NOFX stopt ermee. Onder de noemer ‘40 years, 40 cities, 40 songs’ trekt de Californische punkrockband nog één keer de wereld rond. Om vaarwel te zeggen. De reden voor het einde: Fat Mike ‘geniet er niet meer zo van als vroeger’. Omdat de frontman tijdens de laatste Nederlandse clubshow, vorig jaar in de Melkweg, zijn stem kwijt was, waren de heren het aan hun stand verplicht terug te keren voor een waardig afscheid. Dat gebeurt op het Ketelhuisplein in Eindhoven, pal naast het Klokgebouw van Strijp-S, in de vorm van een heus punkrockfestival dat twee dagen duurt, met elke dag een unieke setlist en zes support-acts.
Fotografie Tiffany Peters
Het evenement vindt plaats op een grotendeels verhard terrein tussen oude Philips-gebouwen, kantoren en woontorens. De eerste festivaldag is op zaterdag. Die verkoopt ruim van tevoren uit. Waar er bij de Melkwegshow kritiek was op de hoge kaartprijs van 57,50 euro, worden 79 euro voor een dagkaart en 139 euro voor een weekendticket ditmaal gezien als acceptabel, gezien het middag- en avondvullende programma. Alleen de gelimiteerde Bro Package is met een prijs van 500 euro exorbitant hoog. Daarmee krijg je dan wel toegang tot het festival en het VIP-gebied, mag je de show van NOFX kijken vanaf het podium, kan je band ontmoeten en zijn drinken, een backstagepas en een merchandisebundel bij de prijs inbegrepen.
Naast NOFX spelen op zaterdag Clowns, The Meffs, Versus The World, Scream, Talco en Circle Jerks. Naarmate de dag vordert wordt het steeds drukker. Vlak voordat de hoofdact om negen uur begint, staat het terrein met zesduizend bezoekers helemaal vol, met lange rijen bij de drankstands tot gevolg. Als NOFX het podium betreedt, klinkt Time Warp, de grootste hit van The Rocky Horror Picture Show.
Met het zelfverklaarde mission statement 60% dekt de band zich vervolgens in (‘It’s not that we don’t pull it. It’s just that we only give about sixty-or-so percent’). Niet gek, gezien de heren – met Fat Mike voorop – een nogal bedenkelijke livereputatie hebben, met rommelige shows, valse zang, dronkenschap, drugsgebruik en veel gepraat. Vandaag is anders. Niet alleen meldt de frontman: ‘We’re gonna do more music and talk less’, ook speelt de band ontzettend strak.
Voorafgaand aan de show maakte NOFX bekend op zaterdag vooral materiaal te spelen van de albums Punk In Drublic (1994) en Wolves In Wolves’ Clothing (2006) en de EP The Longest Line (1992). Dat lukt de eerste paar nummers prima, met de door het voltallige publiek meegezongen hits Linoleum, Leave It Alone en Perfect Government. Daarna volgen songs van meer dan tien verschillende releases. Gitarist Eric Melvin zingt Six Years On Dope, bij Don’t Call Me White overstemmen de toeschouwers de band, er klinkt een cover van Rancid (Radio) en toetsenist Karina Denike (Dance Hall Crashers) zingt het laatste deel van Lori Meyers.
De mensenmassa – vooral dertigers, veertigers en vijftigers – kolkt en danst. En hoewel minder verbaal aanwezig dan gebruikelijk neemt Fat Mike toch geregeld het woord. Hij bedankt de fans (‘You’re gonna miss us’), weet nu al dat de band vandaag beter speelt dan de volgende dag en steekt zijn mening over het Israëlisch-Palestijns conflict niet onder stoelen of banken.
Halverwege de set wordt de piepkleine gele banner vervangen door een grote, die de heren hun ‘Amsterdam banner’ noemen. NOFX toont zijn muzikale veelzijdigheid met oi! (The Brews), ska (Johnny Appleseed), een stukje Amoeba (Adolescents), sterke koortjes, El Hefe’s trompetspel en hardcore uit de begindagen (Six Pack Girls). Na negenentwintig songs en een pauze van een kwartier keert de groep terug voor nog wat nummers, om te besluiten met Theme From A NOFX Album, met Eric Melvin op accordeon. Veertig nummers halen de heren net niet, maar de show is zo goed dat dat ze vergeven is.
De tweede dag begint met shows van Antillectual, The Last Gang, Itchy, Negative Approach, Heideroosjes en opnieuw Circle Jerks. Waar het op zaterdag maar een keer kort regent, giet het op zondag gedurende een groot deel van het festival. Dat heeft zijn weerslag op het aantal bezoekers, zo’n vierduizend in totaal. Maar die zien opnieuw een band die erg goed speelt en zoveel plezier heeft in het optreden dat je je afvraagt of er nog sprake is van Fat Mike’ initiële reden om te stoppen.
De show opent met AC/DC-cover Riff Raff, Dinosaurs Will Die en de hard meegezongen hits Stickin’ In My Eye en Bob. Waar het volume op zaterdag al redelijk bescheiden is vanwege de omwonenden, staat het geluid vandaag nog wat zachter. Dat doet niets af aan de overtuiging.
De focus ligt ditmaal op de albums So Long And Thanks For All The Shoes (1997) en Pump Up The Valuum (2000). Dat geldt echter niet voor The Idiots Are Taking Over (van The War On Errorism) met de actuele woorden: ‘It’s not the right time to be sober, now the idiots have taken over.’ Tijdens die song laat Eric Melvin een aantal keer een kreet horen. Die moet hij van Fat Mike na het nummer nog een paar keer laten horen, met veel hilariteit tot gevolg. Het plezier werkt aanstekelijk.
Karina Denike is opnieuw van de partij, ook als de groep na een plaspauze begint aan de laatste paar liedjes. De reguliere set eindigt na twintig songs met Les Champs-Élysées van Joe Dassin, met haar op zang. Het publiek is al bijna schor van het meezingen, maar slotstuk The Decline moet dan nog komen. Dat nummer van achttien minuten geldt als een heuse punkrockopera en bevat haast alle elementen die NOFX zo goed maakt.
Nog een keer trekt de band van leer, speelt nauwkeurig en strak en toont zijn maatschappelijke engagement. De eindmelodie met trombone wordt meegebruld tot ver na het einde. De dankbaarheid die de band toont is wederkerig. De heren nemen in Eindhoven op zo’n waardige manier afscheid – in twee akten – dat Fat Mike wel eens gelijk zou kunnen krijgen: we gaan ze missen.
Gezien: 18 en 19 mei 2024 op het Ketelhuisplein, Eindhoven