Toen het destijds veelbelovende hiphopduo Dret & Krulle in het voorjaar van 2010 terugblikte op de Grote Prijs van Nederland, was het niet hun winst waar ze vol van waren. Wat écht indruk had gemaakt was dat al hun vrienden en familieleden uit de Bijlmer naar Paradiso waren gekomen. Een aanzienlijk deel, vertelden de rappers, had daar flink voor moeten sparen; ze konden het geld eigenlijk niet missen.
Ik heb het voor de zekerheid even opgezocht. De kaartjes kostten 12 euro.
De herinnering aan het gesprek kwam bovendrijven toen Lowlands aankondigde 300 euro voor zijn tickets te vragen. De ophef die volgde schudde nieuwsredacties wakker. In Trouw rekende festivaldirecteur Eric van Eerdenburg voor dat de prijsstijging, afgezet tegen de kosten, behoorlijk meevalt. Hij zei er uitdrukkelijk voor te kiezen om Lowlands ‘niet financieel maximaal te exploiteren’. Een afdelingshoofd van Mojo in diezelfde krant: ‘Je wilt niet dat festivals alleen voor de happy few zijn.’
De grap is natuurlijk dat ze dat altijd al zijn geweest. Er verschijnen alleen pas krantenberichten over als de witte middenklasse buiten die happy few dreigt te vallen.
Desalniettemin is het opbeurend te lezen dat Mojo zich inspant om de boel enigszins betaalbaar te houden. Dat lijkt een soort ongeschreven regel. Er zijn genoeg artiesten die een dagloon voor een concertkaartje durven vragen, maar in andere takken van sport gaat het veel verder. Bepaalde champagnes, sneakers en horloges danken hun populariteit zelfs aan de belachelijke prijskaartjes die eraan hangen. In onze sector bestaat zoiets niet. Het lijkt me iets om te koesteren.
Wie een beetje avontuurlijk is ingesteld kan met de hand op de knip genoeg ontdekken. Het stikt in Nederland van de goedkope en zelfs gratis concerten en festivals. Je ziet dan misschien niet Billie Eilish of U2, maar je hoeft nauwelijks je best te doen om iets te vinden wat minstens zo goed is.
Wat nu volgt is zo vanzelfsprekend dat we er zelden bij stilstaan hoe bijzonder het eigenlijk is: bij opgenomen muziek is prijsdifferentiatie nauwelijks aan de orde. De lp’s van de Beatles waren indertijd net zo duur als die van mindere goden. In het streamingtijdperk maakt het al helemaal niet meer uit waar je van houdt. Iedereen die genoeg geld heeft voor een internetabonnement en een telefoon of laptop kan onbeperkt genieten. De liedjes van een wereldster als Miley Cyrus zijn net zo toegankelijk als die van een impopulair rammelbandje als The Early Mornings. Zo bezien is de muziekwereld ontzettend egalitair.
Ondertussen doen organisatoren hun best om ook het livecircuit eerlijker te maken. Diverse festivals verkopen hun tickets in meerdere fases: vroege vogels betalen minder dan luie donders, zodat mensen met een kleinere beurs en een wekkerradio in ieder geval een kans maken. Al ben je daar natuurlijk niet mee geholpen als je nog geen 12 euro kan missen. De muziekwereld is creatief, maar sommige problemen liggen te diep om zelf op te kunnen lossen.
Gratis naar Pinkpop met OOR!
Kijk hier voor de actie.