Omdat ik ook wel eens voor volle zalen wil staan, denk ik er de laatste tijd steeds vaker aan om een tributeband te beginnen. Ik heb tevergeefs geprobeerd om door te breken met mijn Duits-Nederlandstalige band Der Cumslikkers. In het begin was dat leuk, voor negentien niet-betalende bezoekers een mix van schlagers en lukraak gesamplede orgasmes van het podium beuken, maar de jeugdhonken begonnen me op te breken.
Als je niet meer weet wat je tijdens de gezamenlijke maaltijd ruikt, de 34 vrijwilligers of de macaroni, dan moet je een keuze maken. Die keuze heb ik gemaakt. Ik neig naar een Dire Straits-tributeband, maar dan Nederlandstalig. Allemaal teksten die geschreven hadden kunnen worden door Acda en De Munnik met een snufje Guus Meeuwis. Marketingtechnisch heb ik dan in één klap alles op een podium staan waar mensen dol op zijn. Het liedje Sultans Of Swing heet nu Koningen Van De Alimentatie, met meteen vanaf het begin die typische Acda-zinnetjes erin. ‘Theo wordt wakker naast een vrouw, het is niet de zijne / Hij drinkt thee maar Theo is een echte koffieman.’ En dan nog Meeuwis. Iets met verlangen naar een of ander Brabants knaagdier en lukraak het woord ‘gezelligheid’ ertussendoor gooien. Kassa. Ik ga het gewoon eens heel anders aanpakken.
Waarom? Nou, hierom. De Nederlandse band Nagasaki Swim bracht deze maand de beste plaat ooit van een Nederlandse band uit: The View From Up There. Volkomen eigen liedjes over verlangen, verlammende angst wanneer je opeens oog in oog met de liefde van je leven staat, sluimerend doodsverlangen, de redding door muziek, vijf minuten gelukkig zijn en daarna alweer bang zijn dat iemand het uit je handen slaat. Een meesterwerk. Prachtig allemaal, schitterend zelfs, maar Nagasaki Swim lijkt dus helemaal niet op een andere band. Dat gaat ze opbreken.
Dát is wat mensen nu willen: met zijn drieduizenden in een hal staan en dan naar een man kijken in een balletpak, die met een opgeplakte snor onder zijn neus een soort van best wel een beetje op Freddie Mercury lijkt. Op die nostalgiegolf ga ik nu ook surfen. Al die zakkenwassers kunnen krijgen wat ze willen. Als Dire Straits in Acda en De Munnik/Meeuwis-Nederlands een succes wordt, heb ik de volgende show al klaar. Een Velvet Underground-tributeband met Gordon als special guest. Die laat ik dan ergens halverwege met een witte zwabber op zijn kop heel vals zingen. ‘Hahaha, ja mensen, hol. Ik ben Andy WarHOL. Ohhh wat errgggg. Wil ik al die handjes zien, kennen we deze nog?’ En dan I’m Waiting For The Man in een vertaling van Roel van Velzen eroverheen.
De mogelijkheden zijn onbeperkt. Als MJ Lenderman hier ooit populair wordt – moge God dat verhoeden – dan ligt mijn tributeconcept al klaar. Lenderman zingt op de plaat van deze eeuw, Manning Fireworks, de beste zin van de laatste vijftig jaar. ‘And a wristwatch that tells me I’m on my own.’ Dat wordt in mijn tributeshow, met de 3JS samen als één Lenderman, de volgende zin: ‘Ik zit in een band vol met Nederlanders en als ze zingen voel ik mij echt alleen.’