Hadden we allemaal maar zo’n knop. Waarmee je het personage dat de buitenwereld verwacht – en verlangt – te zien aan en uit kunt zetten. Mick Jagger heeft zo’n knop, aldus Gijsbert Hanekroot. Hij maakte er als huisfotograaf van Muziekkrant OOR dankbaar gebruik van.
Foto Gijsbert Hanekroot
Houd een camera in de buurt van Mick Jagger en hij verandert op slag in de dandy-rocker die hij op het podium is. Aldus Gijsbert Hanekroot, die hem in de jaren zeventig ettelijke malen binnen een paar tellen zag transformeren van aimabele leeftijdsgenoot naar iets waar alleen superlatieven voor zijn. Een larger than life character waar je maar moeilijk een slechte foto van maakt. Mochten die er al zijn in Hanekroots enorme archief, dan staan ze niet in Jagger By Hanekroot, de nieuwste bloemlezing uit zijn werk, na soortgelijke fotoboeken over Bowie, Marley, Patti Smith, Lou Reed, Neil Young en Roxy Music (en ja, er is ook een gelimiteerde in luxe lederen band uitgegeven The Rolling Stones By Hanekroot, maar die heb ik zelf nooit gezien, daarvoor moet je naar de verzamelaarsbeurs).
In het nieuwe boekwerk (124 pag) staan 65 foto’s verzameld die Hanekroot bij verschillende gelegenheden maakte in Amsterdam, Keulen, Frankfurt, Hamburg, München, Brussel en Londen. Foto’s van persconferenties, vier Stones zittend achter een tafel vol met microfoons, whiskyglazen, asbakken en een ijskoeler. Foto’s van hotelkamers, met diezelfde glazen, hangend op bed. Foto’s van een onbewaakt ogenblik tijdens een interview, verstild voor zich uit starend, de zonden overpeinzend. Een foto bij de exit van een vliegveld (?) in Duitsland met massa’s mensen achter dranghekken, Mick voorop in de stoet richting limo, de gentleman-rocker himself (want tv-camera op zich gericht wetend). Portretfoto’s.
Hanekroot had het geluk Mick twee keer helemaal alleen voor hemzelf te hebben. Die foto’s zijn verrassend naturel, blijkbaar heeft Gijsbert hem ter plekke zover gekregen om te poseren, zónder kek sjaaltje, jasje of streepje eyeliner, zelfs de lippen niet getuit. Hoofdmoot vormen de concertfoto’s, de oudste van 9 oktober 1970 in de RAI, het gros in grofkorrelig zwart-wit, maar Gijsbert heeft ook zijn kleurendia’s afgestoft en de nodige nooit eerder gepubliceerde shots gevonden. Ze hebben één ding gemeen: de rock & roll spat ervan af. Mick, veelal in blote bast, zich het zweet in de naad werkend, of zichzelf afkoelend onder een emmer water; hangend in de lucht, de benen gespreid, de aarde onder hem trillend van opwinding. Mick als lichtgevende helft van de Glimmer Twins, dansend met Billy Preston, zingend, schmierend, heupwiegend, lonkend, druistig als een krolse teef. Afijn, de rockster zoals we hem kennen, en zoals hij wilde dat we hem leerden kennen.
Gijsbert had óók een knop. Hij drukte en ving het toneelspel met genadeloze precisie. En als dat niet lukte, omdat de omstandigheden er niet naar waren, zoals die ene keer tijdens een persconferentie in Hamburg met tientallen collega-fotografen samengedrongen rond een geïmproviseerd podium, dan legde Gijsbert zijn camera gewoon af, overhandigde ’m in een impuls aan Jagger zelf, die pardoes afdrukte en de chaos voor hem vastlegde. Het beeld van de horde hongerige fotografen en de onthande Gijsbert in het midden, onwennig starend naar het vogeltje, is een all-time klassieker.
JAGGER BY HANEKROOT is verschenen bij de Bijzondere Boeken Brigade en rechtstreeks te bestellen bij Gijsberthanekroot.com.