Voor het fenomeen en enigma dat ie is, zijn er nog maar weinig boeken over Richard D. James geschreven. Marc Weidenbaum wijdde in 2014 een editie uit de 33 1/3-reeks aan ambientklassieker Selected Ambient Works II en twee jaar geleden debuteerde de 16-jarige (!) Beau Waddell met een boekwerkje in de serie On Track – ‘Every album, every song’, van dat werk. Geen hoogdravende journalistiek.
De redactie van Disco Pogo doet een eerste serieuze poging om het mysterie te ontrafelen. Tussen 1993 en 2004 maakten Paul Benney en John Burgess vanuit Manchester het leukste dancemagazine van Engeland: Jockey Slut. Sinds 2022 is het team, met ook adjunct-redacteur Jim Butler en de originele vormgever, weer bij elkaar en maken ze twee keer per jaar de glossy Disco Pogo. En ze maken, leunend op hun archief, boeken.
Na eerdere uitgaven over Andrew Weatherall en Daft Punk is ook Aphex Twin: A Disco Pogo Tribute weer een bundeling van oude Jockey Slut-stukken, nieuwe beschouwingen, interviews waarin met betrokkenen wordt teruggeblikt (maar niet met de hoofdrolspeler zelf) en volop fotografie. Het is een heerlijk bladerboek, 270 pagina’s dik. De toon van de oude Jockey Slut-stukken is dwarsig, niet altijd even doorwrocht, wel origineel en vaak effectief.
Het beste stuk is het groepsgesprek dat Butler had met James’ oude gabbers uit Cornwall, waar hij opgroeide: Mark Darby (platenwinkeleigenaar, bracht de debuut-EP van Aphex Twin uit), Tom Middleton (Reload, Global Communication), Mike Paradinas (µ-ziq), Marcus Scott en Manuel Sepulveda (werkten bij Planet Mu, Warp en nu voor Hyperdub) en Sherman (NME’s Vibes-chef in de jaren negentig). Gezamenlijk halen zij herinneringen op aan de eerste clubnights en raves in Redruth en Lanner in de vergeten mijnstreek van de UK en schetsen zo een beeld van de jongeling James en zijn ontluikende talent, in de dagen van vóór de cultus.
Ook fraai is het interview met graphic designer Paul Nicholson, die de eerste anderhalf jaar als een soort Bez meets Ian Curtis over het podium raasde tijdens de dj-gigs van Aphex Twin. Zonder drugs. Zijn plek in de geschiedenis verdiende hij door een van zijn voor een lokaal skatemerk ontworpen cyber-A’s te bewerken tot het iconische Aphex Twin-logo. Ook deed hij het artwork voor Selected Ambient Works II, met foto’s als ‘titels’ en taartpuntgrafieken als tijdsaanduidingen. Alle schetsen staan erin.
Afijn, er valt genoeg uit te pluizen en te ontdekken, ook voor de ingewijde lezer. De eerste jaren zijn wel het boeiendst, naarmate de jaren verstrijken en James onbereikbaarder wordt, worden de verhalen oppervlakkiger: over zijn video’s, zijn remixen, zijn apparatuur, zijn ‘Soundcloud Dump’, zijn pranks, zijn ‘superfans’ met al hun collector’s items – en zelden over de gedachtenwereld van de man zelf.
Reportages van zijn dj-trips bieden in die latere jaren nog de beste inkijk in zijn (weirde) wereld. OOR, Bassic Groove en zelfs Opscene worden als (Nederlandse) bronnen aangehaald. Hadden Benney en Burgess hun huiswerk écht goed gedaan, dan hadden ze even een belletje naar de redactie gepleegd. Onze interviews over SAW2 en Syro hadden nog wel iets toegevoegd.
APHEX TWIN: A DISCO POGO TRIBUTE is verschenen bij Discopogo.co.