Ook waar popmuziek gemaakt wordt, vallen doden. Maar omdat we deze wetmatigheid niet schouderophalend naast ons neer wensen te leggen, branden we in de kersteditie van OOR en op OOR.nl een kaarsje voor de popdoden van 2024. Vandaag: Karl Wallinger (10 maart, 66 jaar).
Foto Roy Tee (1990, Amsterdam)
In de jaren dat The Waterboys hun grootste commerciële successen behaalden – met albums als A Pagan Place (1984) en This Is The Sea (1985) – fungeerde Welshman Karl Wallinger als geluidsbepalend sidekick van voorman en songschrijver Mike Scott. Maar zoals het wel vaker gaat in maritieme kringen gooide het beroemde adagium met de twee kapiteins het, eh, roer om: Wallinger verliet The Waterboys en richtte World Party op, aanvankelijk een eenmansband. Al wist hij dat laatste op ludieke wijze te maskeren door op debuutalbum Private Revolution (1987) muzikale credits te geven aan gitarist Rufus Dove, harpist Martin Finnucane, sitarspeler Ahmet Gottlieb en pianist Millennium Mills – stuk voor stuk pseudoniemen van Wallinger zelf.
De doorbraak volgde met het album Goodbye Jumbo (1990), waarop Wallinger zijn zoektocht naar het ultieme, op The Beatles, Prince en – ja, toch wel – The Waterboys geïnspireerde popgeluid twaalf nummers lang op bijna perfecte wijze vormgaf. Beter werd het vervolgens niet meer, al was ook het daaropvolgende album Bang! (1993) nog redelijk succesvol en scoorde Robbie Williams in 1999 een nummer 1-hit met het door Wallinger geschreven She’s The One.
De eerste echte tegenslag volgde in 2001, toen Wallinger werd getroffen door een hersenbloeding en een tijdlang niet kon spreken of muziek maken. World Party werd vijf jaar lang on hold gezet. Tot een nieuwe plaat kwam het nadien niet meer, ook al verklaarde Wallinger eind 2022 in een interview dat hij ‘twenty-odd years of material’ klaar had liggen en mikte op een albumrelease begin 2023. Wallinger stierf aan de gevolgen van een hartinfarct.