Na jaren waarin ieder bandlid zijn eigen pad volgde, keert Grizzly Bear terug naar het podium. Het kwartet, ooit een van de meest gelaagde en invloedrijke groepen uit de New Yorkse indiescene, speelt dit najaar opnieuw samen, voorlopig enkel in de Verenigde Staten, maar de toon is gezet.
De band ontstond in 2002 als het soloproject van zanger en gitarist Ed Droste in New York. Zijn lo-fi thuisopnames groeiden uit tot debuutalbum Horn Of Plenty (2004). Kort daarna sloten Daniel Rossen, Chris Taylor en Christopher Bear zich aan, waarmee Grizzly Bear uitgroeide tot een volwaardige band met een karakteristiek, zorgvuldig opgebouwd geluid.
Met Veckatimest (2009) bereikten ze hun hoogtepunt: zorgvuldig, melancholiek en vol gelaagde harmonieën. In de jaren daarna werd hun muziek wat opener en minder gepolijst.
Sinds Painted Ruins (2017), waarop de band de nadruk verlegde richting synthesizers en blazers, bleef het stil. Droste legde zich toe op therapie en onderwijs, Rossen bracht soloalbums uit en schreef filmmuziek (onder meer Past Lives), terwijl Taylor en Bear actief bleven in de studio. Toch bleef Grizzly Bear in leven, al was het op afstand.
Hun komende optredens ontstaan, naar eigen zeggen, uit nieuwsgierigheid: kijken of het nog werkt en niet omdat het moet. De tour start half oktober met vijf avonden in Brooklyn Steel en trekt daarna langs Chicago, Los Angeles en Mexico-Stad.
Twee prangende vragen – of ze ook deze kant opkomen en of er nieuw werk in de maak is – blijven vooralsnog onbeantwoord, al sluiten de bandleden beide mogelijkheden niet uit.
Foto Tom Hines