Ook waar popmuziek gemaakt wordt, vallen doden. Maar omdat we deze wetmatigheid niet schouderophalend naast ons neer wensen te leggen, branden we in de kersteditie van OOR en op OOR.nl een kaarsje voor de popdoden van 2024. Vandaag: Jean-Marie Aerts (20 april, 72 jaar).
Foto Roy Tee (1985)
‘De heldenrol is weggelegd voor Jean-Marie Aerts, die zijn gitaar gebruikt als scharensliep en er tegelijkertijd zoveel fraaie kunstjes mee uithaalt dat het kwijl je uit de oren loopt.’ Aldus OOR-recensent Swie Tio in zijn recensie van het debuutalbum van T.C. Matic (1981), de band die nog altijd een ereplek heeft in het museum van aardverschuivend fantastische Belgische bands. Maar goed, Jean-Marie Aerts dus. Gitarist, producer, geluidsvernieuwer, Vlaamse rockheld.
Wat Andy Gill deed bij postpunklegende Gang Of Four, deed Aerts – in de schaduw van zanger/natuurkracht Arno Hintjens weliswaar – bij T.C. Matic: hakken, schaven, stotteren, hameren en figuurzagen. Maar dan op de gitaar. Hij verschafte T.C. Matic er een onmiskenbare signature sound mee. De hang naar afwijkende klanken zat er bij Aerts al vroeg in: als kind was hij gefocust op de omgevingsgeluiden van de vissershavens van Zeebrugge en drumde hij op potten en pannen, zijn grote gitaarhelden waren Jimi Hendrix en Jan Akkerman en naar eigen zeggen was Aerts de eerste Belgische gitarist die zijn versterker op maximaal volume zette, ‘puur voor het effect van de vervorming’.
Vóór hij met Hintjens T.C. Matic begon, was hij gitarist bij Vlaamse zangers als Johan Verminnen en Raymond van het Groenewoud. Ná T.C. Matic begon hij een solocarrière (onder de naam JMX) en werkte hij als producer, onder meer voor De Kreuners, Absynthe Minded en de Nederlandse bands De Div en Urban Dance Squad.