OORnotOOR

Khanate: trager, harder en tijdrovender krijg je je sludgemetal niet

In OORnotOOR belichten we elke maand een artiest, een genre, een muzikale uithoek of een veelbelovend opbloeiende scene die je normaliter misschien niet zo snel in OOR zou verwachten – of hoogstens in de krochten van onze recensierubriek. Omdat ze ‘officieus’ buiten onze scope vallen. Deze maand: avant-metalband Khanate. Trager, harder en tijdrovender krijg je je sludge niet. In april op Roadburn.

Wie? Khanate. Een van de hardste, traagste en heftigste drone-, doom- en sludgebands ooit. Wrede, tot het uiterste van de rekbaarheid uiteen getrokken gitaarriffs, zang waarvoor werkwoorden als ‘krijsen’, ‘brullen’ en ‘getormenteerd janken’ nog understatements zijn, drumritmes die kruipen, slepen en zwoegen. Kwam op in de jaren nul en bracht metal naar de kunstmuziek en andersom, ging ten onder aan desintegratie, hervond zich gaandeweg.

Waarom nu? Comebackalbum To Be Cruel van vorig jaar markeerde hun terugkeer op buitengewoon overtuigende wijze, festival Roadburn verwelkomt ze straks weer op het podium.

Wat voor lui zijn dat, die zulke ongelofelijke teringherrie maken? Nou nou. Khanate was bij de oprichting, zo rond 2000, eigenlijk al een soort supergroep van de linksaf slaande metal, ook wel avant-metal. Drummer Tim Wyskida kennen we van Blind Idiot God, gitarist Stephen O’Malley had al enige roem vergaard in Burning Witch en had toen ook al Sunn O))) (dat pas later echt zou doorbreken), bassist James Plotkin en zanger Alan Dubin hadden in de jaren negentig een cultreputatie opgebouwd in Old Lady Drivers, kortweg OLD. Bij oprichting woonden ze allemaal in (of vlakbij) New York en hun muziek verklankte ook enigszins de stress, de druk en het volume van die stad. Zeker post-9/11.

Is dat nog zo? Ergens wel, al wonen de muzikanten tegenwoordig nogal verspreid. Dubin is in New Jersey blijven hangen, Plotkin zit in een klein stadje in Pennsylvania (‘Wel veel rednecks hier’), O’Malley woont met echtgenote annex dronemuzikante Kali Malone in Parijs en Wyskida zit in Berlijn. Dankzij die geografische omstandigheid kwam deze zeer welkome comeback nogal vertraagd van start, al was corona ook wel een ding.

‘We begonnen rond 2017’, zegt Plotkin, die behalve bas de nodige elektronische lagen toevoegt en ook nog eens de boel arrangeert en ‘monteert’. ‘Maar het was lastig om de agenda’s naast elkaar te leggen.’ Het begon met sessies van Wyskida en O’Malley, de Europese tak, waarbij de eerste er eerder een nieuw Khanate-album in hoorde dan de aanvankelijk nogal sceptische O’Malley.

‘Ik zei tegen Tim: laten we zien waar we uitkomen, zonder enige verwachtingen. Maar het was wel heel tof om weer met Tim te spelen.’ Uiteindelijk liet O’Malley zich overhalen, waarna het duo een dubbele CD-R met de resulterende opnamen – ‘ruwe structuren’ – naar Plotkin en Dubin aan de andere oever van de oceaan stuurde.

‘Het moesten wel fysieke exemplaren zijn’, zegt O’Malley, ‘geen dorre WeTransfers of zo.’ Dat hielp: Plotkin en Dubin zagen het ook wel zitten om de draad weer op te pakken die rond 2009 zo ontluisterend afraffelde. Waarna de opnames plaatsvonden, overigens zonder dat de vier leden ooit samen in één studio zaten. ‘Dat gebeurde pas bij de mix’, zegt O’Malley. ‘Maar toen werd het haast te gezellig. We hadden beter naar de kroeg kunnen gaan.’

Dus vond het team een tweede mix nodig. Plotkin: ‘Toen wisten we pas echt wat we wilden. Het was opwindend om op te nemen, maar pas met enige afstand kun je goed zien wat de muziek nodig heeft, en hoe je dat wilt afwerken. En vanwege corona was er ook geen haast.’ Plotkin bekent dat hij niet zeker was of deze reünie zou werken.

‘Hoe lang kun je stoppen, om daarna op effectieve wijze de draad weer op te pakken? Maar het bleek toch weer in elkaar te grijpen, hoe verschillend we ook zijn. Misschien schuilt in de noodgedwongen compromissen wel de kern van de band. En het muzikale klimaat is er ook naar, al werd me dat pas echt duidelijk bij de positieve ontvangst van de plaat.’

Dat muzikale klimaat? Wat bedoelt ie? Dat heeft ook te maken met de algehele toestand in de wereld. Of niet, James? ‘Het is een zootje in de wereld, ook nu weer. Veel onzekerheid, veel mentale wanhoop. Voor Alan is dat een vruchtbare bodem, voor zijn teksten en zijn zang. Frustratie, boosheid, destructieve krachten… Ik geloof dat Khanate dat reflecteert.’

Zoveel verandert er ook weer niet in de wereld. Inderdaad, ook al zijn de mannen geen jonge honden meer die op hun eigen leeftijdsspecifieke manier omgingen met de wereld in het algemeen en met dat hectische New York van die tijd in het bijzonder. O’Malley, dit jaar 50 (‘Ik ben de jongste in de band. Niemand weet hoe oud Alan Dubin is. 70? 200?’), ziet in het verstrijken van de tijd tot een zekere rijpheid juist een zegen.

‘Je hoeft niet meer op allerlei extreme manieren op de wereld te reageren. Onze sound was heel agressief, en het gedrag van sommige bandleden ook. Maar nu stoppen we die agressie helemaal in de muziek, op een esthetische manier. De kern van Khanate is erg puur, dat is wat ik uit die oorspronkelijke opnames met Tim haalde.’

Die Khanate-sound, wat is dat precies? Dat zit ‘m in van alles. Natuurlijk in die extreme krijszang van Dubin, wiens partijen in het verleden wel werden opgenomen in een kast. Maar ook in andere dingen. De geluidsbehandeling en de arrangeerkunsten van Plotkin.

‘De maatsoorten en de riffs, dat zijn Tim en ik’, zegt O’Malley. ‘Bij die oorspronkelijke opnames met Tim, toen er wat mij betreft nog helemaal geen sprake was van nieuw Khanate-werk, nam ik me voor om zo vrij en onbevangen mogelijk te werk te gaan, los van wat ik eerder gedaan had, met Khanate of niet. Dat het resultaat dan toch weer erg als Khanate klonk, zegt ook wel wat. In die chemie schuilt ook de essentie van deze band.’

Dus het zijn geen oude mannen die nog een keer hun vertrouwde kunstje doen? Wat een onzin. Zet To Be Cruel nog eens op en je weet wel beter, tegen de tijd dat we je weer van de muur geschraapt hebben. Terug naar O’Malley. ‘Als Khanate hebben we nog nooit zo goed gespeeld als nu. Deze plaat is de essentie van de band op zijn best. Dit is wat we in 2006 probeerden te doen.’

De meeste nummers van Khanate duren wel erg lang, begrijp ik. Maar dat is juist het mooie van die band! Vindt ook Plotkin, die heel eerlijk de invloed van minimalpionier en droneprofeet La Monte Young toegeeft. ‘Hele volksstammen muzikanten denken nooit buiten de kaders van het drie-minuten-popliedje. Terwijl er daarbuiten zoveel te ontdekken is, zoveel te halen bij allerlei invloeden. Een heel universum!’

‘Dat ontdekken, dat houdt me scherp. Ik hou van muziek waarin je kunt verdwijnen, om naar te luisteren en om zelf te maken. Al moet ik toegeven dat we live wel eens in zo’n lang nummer verdwalen, de weg kwijtraken.’

Als dat op Roadburn nou maar niet gebeurt. Over Roadburn gesproken: James Plotkin is de enige van de bandleden die er nog nooit gespeeld heeft. Stephen, hoe zou jij dat festival aan je bandgenoot omschrijven? ‘Laat ik het zo zeggen: er zijn tegenwoordig maar weinig festivals waar ik als fan kom, zonder er zelf te spelen Maar bij dat festival doe ik dat wel. Roadburn en Le Guess Who?, dat zijn echt rolmodellen voor wat festivals zouden moeten zijn.’

TO BE CRUEL is in juni 2023 verschenen.

KHANATE: 20 apr Roadburn, Tilburg

deel dit artikel

Meer:

Khanate
album

To Be Cruel

Er ging een collectieve siddering door het avant-gardistische...
album
Khanate

To Be Cruel

Er ging een collectieve siddering door het avant-gardistische...

Meest gelezen

MEEST RECENT

INLOGGEN