de V11 vier liedjes opgenomen, waaronder de heerlijk dreinende debuutsingle I Don’t Sweat, die met de dampende b-kant Karen Is A Punk eind 2021 werd uitgebracht. In kunstcentrum Roodkapje werd tussendoor een verpletterende sessie opgenomen die op YouTube in no time duizenden keren werd bekeken. Die opnames brachten Tramhaus vorige maand zelfs al naar het buitenland.
Jansen: ‘Een undergroundradiostation in Frankrijk had om de MP3-tjes van Roodkapje gevraagd, daarna kregen we ineens heel veel reacties uit dat land en werden we uitgenodigd om er te komen spelen. We hebben een show in de Supersonic in Parijs gedaan. Dat zat helemaal vol, 250 man die alles meezongen en los gingen. Ik hoefde maar dit te doen en ze werden gek. Supervet. Daarna in Rennes, ook weer ramvol.’
Hoe zou hij het geluid van Tramhaus eigenlijk zelf omschrijven? ‘Eh… Ik sprak pas een Belgische journalist en toen zei ik: popmuziek met een flinke dosis herrie eroverheen, haha. Viagra Boys is wel een inspiratiebron. Daar luisterde ik veel naar toen we net begonnen. Vooral hun eerste plaat, Street Worms, is supertof. Maar laatst werden we ook vergeleken met de grungesound, Nirvana en zo. Dat vond ik eerst heel raar, maar het is best wel logisch. Toen ik 12 was, luisterde ik alleen maar Nirvana. Dat zit zo diep in mij. Ik snap die vergelijking nu wel.’
WAT ER bij Jansen ook in zit, is een Kurt Cobain-achtige oerschreeuw waarin heel veel opgekropte woede lijkt schuil te gaan. ‘Ik schrijf over Rotterdam, wat er om me heen gebeurt, menselijk gedrag. Karen gaat bijvoorbeeld over een witte vrouw van 50 die nog nooit een tegenslag in haar leven heeft gehad. Dan is er ineens een pandemie, voelt ze zich benadeeld en trekt ze voor het eerst wél d’r bek open. Nooit politiek betrokken geweest en dan schopt ze ineens tegen het systeem en is ze punk. Dat vind ik grappig.
‘I Don’t Sweat gaat over de muziekscene, waarin ambitieus zijn niet als iets cools wordt gezien. Dat je credible bent als je als laatste in de kroeg zit en zegt: ach, bandje, boeien man, fuck it, we zuipen nog een biertje. Ik vind het best wel stom dat dat als cool wordt ervaren. Het is juist goed als je maten zeggen: joh, ga lekker naar bed man, je hebt morgen vroeg een afspraak. Haha, nee, ik ben ook niet altijd zo verstandig hoor. Maar ik constateer het in ieder geval wel.’
TRAMHAUS: 26 mei Dauwpop, Hellendoorn | 27 mei Sniester, Den Haag | 5 jun Vestrock, Hulst | 17 jun Grauzone, Den Haag | 16 juli Valkhof Festival, Nijmegen | 6 aug Absolutely Free Festival, Genk (B)