column

‘…en zo is dit de langste recensie van vandaag’

The shortest review on earth, of tenminste de kortste die ik ooit tegenkwam in OOR, was voor The Tallest Man On Earth. Zijn album I Love You. It’s A Fever Dream. uit 2019 kreeg het predicaat ‘oké’, veel meer woorden werden er niet aan vuil gemaakt. Er werd afgesloten met ‘en zo is dit de kortste recensie van vandaag’, een vilein zinnetje dat de vinger op de zere plek legde: weinig te melden, want weinig nieuws onder de zon.

Jammer vond ik het wel. Als een blok viel ik net als zovelen voor de eerste albums van Kristian Matsson, zoals De Langste Man eigenlijk heet. Shallow Grave (2008) en vooral The Wild Hunt (2010) stonden bol van verbluffend getokkelde liedjes met intens gezongen prachtmelodieën. Zijn concerten waren al even weergaloos. Als een sluipschutter gewapend met gitaar bewoog hij over het podium, zijn vingers razendvlug over de snaren, de longen uit zijn kleine lijf. Maar vanaf album nummer drie sloeg de vernieuwingsdrang toe en mochten er steeds meer instrumenten meeklinken. Eerst nog voorzichtig een elektrische gitaar hier en wat toetsen daar, totdat er uiteindelijk een hele band mee stond te spelen. De referentie verschoof van Bob Dylan naar Bruce Springsteen, de concerten van intiem naar rock. 

Nu is er natuurlijk niets mis met ontwikkeling en was het te prijzen dat Matsson niet telkens uit hetzelfde vaatje wilde tappen. Niets is vervelender dan een artiest die zichzelf voortdurend blijft herhalen, en bovendien is er niets vervelender dan een artiest die zichzelf voortdurend blijft herhalen. Op papier was er dan ook weinig aan te merken op de latere Tallest-albums. Twee ervan werden op deze pagina’s zelfs voltreffers genoemd. Maar die gitaarbriljantjes waar ik zo vol van was, waren op elk nieuw album steeds dunner gezaaid. En wat ervoor in de plaats was gekomen, wilde zich maar niet onder m’n huid nestelen. Zijn cd’s zagen steeds minder vaak de binnenkant van mijn speler en langzaam veranderde Tallest Man van een goede vriend in een kennis van vroeger. En bij OOR dus van een geheide eindlijstkandidaat in de artiest met de kortste recensie van 2019.

Dat het nóg veel korter kan, bleek afgelopen najaar: over het in september verschenen zesde album van Matsson werden precies nul woorden geschreven. In de hausse van releases tijdens de laatste maanden van 2022 is zijn Too Late For Edelweiss bewust of onbewust overgeslagen. Enigszins te verantwoorden is dat wel, het betreft hier namelijk een coveralbum, meestal niet de meest interessante platen. En na een afwezigheid van drie jaar komen met een verzameling composities van anderen kan wijzen op een artistieke impasse. Of dat in dit geval ook zo is weet ik niet, maar dit album klinkt zeker niet ongeïnspireerd.

De opener is meteen het mooist: in För Sent För Edelweiss ontroert Matsson zingend in zijn moedertaal, het Zweeds. Dit lied, oorspronkelijk van Håkan Hellström, klonk bij elk Tallest Man-concert als opkomstmuziek, in de coronajaren miste hij het zo dat hij overging tot deze opname. De rest van de plaat gaat voorbij zoals je dat gewend bent van coveralbums. Sommige uitvoeringen doen wat overbodig aan (The Beatles, Bon Iver), maar er zitten zeker een paar prikkelende heruitvindingen tussen (Nico, Yo La Tengo). 

Maar waarom ik vooral vond dat dit album niet onvermeld mocht blijven: eindelijk horen we Matsson weer zoals ik hem persoonlijk het liefste hoor: in zijn eentje, tokkelend op een akoestische gitaar. Voor het eerst in tijden vindt een Tallest-plaat weer met regelmaat zijn weg naar mijn speler en ben ik weer de sucker geworden die ik voor hem was. Matsson zegt zelf dat hij ‘m maakte ‘as a reset button for my own songwriting’. Dat maakt Too Late For Edelweiss een mooi kleinood, dat hongerig maakt naar zijn volgende album. En zo is dit de langste recensie van vandaag.

deel dit artikel

Meer:

jeroen woe
column

‘Lola Young is heel wat meer dan de zoveelste meisjespopsensatie’

Het was voor mij – en ik denk...
column

‘Lola Young is heel wat meer dan de zoveelste meisjespopsensatie’

Het was voor mij – en ik denk...
column

‘Hoe konden die jongens zo idioot goed zijn geworden?’

Tjeerd en Sven waren vrienden van mijn nichtje,...
column

‘Hoe konden die jongens zo idioot goed zijn geworden?’

Tjeerd en Sven waren vrienden van mijn nichtje,...
column

‘Pitchfork ontneemt mij elk zelfvertrouwen over m’n muziekkennis’

Voordat het boek 2024 definitief dicht gaat, is...
column

‘Pitchfork ontneemt mij elk zelfvertrouwen over m’n muziekkennis’

Voordat het boek 2024 definitief dicht gaat, is...
column

‘Niet één keer viel de naam Chappell Roan in de jaarlijstjes’

Als u dit leest is het een maand...
column

‘Niet één keer viel de naam Chappell Roan in de jaarlijstjes’

Als u dit leest is het een maand...
column

‘Voor mij persoonlijk maakte Talking Heads de plaat van het jaar’

Een dezer dagen zal het OOR-mailtje weer binnenkomen...
column

‘Voor mij persoonlijk maakte Talking Heads de plaat van het jaar’

Een dezer dagen zal het OOR-mailtje weer binnenkomen...
column

‘De wereld is oneerlijk, maar mooie muziek blijft mooie muziek’

Een moment zoals wel vaker. Ik flipper door...
column

‘De wereld is oneerlijk, maar mooie muziek blijft mooie muziek’

Een moment zoals wel vaker. Ik flipper door...

Meest gelezen

MEEST RECENT

INLOGGEN