Ook waar popmuziek gemaakt wordt, vallen doden. Maar omdat we deze wetmatigheid niet schouderophalend naast ons neer wensen te leggen, branden we in de kersteditie van OOR en op OOR.nl een kaarsje voor de popdoden van 2024. Vandaag: Martin Phillipps (28 juli, 61 jaar).
Foto Roy Tee (Amsterdam, 1987)
‘Samen met Prince dient Phillipps uitgeroepen te worden tot de koning van het hedendaags surrealisme in de popmuziek’, besloot OOR-recensent Tom Engelshoven in 1987 zijn recensie van Brave Words, het eerste reguliere studioalbum van The Chills. Maar eerder al, ten tijde van Kaleidoscope World (een compilatie van singles en ander vroeg werk), was zanger/gitarist/componist Phillipps in OOR onvoorwaardelijk uitgeroepen tot popgenie. ‘De diversiteit van Phillipps’ melodieuze scheppingskracht roept maar één vergelijking op, die je nauwelijks durft uit te spreken: die met het schrijversduo Lennon/McCartney. Zelfs de schijnbare niemendalletjes blijven dagenlang door je kop spoken.’
Ja, Martin Phillipps was een grote. Zijn band The Chills behoorde tot de acts die in de jaren tachtig vanuit een duidelijk geprofileerde Nieuw-Zeelandse muziekscene – gegroepeerd rond indielabel Flying Nun – ineens de aandacht trokken; The Verlaines, The Clean en Sneaky Feelings zijn enkele van de overige namen. Maar The Chills waren hors catégorie, zoals ook te horen valt op latere albums als Submarine Bells (1990) en Soft Bomb (1995). Toch is het altijd een relatief obscure band gebleven; typisch een naam voor fijnproevers.
Het zal te maken hebben met het feit dat Phillipps er nooit een consistente band van wist te maken: bandleden kwamen en gingen, er werden soms jarenlange pauzes ingelast (al dan niet vanwege gezondheids- en drugsproblemen van Phillipps) en tussen 1996 en 2015 brachten ze überhaupt geen albums uit. Phillipps werd in eigen land beschouwd als een nationale held: zijn begrafenis werd bijgewoond door vele honderden fans en vrienden, en de uitvaart werd geleid door Grant Robertson, voormalig vice-premier van Nieuw-Zeeland.