Tja, die hoes van Pet Sounds. Michiel Romeyn heeft gelijk in OOR’s dubbeldikke special over de albumcover, daar sla je inderdaad steil van achterover, hoe pijnlijk mooi zijn favoriete plaat ook is. Er kwam in het interview nog een zinnetje achteraan, dat we maar hebben weggelaten. Al had ie ook daar een punt: wie heeft dat klereding gemaakt?
Wel, met de opnames van het baanbrekende album goed en wel in de pocket begon platenmaatschappij Capitol zich begin 1966 met de promotie te bemoeien. De titel zou geen Pet Sounds worden maar Our Freaky Friends, de band moest voor de hoesfoto poseren tussen de boerderijdieren (dat zijn dus géén pets) en zo belandden de Beach Boys op 10 februari van dat jaar in de San Diego Zoo, met fotograaf George Jerman en een stel geiten.
Geiten! Niets, maar dan ook niets had de voorkant met de muziek te maken. Een teleurgestelde Al Jardine gaf in interviews te kennen ‘meer gevoel en inzicht’ verwacht te hebben, Bruce Johnston (in ’66 al wel bandlid, maar niet op de foto) noemde het zelfs ‘de slechtste cover in de historie van de platenbusiness’. Romeyn staat dus allesbehalve alleen in z’n afkeer.
En zo werd Pet Sounds dus niét een van de 33 meest iconische hoezen ooit, gekozen door het legioen aan beeldmakers, ontwerpers, kunstenaars (met rock & roll-hart) en muzikanten (met alziend oog) dat deze speciale editie van OOR vult. Een dubbeldik zomernummer vol Grote Namen – en dito titels – in een scope van De Banaan tot Brat-green, de één nog mooier dan de ander.
Al zijn de meningen daar, zelfs binnen de kolommen van onze special, soms over verdeeld. Zo maakt Charli XCX anno 2025 de tongen net zo los als The Velvet Underground (of eigenlijk Andy Warhol) dat deed in 1967, in een eigentijdse titanenstrijd tussen impact en schoonheid. Een absolute waarheid is er niet, en het is puur toeval dat Born To Run, Aladdin Sane, Badmotorfinger, de kabouter van Johan of zelfs de schuurpapieren hoes van The Durutti Column niet genoemd zijn in deze eregalerij. Met een ander keurcorps had dat zomaar anders kunnen zijn.
Wel duidelijk is dat wie de twintigste eeuw bewust heeft meegemaakt vasthoudt aan de klassiekers, terwijl de millennials voor hun keuze zelden buiten de eigen individuele bubbel treden. Ook toeval (en mazzel): niet één hoes dubbelt. Zonder het van elkaar te weten werd er een unieke lappendeken gebreid, vol dilemma’s en innerlijke strijd, ongetwijfeld voer voor gemekker…
Maar vooruit met de geit. Ook Pet Sounds ontbreekt dus, al is daar wél iets mee. Het lettertype, Cooper Black (al in 1922 uitgevonden), groeide in de afgelopen decennia uit tot de vertrouwde huisstijl van z’n geestelijk vader. Wie over het Rokin in Amsterdam wandelt, herkent van grote afstand het font in groen, geel en wit van de lokale vintageshop – en denkt meteen aan de Beach Boys.
En toen Brian Wilson op 11 juni op 82-jarige leeftijd overleed, verscheen er langs de snelweg in zijn geboorteplaats Hawthorne, Californië een metershoog billboard langs de weg. ‘Brian, It Was Nice’ stond er in de overbekende koeien-, pardon, Pet Sounds-letters. Zelfs op de socials was voor één keer iedereen het met elkaar eens, van Dylan en McCartney tot tante Tiny uit Klazienaveen: Brian Wilson was the greatest of all time. Al maakt de jeugd daar tegenwoordig the G.O.A.T. van… Tja, die hoes van Pet Sounds. Iconisch. Tijdloos. Profetisch. Dus tóch. Wie heeft dat klereding gemaakt?
De zomereditie van OOR!
Bestel ‘m hier.