‘Goed. Laat ik beginnen met een compliment: ontzettend tof dat jullie allemaal zo vroeg op maandag naar ons kantoor wilden komen. Wordt dat nog gezegd, tof? Nee? Vet? Nee, ook niet? Hard? Oké, hard dan dat jullie, ondanks die akoestische show gisterenavond in Oude Schapema, vanochtend toch gewoon hiernaartoe zijn gekomen.
Waar het een soort van beetje over gaat – en ik sta daar niet alleen in, Ricus die vandaag niet kon komen omdat hij de kinderen had, vindt dat ook – is dat wij als Crazy Records To The Max naar jullie nieuwe demo’s hebben geluisterd. En laat ik gewoon eerlijk zijn jongens, dat gaat ’m niet worden. Ja natuurlijk, jullie eerste plaat Candle Full Of Hate heeft het heel aardig gedaan, de tweede plaat, ik ben even de titel kwijt, help me eens, ja precies, Burning A Life Full Of Photographs To The Ground, dat was alwéér een hele plaat vol met liedjes van Robert Jan die dingen in zijn huis vindt die hem aan Annemiek doen denken. Maar dan nu wéér een hele plaat vol met gejank over een bepaalde broek die zijn ex ooit droeg – wij van Crazy Records To The Max zijn er wel een beetje klaar mee.
Als je muziek alleen ’s nachts om vier uur nog op de radio wordt gedraaid, dan is dat geen goed teken. Dan zitten er zes alcoholisten, iemand met slaapproblemen en een nachtzuster naar te luisteren. Dus om gewoon maar met de deur in huis te vallen: we willen met jullie door, maar dan moeten jullie een festivalband worden. Het is nu net voor de festivalzomer en wij, Ricus en ik, denken dat het roer om moet.
Jullie worden deze zomer de festivalband van 2025. Ik heb vannacht wat zitten rommelen en zitten klootzakken, en het gaat er ongeveer als volgt uitzien. Jullie gaan die slobbertruien samen met jullie verveelde akoestische koppen erboven in een denkbeeldige doos proppen en jullie gaan een mix van lingerie en houthakkerskleding dragen. Peter, geen gitaar meer. Jij speelt vanaf nu op een roze saxofoon. Ook heel belangrijk: jullie worstelen vanaf nu allemaal met je seksualiteit. Bandleden met een vaste vriendin: kan niet meer. Ciska, jij vertelt in interviews dat je een Oezbeekse arts hebt en dat je binnen zes maanden een baard tot aan je riem hoopt te hebben.
Ja, kunnen jullie heel verdrietig gaan zitten kijken, maar dat is de shit nu, jongens. Kan ik ook niks aan doen. Dat wil festivalpubliek. Neuken in een tentje en daarna springen op een beat. Iemand op het podium die zingt over haar of zijn eerste orgasme en dan iets met kwetsbaarheid en dan ontploffingen aan het eind.
Wij hebben al een beetje vooruitgedacht. Jullie hebben nu geen achterdoek. Kan niet. Iedere band op een festival heeft een achterdoek. Ik laat morgen iemand die een Erwin Olaf-filter op zijn camera heeft een foto maken van een roze tong met een blauwe pil erop. Twaalf meter breed. Is misschien een gekke vraag, maar kunnen jullie eens gaan staan en dan springen en dan steeds roepen: go, go, go, go bitches! Schoenen uit. Ja, doe maar.’