Iedereen die regelmatig een concert bezoekt, weet: heeft de artiest in kwestie er overduidelijk zelf plezier in, dan is de kans significant groter dat zijn publiek zich ook goed vermaakt. Op een of andere manier lijkt die wetenschap nog (steeds) niet bij London Grammar terechtgekomen, getuige een zeer plichtmatige show in de Ziggo Dome.
Dat zangeres Hannah Reid, gitarist Dan Rothman en drummer Dominic Major sowieso niet heel gevoelig zijn voor een gezonde dosis interactie, dát is op zich niks nieuws. Maar ook voor hun doen is dit een mager avondje. Reid wendt zich pas tot het publiek als we al zo’n drie kwartier onderweg zijn, om maar eens een voorbeeld te noemen. Daaromheen ontvouwt zich overigens wel het hoogtepunt van de avond, wanneer het drietal ‘stiekem’ naar het kleinere podium in het midden van de zaal verhuisd is voor (onder andere) een prachtige akoestische versie van Fakest Bitch.
Daar is het meeste positieve dan ook wel mee gezegd, want London Grammar lijkt na al die jaren nog steeds niet te weten wat ze überhaupt willen uitstralen. Het ene moment vliegen de euforische synthesizers of kleurrijke lichten je om de oren, en nog geen tien minuten later spreekt Reid iemand voor het podium aan over het feit dat hij ‘te vrolijk’ is. Dat is – zo meent zij, al dan niet met een knipoog – niet de bedoeling. Het is tenslotte een London Grammar-show en dus hoort men in zak en as te zitten. Tsja.
In de kleine anderhalf uur dat de drie op het podium staan, volgen de tegenstrijdigheden elkaar dan ook op. Enerzijds is er gekozen voor minimale aankleding – de sfeervolle lichtshow daargelaten – waardoor ze behoorlijk verzuipen op het grote podium van de Ziggo. Anderzijds knalt Major er in het slotstuk van House opeens een lange en vooral onnodige drum & bass-outro inclusief lasershow in die doet vermoeden dat we bij Fred Again.. staan. Nog geen minuut later zien we Reid tijdens How Does It Feel (weer) als een dood vogeltje over het podium wandelen, alsof ze een ongemakkelijke Idols-auditie tot een goed einde probeert te brengen. Jerney, Henk-Jan, Eric & Edwin zouden elkaar met gefronste wenkbrauwen hebben aangekeken. Bovendien vallen die uitersten moeilijk met elkaar te rijmen.
Het gebrek aan energie en uitstraling krijgt – logischerwijs – automatisch ook vat op de zaal, waar bar weinig enthousiasme te bespeuren valt. Dat komt overigens evengoed door de muzikale invulling: het gros van de liedjes voelt als een gemiste kans. Op een of andere manier kiest de band er namelijk bewust voor om ook live enkel met z’n drieën op te treden, waardoor veel instrumentatie uit een ‘doosje’ komt en bijvoorbeeld strijkers en achtergrondkoortjes vlak klinken.
Je zou toch zeggen dat het er bij een tournee van dit formaat wel af zou kunnen om één of twee zangeressen en een tweetal strijkers mee te nemen. Bovendien los je er automatisch het probleem van een leeg podium mee op. Bij tracks als Baby It’s You, waar de vele synths dragend zijn en het nieuwe You And I – toevallig na elkaar gespeeld – valt het op dat deze nauwelijks binnenkomen, juist doordat er niet geïnvesteerd is in wat extra muzikale aankleding en mankracht.
Toch is het niet alleen maar kommer en kwel. Alleen al het feit dat de stem van Reid, die in het verleden toch vaak een zorgenkindje is geweest, nu (bijna) de hele show overeind blijft staan, is al winst. De zangeres van deze drie-eenheid beschikt over een van de meest bijzondere stemmen van de afgelopen tien jaar en laat ze dat deze keer goed horen. Mede daardoor is Strong niet alleen het mooiste, maar ook het beste liedje op de setlist, én beseffen we plots hoe goed het geluid in Ziggo Dome vanavond is. Vooral de combinatie van Reid’s stem met het simpele, maar gelaagde gitaarspel van Rothman komt keer op keer perfect binnen.
Maar ja: het feit dat een zangeres, een gitarist en een paar geluidstechnici hun werk (goed) doen, wil natuurlijk nog niet zeggen dat de vlag uit kan. Integendeel: London Grammar moet dringend terug naar de tekentafel om uit te vogelen wie ze nou precies wil zijn.
Fotografie Willem Schalekamp