Engelenbrood (Bread Of Angels) is – na Just Kids, M Train en Year Of The Monkey – het vierde non-fictieboek van Patti Smith dat is gevuld met herinneringen. Het is haar meest persoonlijke.
Engelenbrood gaat over Patti Smiths jeugd, haar huwelijk en haar ouders, maar vooral over het kunstenaarschap. Ze droomde niet over een leven als schrijver, het was een roeping. Haar loopbaan als zangeres zat die wens om te schrijven eigenlijk in de weg.
Voor Smith staan kunst en geloof in elkaars verlengde. Op pagina 89 van Engelenbrood heeft ze het over ‘een heilige verbintenis tussen kunst en opoffering’, een gedachte die spoort met de notie uit de Romantiek (de literaire stroming) van de poète maudit, de gedoemde dichter. De kunstenaar lijdt om te kunnen scheppen. Het geeft hem iets goddelijks.
Met opoffering is Smith opgegroeid. Hoestend ter wereld gekomen tijdens een sneeuwstorm, brengt ze haar jeugd door in een liefdevol maar armlastig gezin. Op haar vierde is ze al elf keer verhuisd en ze overleeft zo ongeveer alle denkbare kinderziektes. Die ‘proustiaanse jeugd’ (haar woorden) van opeenvolgende periodes van quarantaine en herstel vult de eerste honderd pagina’s van Engelenbrood. Ze blijkt een dagdromer.
Het meisje met het luie oog valt voor de kunst wanneer vader Grant haar meeneemt naar het Philadelphia Museum Of Art. Op haar 14de ontdekt ze de Franse dichter Arthur Rimbaud en neemt zonder af te rekenen diens Illuminations mee uit de boekhandel. Moeder Beverly pikt voor een habbekrats Another Side Of Bob Dylan uit de uitverkoopbak. Op 3 juli 1967 pakt ze de bus naar New York, haar roeping tegemoet.
Voor Patti Smith is de kunstenaar een alchemist, iemand die een transformatie vangt in een kunstwerk, het abstracte een vorm geeft. Het motto van Engelenbrood is van Gogol: hindernissen geven ons vleugels. En hindernissen zijn er. Het hoofdstuk over haar val van het podium en het pijnlijke herstel opent met een citaat van Simone Weil: doe altijd datgene wat het meeste van je vergt. Scheppen heeft een prijs.
Met Bob Dylan heeft ze de fixatie op een nimmer voltooide metamorfose gemeen, hij is haar rolmodel. Bijna wordt ze opgenomen in Dylans Rolling Thunder Revue, maar op 20 oktober 1975, de verjaardag van Rimbaud, moet haar debuutalbum Horses uitkomen. De release wordt door een tekort aan vinyl drie weken uitgesteld tot 10 november, de sterfdag van Rimbaud. Patti Smith heeft iets met verjaardagen en begraafplaatsen.
Ze is – net als Dylan, Tom Waits en talloze anderen – een American primitive, een kunstenaar zonder formele opleiding, een autodidactische artiest. In haar ouderlijk huis luistert ze vaak naar Fantasias, het debuutalbum uit 1963 van gitarist Sandy Bull, wiens modale improvisaties preluderen op psychedelica. ‘We besloten samen iets te proberen in een kleine jazzclub.’ En de rest is geschiedenis. Op 17 september 1979 treedt ze voor het laatst op met de Patti Smith Group.
Op 1 maart 1980 trouwt ze met Fred Smith, voormalig gitarist van MC5. Ze leeft als ‘een kloosterlinge’ en heeft een eigen schrijfkamer. De muziek heeft plaatsgemaakt voor het woord. ‘Het verlangen naar succes viel in het niet bij verlangen naar verlichting.’ Haar man overlijdt in 1994, op 4 november. Die datum is de verjaardag van haar soulmate, Robert Mapplethorpe, hoofdpersoon van Just Kids.
Engelenbrood wijdt zo’n honderd pagina’s aan haar jaren in Detroit, maar blijft discreet. ‘De beproevingen en uitdagingen waarmee Fred en ik te maken kregen, gaan de buitenwereld niet aan.’ Op de laatste pagina’s van deze memoires – haar laatste? – zit Patti Smith te schrijven op het balkon van Hotel Suisse in Nice. Haar rusteloosheid is, enigszins, beteugeld. Groeien is loslaten en loslaten is ‘pijnlijk maar prachtig’. Als het leven zelf.
ENGELENBROOD door Patti Smith is op 4 november verschenen bij uitgeverij De Geus.