En ik maar denken dat de geest van Kurt Cobain met een pesterig grijnsje in Karla Chubb was gevaren. Zoekend naar een verklaring waaróm ik in hemelsnaam het album Letter To Self van haar band Sprints maar bleef draaien, had ik besloten dat ’t kwam omdat die plaat een vorm van opwinding genereerde die ik sinds Nevermind nauwelijks meer had ervaren.
Waarschijnlijk zei dat meer over mij dan over Sprints, maar toch. Ik bespeurde woede, rebellie, stuwkracht, harde gitaren, refreinen voor de eeuwigheid en een woord dat op termijn het inmiddels verboden ‘urgentie’ moet gaan vervangen, maar waar ik zo gauw niet opkwam. ’s Nachts droomde ik dat de gitaarrock weer eens gered ging worden. Enfin, eind februari zou ik live het wonder gaan aanschouwen, want Sprints trad op in de Amsterdamse Tolhuistuin.
Ik zou met bonzend hart gaan ervaren dat er nog ruimte was voor opstandige, eerlijke, grungy garagerock met in de frontlinie een vrouwelijke Kurt, eentje die furieus kan brullen én krachtig kan zingen. Even daarvoor had ik – toevallig – de Birthday Party-docu Mutiny In Heaven bekeken, over een band die fantastische muziek maakte maar toch bezweek aan chaos en zelfdestructie. Een inspirerende film.
Goed, Sprints live dus, twee dagen later. Zouden ze met nurkse koppen een woedende, arrogante en snoeiharde set hebben afgewerkt en vervolgens zwijgend van het podium zijn gestapt, dan was ik fan voor het leven geweest. In plaats daarvan zag ik een muzikaal best wel degelijk optreden van vier lieve mensen, de gitaren nét te zacht afgesteld.
De bedoelingen waren goed. De zangeres was niet boos maar vrolijk, haalde tussen de nummers door met lange betogen – over veiligheid en inclusiviteit – alle vaart uit de set en sprong op het eind volgens plan het publiek in (op de setlist bij de lichtman stond bij het slotnummer de aanwijzing ‘singer in crowd’, ik verzin dit niet).
Bij de toegift kwamen ook de leden van voorprogramma English Teacher het podium op om gezellig met z’n allen een feestje te bouwen. Ik wist weer: wishful thinking heeft géén invloed op de loop van de popgeschiedenis. Die plaat van Sprints heb ik sindsdien niet meer durven draaien.