Alsof het de normaalste zaak van de wereld is, zo betreden de mannen van Daryll-Ann het podium van een niet-uitverkocht-maar-goedgevuld TivoliVredenburg. De blousjes zijn zo vaal als iedere andere dag, en toetsenist Coen Paulusma neemt nonchalant een hap van z’n appeltje (‘Goed tegen een droge keel!’). Niks wijst erop dat we hier staan te kijken naar de grote comeback van dé Nederlandse indieband uit de nineties. Totdat ze beginnen te spelen…
Fotografie Anne-Marie van Rijn
Twintig jaar moest de vaderlandse popmuziek het rooien zonder Daryll-Ann: een van de meest geliefde Nederlandse gitaarbands van de nineties en zowat de directe aanleiding voor het ontstaan van indie-instituut Excelsior Recordings. Natuurlijk, je had die reünietour in 2014 en die eenmalige show op het verjaardagspartijtje van hun geliefde label, maar nu zijn ze écht terug. Met plaat en al. En wat voor een. Op Spring kondigen de Ermeloërs een nieuwe lente in hun carrière aan, en leveren ze hun beste werk af sinds meesterwerken Weeps en Happy Traum.
Het Nederlandse popjournaille danste de polonaise, en ook de bandleden zelf zijn duidelijk in de wolken met hun nieuwste creatie.‘We hebben een nieuwe plaat!’, glundert zanger Jelle Paulusma, en dat zullen we weten ook. Alle veertigplussers in het publiek die hoopten een avond vol nineties-nostalgie komen vanavond een tikkeltje bedrogen uit, want Daryll-Ann zet hier allesbehalve je typische reünieshow neer. Nee: deze band heeft helemaal geen zin om in het verleden te blijven hangen. En waarom zou je ook, als je net zo’n mooi album hebt gemaakt? Spring voert de boventoon vanavond, aangevuld met parels uit het oude repertoire – vooral van Weeps en Happy Traum. Trailer Tales schittert daarentegen door afwezigheid.
Welgeteld één nummer heeft de band nodig om het stof van zich af te schudden. Tijdens opener Tom, Wilko And The Strange Bunch is het even zoeken naar het juiste tempo, maar daarna zie je de chemie met iedere noot terugvloeien. Verder hoef je van Daryll-Ann natuurlijk geen poespas te verwachten. Sober, als monniken bijna, werken ze zich door hun set heen: de grimassende en puffende Anne Soldaat, de olijke broertjes Paulusma, de bescheiden bassist Jeroen Vos en – last but not least – drummer Jeroen Kleijn, die de boel virtuoos bij elkaar houdt, met zijn rechterhand in die orthodoxe vulpen-houding.
Als zanger Paulusma – halverwege de show – dan toch een voorzichtige poging tot een speech waagt (‘We zijn een samenleving, we moeten het samen doen…’) wordt dat door zijn bandleden vakkundig de kop in gedrukt. ‘Preacherman!’, roept zijn broer pesterig vanachter de toetsen. Sorry. Snel door. Woorden zijn eigenlijk ook overbodig. De gloedvolle songs en nog altijd prachtige samenzang zijn meer dan genoeg om de aandacht negentig minuten vast te houden.
En alle nostalgisten in de zaal? Die krijgen uiteindelijk toch hun langverwachte meezingrondje. ‘Deze is dertig jaar oud. Zijn we een beetje goed opgedroogd?’, vraagt Paulusma, waarna hij de intro van Stay door de zaal laat rinkelen. Een verrukt aaahhhhh klinkt vanuit het publiek. Als daarna ook nog Surely Justice volgt, is het feest der herkenning compleet.
Maar eigenwijs als ze zijn, sluit de band toch af met een nieuwe: Our Song, inclusief langgerekte jam – de enige keer dat wordt afgeweken van een songstructuur, en een goed moment voor Soldaat om nog even z’n shine te pakken. Niet al zijn geïmproviseerde solo’s waren raak vanavond, maar nu – op de valreep – genieten we nog even van zijn grillige, puntige gitaarspel.
Of Daryll-Ann goed is opgedroogd, was de vraag. Na precies anderhalf uur in de Tivoli is ons antwoord volmondig ‘ja’. Met de chemie, het speelplezier en het materiaal dat het vijftal vanavond aan de dag legt, laat het zien nog jaren vooruit te kunnen. De lente van hun carrière? Je zou er bijna in gaan geloven. Op z’n minst toch een mooie nazomer.
Gezien: 3 oktober 2024 in TivoliVredenburg, Utrecht