Nick Cave twee keer in de Ziggo Dome: de wonderen zijn de wereld nog niet uit, al verbaast tegenwoordig weinig meer als het over de soms wel erg vereerde zanger gaat. Maar hoe groot de zaal ook, en hoe kitscherig de keuze voor een gospelkoor volgens sommigen ook is: op de eerste avond krijgt hij de zaal toch mee. Zonder emotionele breekbaarheid, deze keer.
Fotografie Daniël de Borger
Terwijl Ajax een Turkse ploeg met een pak slaag opzij zet in de Johan Cruijff Arena staat in de Ziggo Dome naast het stadion de eerste Nederlandse show van de huidige Wild God Tour op het programma. En zoals dat gaat bij zulke shows, zelfs bij de Bad Seeds: zo’n aftrap zit nog vol onwennigheid, en vanavond zelfs vol charmante kleine foutjes die je van een podiumdier als Cave helemaal niet verwacht.
Is Nick Cave normaal voorman van een geoliede machine, nu staat hij opeens met zijn mond vol tanden als Red Right Hand al van start is gegaan. Hij is als een bezetene richting de loopplank voor de eerste rij vertrokken en… hij weet de tekst niet meer. ‘Fuck, ik heb al heel lang geen Peaky Blinders meer gekeken.’
Om daarna de macht weer in handen te nemen en – vast ook dankzij die drie verscholen schermen met teksten – alsnog een vlammende versie af te leveren. Strak in pak. Bezeten. Het vierkoppige gospelkoor meeslepend in zijn gekte. De duivelsdans dansend met de steeds krommer buigende Warren Ellis, die beukt op zijn viool en meermaals doet alsof hij ‘m aan gort wil slaan.
Dit is het dus, de tournee op volle sterkte die Cave voor zich zag toen corona roet in het eten gooide. Hij nam noodgedwongen een andere afslag, maakte nog meer muziek met Ellis, ze gingen samen zelfs op tournee. De Bad Seeds, ze wonen niet eens op dezelfde continenten, werden een paar jaar lang nauwelijks meer bediend. En Cave? Hij verwerkte de vreselijke dood van zijn zoons in tekst en geluid en kreeg dankzij die kwetsbare opstelling de afgelopen jaren steeds meer fans, die hem steeds intenser adoreren.
Maar na platen als Ghosteen en Skeleton Tree kon je concluderen dat de loopbaan van Cave muzikaal nu wel heel erg in delen uiteen begon te vallen. Het nieuwste deel werd de afgelopen jaren wel heel nadrukkelijk getekend door de muzikale invloed van Ellis en zijn soundscapes. En die aanpak leek uitgewerkt, al was de duoplaat Carnage nog prachtig. Toch: in Cave’s muziek zat steeds minder zuurstof.
En dan waren er nog al die andere zaken die hij oppakte. Beeldende kunst. Boeken. Stapels interviews over rouwverwerking, het een nog zwaarder dan het ander (aan het grote Nederlandse interview dat hij gaf aan Volkskrant Magazine was maar weinig touw vast te knopen). Maar het was Cave zelf die besloot dat het weer anders moest. Dus staat de band weer op het podium deze tour, en hebben ze ook weer meer te doen. Ook opvallend: Cave heeft zich duidelijk voorgenomen tussen de nummers door weg te blijven van al teveel emotie.
Heel even kun je nog een speld horen vallen, als Cave vroeg in de show vertelt waar het geweldig slepende O Children over gaat. Over zijn kinderen dus, en hoe hij die moeilijk kon beschermen toen hij het schreef, twintig jaar geleden. Dat hakt erin. Maar dieper graaft hij niet. Online schrijft hij emotionele antwoorden op emotionele vragen op The Red Hand Files, maar op avond één van twee in de Ziggo Dome blijft hij lang aan de oppervlakte. ‘We moeten ons concentreren’, meldt hij op enig punt van de show zelfs, en dat blijkt: het aantal slordigheidjes is al snel niet meer te tellen, al zal het grote publiek zich er niet aan hebben gestoord.
Cave laat zich er niet door kisten. Hij grapt dat je hem niet mag feliciteren met zijn 67ste verjaardag. ‘Jarig zijn op mijn leeftijd is niet leuk meer.’ Tegen een fan die minstens vijf keer probeert hem een kikker te geven: ‘Ik neem ‘m aan, maar ik kan geen hele show zingen met een fucking frog.’ Nee, een kerkdienst is deze show niet. En dat is te merken in de zaal, waar deze show door sommigen die er de vorige, beladen keer in de Ziggo Dome ook bij waren misschien wel als wat gewoontjes wordt ervaren. Er wordt bier gehaald, gejoeld, gekletst. Er hangt een beetje een festivalsfeer. En zit daar nou echt iemand Ajax op z’n telefoon te kijken?
Maar gewoontjes, dat is een show van Nick Cave natuurlijk allesbehalve. En zalvende woorden hoeven we niet per se te horen om toch overrompeld te worden. De verering van Cave neemt overdreven trekken aan en hij lijkt zich er aardig in te wentelen, maar pats, daar is opeens een nummer als Tupelo, met Cave driftig schreeuwend, de eerste rijen bespelend zoals hij altijd doet. Cave is er nog! En pets, daar is From Her To Eternity, ook al een nummer als een oerkreet. Hard, fel, genadeloos. Die kant van Cave is dus toch niet definitief ondergesneeuwd.
Het beste nieuws is nog wel dat zijn nieuwe plaat Wild God hooguit een middenklasser leek in zijn mooie oeuvre, maar op het podium blijken er een paar schatten op te staan. De ballade Long Dark Night gaat door merg en been. O Wow O Wow (How Wonderful She Is) wordt opgedragen aan Cave’s overleden oer-bandmaatje Anita Lane. En Final Rescue Attempt bezorgt ook al kippenvel, vooral dankzij een paar prachtige regels. ‘After that, nothing ever really hurt again’, zingt Cave. Het leek helemaal geen zware avond, omdat Cave deze keer voor grapjes en dus zuurstof koos en niet voor beladen woorden. Maar ja, al die teksten. Daar raakt hij al die duizenden mensen toch weer mee in hun ziel.
Gezien: 26 september 2024 in Ziggo Dome, Amsterdam