Rewire is nog maar amper begonnen of het profileert zich al als een van de avontuurlijkste festivals van het jaar. Op tweede paasdag beleeft het evenement zijn officieuze opening in Filmhuis Den Haag, met een vertoning van Opus, een concertfilm over Ryuichi Sakamoto. In de live-registratie wordt de Japanse componist en pianist, die vorig jaar maart overleed aan de gevolgen van kanker, door zijn zoon in minimalistisch zwart-wit in beeld gebracht. Bijna twee uur lang speelt hij piano. Sommige composities verschillen alleen in detail van elkaar. Het vergt moeite van onze smartphone-hersenen om van begin tot eind geconcentreerd te blijven. Maar wie het volhoudt, vertrekt in een zen-achtige staat van kalmte. En met het gevoel iets heel bijzonders te hebben gezien.
Door Randy Timmers en René Passet
Openingsfoto René Passet (Aïsha Devi)
Hetzelfde gebeurt op de officiële openingsavond van Rewire. Maar dan op een andere, eveneens zeer avontuurlijke wijze. In de Koninklijke Schouwburg worden beeld, voordracht, muziek en moderne dans gecombineerd in Last And First Men (Koninklijke Schouwburg, donderdag, 20:15), een kunstzinnig optreden gebaseerd op het gelijknamige boek uit 1930 van Olaf Stapledon. De soundtrack en zwart-wit video’s van mysterieuze bouwwerken werden gemaakt door Jóhann Jóhannsson, de in 2018 gestorven IJslandse componist en filmmaker.
De performance gaat over de mensheid in de toekomst. Ons ras staat op het punt van uitsterven en zoekt middels communicatie via time and space contact met de mensheid van nu, die op de hoogte wordt gebracht van het naderende onheil, maar tevens om hulp wordt gevraagd. De soundtrack is er een van brommende cello en koele soundscapes, de choreografie traag en weird en de straffe stem van actrice Tilda Swinton houdt je op het puntje van je stoel. Dat er achteraf geen staande ovatie volgt, zegt niets over de kwaliteit, maar veel over de vibe van de performance. Ingehouden spanning. Wederom verlaat je de zaal verrijkt.
Foto René Passet
Altijd fijn als de eerste muzikant op je festivalroute een voltreffer is. De in Minneapolis geboren, in Californië woonachtige muzikant Cole Pulice (Amare Conservatoriumzaal, vrijdag, 18:00) gebruikt zijn saxofoon vaak als uitgangspunt van zijn meditatieve composities. Met een loopstation en andere elektronica trekt hij een aangehouden noot uit alsof het trekdrop is en bouwt daar een kleurrijk queer droompaleis van. Mooi man.
Henk & Melle (GR8, vrijdag 19:00) is het experimentele hobbyproject van twee door de wol geverfde Nederlandse muzikanten uit Smutfish en Hallo Venray. In Gr8 brengen de grijze mannen krautrock terug tot zijn uitgebeende essentie, waarbij Henk Koorn af en toe woordloze uithalen de microfoon inslingert. Het jonge, hippe twintigerpubliek gaat er uitstekend op.
Foto Parcifal Werkman
Lonnie Holley (Amare Danszaal, vrijdag 19:00) maakt doorgaans enorm experimentele muziek, waardoor het als een welkome verrassing komt dat zijn optreden tijdens Rewire eigenlijk best toegankelijk is. In de danszaal van Amare speelt hij ongeveer zes nummers, waarin hij met een prettig soulvolle jankstem leven en leed bezingt, terwijl zijn band – deels opgemaakt uit het duo Nelson Patton – jazz, blues en rock improviseert. De instrumentatie is van hoog niveau; de muzikanten rond de zanger zijn overduidelijk ervaren en goed op elkaar ingespeeld. Bij vlagen krijg je het gevoel op North Sea Jazz te zijn, waar hoogwaardige improvisatie aan de orde van de dag is.
Holley zelf is een bijzondere verschijning; een soulman in hart en nieren, iemand diep getekend door het leven. Zijn moeder liet hem achter toen hij baby was, de danseressen die hem vonden ruilden hem bij een slijterij in voor een fles whiskey en Holley groeide daar als adoptiekind van de beschonken eigenaar eenzaam en verwilderd op. Op soms onnavolgbare wijze predikt hij vanavond met uitpuilende ogen dat we dankbaar moeten zijn om op dit groene moederschip te mogen zijn. Dat hij meermaals naar de Haagse zaal en het publiek verwijst als Amsterdammers – en zelfs wat Amsterdam-woordspelingen maakt in zijn songs – is hem vergeven.
Foto Parcifal Werkman
Bij headliners op Rewire moet je nooit denken aan grote rocksterren of popartiesten, maar aan cult favourites. Aan muzikanten die in een bepaalde scène als ‘de shit’ worden beschouwd, maar voor een leeg veld op pak ‘m beet Pinkpop zouden staan, omdat wat ze doen ‘te moeilijk’ is voor een echt groot publiek. Een van de headliners op Rewire 2024 is The Necks (Amare Danszaal, vrijdag 20:30), een improviserend jazzgezelschap uit Australië. Wat de drie grijze mannen sinds hun debuut in 1988 allemaal hebben uitgebracht, doet er eigenlijk niet toe. Daarvoor verwijs ik u naar hun website. The Necks spelen live namelijk gewoon wat er in ze opkomt.
Vanavond is dat een polyritmische storm die een uur lang door de zaal waait. Bandleden Abrahams, Swanton en Buck ogen volledig overgenomen door de muziek; ze spelen met gesloten ogen en een serieuze blik op het gezicht, die zo nu en dan transformeert in een bezeten grijns. Na een aftastende opbouw bereikt de geluidskolk van piano, percussie en bas halverwege het uur een krankzinnig tempo, waarbij de jazz zonder daadwerkelijk andere genrekleuren aan te nemen, onder plotse knipperlichten desalniettemin transformeert in iets wat op dance begint te lijken, en je je afvraagt hoe lang het nog kan duren voordat een van de muzikanten kramp in zijn klauwen krijgt.
Volledig opgeslokt in de geluidswereld die het trio systematisch heeft opgebouwd, zit ik op een gegeven moment in mijn stoel. Een jongedame wil mij passeren om naast haar vriendje te gaan zitten; ze duwt hard tegen mijn knie, omdat ze al vijf minuten geen oogcontact met me kreeg. Dusdanig is de hypnotiserende werking van The Necks.
Foto Jack Parker
Vaste gast op Rewire, de ontwapenende kamerpopcomponiste Julia Holter (Paard I, vrijdag 20:45). Zat ze in 2019 nog solo achter een vleugelpiano, dit keer heeft ze een heuse band achter zich staan, die nog wat onwennig de barokke composities van Holters nieuwe album Something In The Room She Moves vertolkt. Dat klinkt op zijn beste momenten alsof Fay Lovski met Tuxedomoon op het podium staat. Maar er vallen ook nogal wat valse noten in scherven op de Paard-vloer. ‘Dit is het eerste concert van onze tour’, excuseert de zangeres zich. Daarna lijkt de spanning van haar af te vallen en volgt een veel beter tweede deel.
‘Heb jij een kaart voor Autechre (Grote Kerk, vrijdag 22:15) weten te scoren?’ is de meest gestelde vraag op de vrijdagavond van Rewire. Rond tienen verzamelen de uitverkorenen zich voor de ingang van de Grote Kerk, waar het illustere Londense duo in het pikkedonker een cursus wiskundig beatprogrammeren zal geven. Maar het stenen monument blijkt volkomen ongeschikt voor elektronische muziek. Het geluid en de akoestiek zijn ruk, ondanks de talloze zwarte doeken die de organisatie heeft opgehangen. Na de bijna louterende ervaring van Autechre’s Le Guess Who?-optreden van tien jaar terug is dit ‘weerzien’ vooral een dikke deceptie.
Foto René Passet
Wat doen toch die massieve subs voor het podium, vroegen we ons al af. Die staan er voor Aïsha Devi (Paard I, vrijdag 23:45), de Zwitsers-Nepalese geluidskunstenares slash cyberraver. Ze is vastbesloten om in het komende uur onze nieren te verguizen. Een volgepakt Paard grijpt amechtig naar de oren. Devi’s dunne en boomlange gestalte lijkt onder de kracht van grote ventilatoren bijna weg te waaien. Aan theatrale kracht geen gebrek. Aan piepende oren de volgende ochtend trouwens ook niet.
Hoe krijg je die jongeren weer de kerk in? Door techno op een kerkorgel te programmeren. Hoe kansloos dat ook klinkt, in de Lutherse Kerk wint de Vlaming Maxim Denuc (Lutherse Kerk, vrijdag 00:30) op vrijdagnacht heel wat zieltjes. Hij ontwierp een soort robot-interface tussen orgelpijp en synthesizer, waardoor hij razendsnelle arpeggio’s uit trance en techno succesvol vertaalt naar het barokke instrument boven de kerkbanken. Het publiek kijkt naar een leeg podium, want de magie voltrekt zich achter het orgel. Via een spiegel vangen we af en toe een flard op van een blijmoedig spelende Denuc. Het resultaat klinkt fantastisch. Zo hoorden we een kerkorgel nog niet eerder. Een openbaring, deze Belg.
Foto Pieter Kers
Noorse alleskunner Jenny Hval (Danszaal Amare, zaterdag 18:45) opent de zaterdagavond met een meta-optreden dat het midden houdt tussen theatervoorstelling, protest en concert. ‘Music is an invisible form of communication’, leren we. Maar er is niks onzichtbaars aan. Er is een figurantenrol voor een blauw winkelwagentje en halverwege is er zelfs een striptease achter een witverlicht scherm. Ook kruipen we in de huid van een hamburger tijdens Covid. Het is tegelijkertijd charmant, ontregelend en gek. Precies zoals we Hval kennen eigenlijk. Maar haar elektronisch gedragen liedjes snakken bijna naar een intiemere setting dan het grote Amare.
Wie na de zomerse zaterdag op zoek is naar een relaxt muziekje, verlaat waarschijnlijk linea recta de zaal bij het ontdekken van Oliver Torr & Axonbody (Paard I, zaterdag 19:45). De producer en 3D-artiest vullen de grote zaal van het Paard met een overprikkeling voor de zintuigen met de titel >>_AXONTORR. Het project gaat van drum ‘n bass naar hyperpop en van gillende elektrische gitaar naar gillen in de microfoon. Geen moment saai. Een iets duidelijkere stroboscoop-waarschuwing was hier op z’n plek, gezien epileptici bij binnenkomst stijl en schuimbekkend achterover zullen pleuren van alle flitslichten en felle koplampen in de visuals op het scherm.
Arushi Jain (Paard II, zaterdag 20:00) is een betoverende verschijning. Het lichaam van de kleine zangeres, producer en synthesist uit Delhi gaat verscholen achter een stellage van toetsen, kabels, mics en andere elektronica en op haar in denkbeeldige wolken zwierende hoofd, schittert een band met sieraden in dromerige stagelights. De muziek van het Indiase talent is een gelaagde combinatie van hoge vocalen, field recordings en prachtige, zachtkleurige tapijten van synthesizer. Op plaat klinkt dat al mooi; live zelfs nog een beetje mooier. Dat komt ook omdat Jain na vijftien minuten een prettig dansbare bas onder haar zweverige soundscapes met raga-tinten plaatst, waardoor het publiek meer doet dan louter wegdromen.
Foto René Passet
Niks geen tweeling, dit vehikel van de Britse zangeres Elizabeth Bernholz. Gazelle Twin (Koninklijke Schouwburg, zaterdag 20:15) presenteert in de Koninklijke Schouwburg haar jongste multimediaproject: Black Dog. Met als belangrijkste attributen een versleten leunstoel, een schemerlamp en haar imponerende zangstem. De begeleiding (op tape) is donker, industrieel soms. Het ene moment klinkt ze als Sinead O’Connor, dan weer als Diamanda Galás of Annie Lennox. Ze staat perfect op haar plek in de barokke Koninklijke Schouwburg.
Oordoppen vereist bij de storm die Ben Frost (Paard I, zaterdag 20:45) op zaterdagavond uit zijn machines trekt. Het schuurt, het gromt en het eet de voorste rijen op met huid en trilhaartjes. Frost gebruikt de stotende akkoorden van mathcoregitarist Grek Kubacki slechts als basismateriaal voor zijn sloopwerk. Het resultaat klinkt overweldigend en intens, al kan niet iedere bezoeker het spierbalvertoon waarderen.
Foto Maurice Haak
Keeley Forsyth (Grote Kerk, zaterdag 22:00) liet zich inspireren door toneelschrijver Samuel Beckett en choreograaf Pina Bausch en dat zie je. De Britse is theatraal en bewegelijk. Geen enkel moment staat ze stil om te zingen; Forsyth brengt haar innemende, donkere folkvocalen het liefst terwijl ze voorover gebogen en met handen in het haar over het podium strompelt. Tijdens Rewire debuteert ze The Hollow, haar nieuwe plaat, waarop ze opnieuw de duistere kant van alledaagse zaken opzoekt. Er zijn nummers over kinderen die spelen in de sneeuw (‘sssshhhh!’ sist Forsyth na iedere ‘snow’) en over autistische aan- en uitkleedrituelen. De slotsong brengt de zangeres onversterkt, terwijl ze tussen het publiek door de Grote Kerk uitloopt.
Foto René Passet
De Londense Loraine James (Paard I, zaterdag 22:45) fuseert r&b, jungle, ambient en hiphop in haar licht experimentele vorm van dance. Met haar platen stond ze de laatste jaren hoog op de eindlijstjes van blogs van elektronische muziek-fijnproevers. Tijdens het eerste kwartier van haar show in het Paard verzuipen de subtiliteiten van For You & I, afkomstig van haar debuut, in een veel te dikke laag van bassen. Wellicht komt dat door al die bas-heavy acts die haar vandaag in de zaal voorgingen en stond het geluid nog niet zo lekker afgesteld.
Wanneer drummer Fyn Dobson aanschuift, verbetert dat gelukkig aanzienlijk en transformeert James’ show in een heerlijk vloeiend geheel. Stevige beats, lekkere live-drumpartijen en goed geplaatste zwarte muzieksamples, van een warm orgeltje tot 90’s r&b-vocalen, veranderen het Paard in de perfecte middenweg tussen club en huiskamer. Heel tof zijn de hyperactieve visuals van gebouwen in London die gedurende de show op het achterscherm worden geprojecteerd, afkomstig van visueel artiest Alessandra Leone.
Foto Rogier Boogaard
Dat je ook op een experimenteel festival als Rewire niet per se origineel of veelzijdig hoeft te zijn om een vet optreden te kunnen geven, zien we bij Aunty Rayzor (Paard II, zaterdag 00:00). Deze stuiterbal uit Nigeria combineert grime, afrobeat en reggaeton in tracks op snacklengte. Dat klinkt wellicht als een spannende smeltpot, maar in de praktijk komt haar muziek gewoon neer op razendsnelle woorden over bonkende beats. Rayzor is een enthousiast performer.
Ze twerkt, kickt, rapt in je smartphonelens en betrekt de menigte bij alle nummers, die vooraf worden voorzien van tekst en uitleg gezien de soms Nigeriaanse refreinen. Gezien Rewire doorgaans pas een feestje wordt na middernacht en Rayzor klokslag twaalf uur geprogrammeerd staat, heeft ze het momentum als partystarter mee. De kleine zaal van het Paard eet uit haar handen en springt erop los. Desalniettemin heb je het na twintig minuten stiekem wel gezien.
Foto René Passet
Dance gemaakt van louter stemmen. Het werd al vaker gedaan, maar nooit zo delicaat en overtuigend als door Job Oberman alias Oceanic (Korzo, zaterdag 01:15). In Korzo presenteert Nederlander zijn jongste liveproject Choral Feeling voor een gretig, jong publiek in een bloedhete Korzozaal. Die gaan prima op de hypnotiserende en meanderende baslijnen, waarbij videomaker Tharim Cornelisse ons meeneemt naar het strand. Dat ben je met zo’n artiestennaam natuurlijk bijna verplicht.
Foto Jan Rijk
SUNN O))) (Paard I, zondag 18.30) mag tekenen voor de meest volgepakte zaal van Rewire 2024. En wie zonder oordoppen in op de eerste rij staat, is fucked. Het dronemetalduo staat bekend om z’n oorverdovende shows en vanavond is geen uitzondering. Gehuld in zwarte mantels met capuchon – waaronder ongetwijfeld een industriële gehoorbeschermer verstopt zit, toch? – en omringd door een kringetje amps laten de Amerikanen een uur lang denkbeeldige vliegtuigen opstijgen in de grote zaal van het Paard. Het volume is indrukwekkend; de muziek zelf eigenlijk niet. De band lijkt in totaal vier of vijf noten te spelen. Dat doen ze wel met plezier.
Om de haverklap steekt Stephen O’Malley zijn vuist in de lucht om duidelijk te maken hoe stoer zijn stiekem nogal lompe spel is. Stoerder is de rookmachine, die maar door en door blijft blazen. Tijdens het vetste moment van de show begint er zelfs een heuse mushroom cloud van witte rook boven het podium te vormen. Of beeld ik me dat in, gezien mijn oogleden schudden door het aanhoudende drillen? Bovenal is zo’n show van SUNN O))) een intens fysieke ervaring. Gedurende het hele optreden is het alsof je op een trilplaat staat. Gespannen spieren gegarandeerd.
Foto René Passet
Rewire is dit jaar weer een feest voor liefhebbers van sisters with transistors. En geheel onverwachts hebben de programmeurs de beste elektronica-dame voor het laatst bewaard. Maya Shenfield (Amare Danstheater, zondag 20:00) creëert ambitieuze geluidswerelden vanachter haar desk. De Amerikaanse muzikant heeft elektronische-, pop- en klassieke muziek in de vingers en combineert dit allemaal in een reusachtige productie, die gedurende drie kwartier meermaals van vorm verandert. Magistrale soundscapes worden afgewisseld door desoriënterende glitches, opjagende filmmuziek, ruimtelijke ambiënt en zoete dreampop.
Onder en naast Shenfields elektronicatafel knipperen meerdere industriële lampen in alle kleuren van de regenboog en op het enorme scherm achter haar zien we psychedelische visuals, dronebeelden van rotsgebergten en ander betoverend filmwerk, aangeleverd door kunstenaar Pedro Maia. In het slot van haar waanzinnige set vult Shenfield het Danstheater met witte rook, om vervolgens met alle lampen wit licht de zaal in te schijnen. Engelenzang klinkt uit de speakers. Eventjes wanen we ons in de hemel. Prachtig.
Foto René Passet
FLOEP! Ineens is het stil. Al duurt het nog 10 seconden voordat ook Daniel Lopatin doorheeft dat de PA is uitgevallen. En daarmee ook zijn caleidoscopische synthstorm. Het is een gek, verstild moment in de overvolle show van Oneohtrix Point Never (Amare Concertzaal, 22:00). De Amerikaan nam dit keer visueel kunstenaar Freeka Tet mee. Die bouwde een verlicht poppenhuis met mini-Lopatin waarop een cameraatje is gericht. Het is een briljante en inventieve vondst die fantastische visuals oplevert bij een set die leunt op zijn recente album Again. Daarop komen midwest-gitaarlicks samen met de toverbalsynthesizers waarop OPN patent heeft. Maar geregeld zet Lopatin zijn machines in de overdrive en laten massieve kicks de onstabiele fundamenten van Amare kreunen. Een waardig afsluiter van een puike Rewire-editie.
Gezien: 4 t/m 7 april in Den Haag