Pinkpop heeft nog een laatste verrassing in petto: dit jaar zijn Thom Yorke en Stanley Donwood, beiden bekend van Radiohead en The Smile, te zien in Landgraaf. Of in elk geval hun visuele werk. De twee exposeren er hun Maps Of The New World, aangekocht door het Maastrichtse Bonnefantenmuseum. Donwood vertelt over zijn ontwerpen voor The Smile, zijn langdurige samenwerking met Yorke en de periode waarin Radiohead OK Computer, Kid A en In Rainbows opnam en uitbracht.
DOOR DAAN KRAHMER
OP HET afgesproken interviewtijdstip krijgen we Stanley Donwoods voicemail. ‘Sorry’, appt hij een half uur later. ‘Ziek.’ Een etmaal later klinkt zijn stem nog steeds verkouden, al voelt hij zich wat beter. Stilzitten tijdens het uitzieken is niets voor hem. ‘Ik kijk geen televisie’, zegt Donwood, lachend en hees, vanuit Brighton.
‘Het laatste wat ik probeerde te kijken was Breaking Bad. Iemand raadde het me aan en zei dat het heel goed was. Maar het was juist verschrikkelijk, zeer gewelddadig. En het ging maar door. Als ik alle afleveringen wilde kijken, kostte me dat zestig uur. En zoveel tijd had ik niet.’
Natuurlijk heeft Donwood geen zestig uur over. Hij leest volop boeken en maakte onlangs nog met zijn twee dochters – beiden actief als kledingontwerpster – de poster voor de aanstaande editie van het Glastonbury-festival. Hij werkt ook aan een imposante muurschildering op het pand van Radioheads platenlabel XL in het centrum van Londen.
Als we hem spreken is hij net terug van een rondreis door Europa, op pelgrimstocht om laat-middeleeuwse kunst te bekijken. Zijn favoriete stad is nu Brussel. Die reis moet zijn langdurige samenwerking met Thom Yorke – die voor klassieke Radiohead-albums visuele kunst maakte onder schuilnamen als Dr. Tchock en Zachariah Wildwood – in 2025 gaan voeden. Althans, dat is het plan.
‘IN DE periode van A Moon Shaped Pool, het laatste Radiohead-album, besloten Thom en ik dat we geen afbeeldingen meer wilden maken rondom een verhalend narratief’, zegt Donwood. ‘De schilderijen op de hoes zijn gemaakt door het weer, door de regen en de wind die tegen de verf op de schildersdoeken kwamen. Maar abstracte kunst maken is moeilijk. Met The Smile zijn we nu toch weer helemaal terug bij narratieve landschappen.’
Het leverde intussen een serie van 25 kunstwerken op, gemaakt in de periode 2020-2023. Enkele ervan worden momenteel geëxposeerd in het Bonnefantenmuseum en zijn tijdens Pinkpop te zien in een pop-up-museum op het festivalterrein. Muziekliefhebbers zullen de afbeeldingen herkennen van A Light For Attracting Attention (2022) en Wall Of Eyes (2024), de twee albums van The Smile.
Synchroon met de oprichting van deze nieuwe band van Thom Yorke, Jonny Greenwood en Tom Skinner, aan het begin van de coronapandemie, raakt Donwood voor het eerst gefascineerd door kunst uit de late middeleeuwen. ‘Ik zag een expositie in Oxford, gewijd aan middeleeuwse Arabische kaarten. Een hele school van cartografen. De Arabische kunst en cartografie waren destijds geavanceerder dan de Europese. Daarna ben ik gaan kijken naar fresco’s in middeleeuwse kerken in Spanje. Daar zag ik hoe het verstrijken van de tijd de kunstwerken meer karakter gaf.’
‘Veel middeleeuws-religieuze kunst is buitengewoon zorgvuldig gemaakt. De kunstenaar dacht: God kijkt met me mee en ziet alles, dus ik moet het goed doen. Daarna verstreken de eeuwen en werden de werken door de tijd beschadigd. En toen gingen mensen, waarschijnlijk met minder vertrouwen in God, die werken restaureren. Soms, vaker dan ik dacht, was die restauratie tamelijk waardeloos. Dat vond ik geweldig, dat effect.’
DATZELFDE EFFECT is te zien op de hoezen van The Smile. ‘Ik heb geprobeerd de Arabische kaarten zeer accuraat en zorgvuldig na te maken. Daarna probeerde ik ze te vernietigen. Niet compleet, maar gedeeltelijk. Vervolgens ben ik ze opnieuw gaan schilderen. Veel sneller en bewust slechter. In die fase zit ik momenteel met mijn kunst. Tijdens dat proces was ik op fietsvakantie in Frankrijk, daar ben ik naar het tapijt van Bayeux gaan kijken. Dat kost evenveel tijd als het kijken naar een film, ik had er anderhalf uur voor nodig.’
‘Een tapijt was heel middeleeuws: men hing het op in een kasteel en zo hield het de kou tegen. Mensen deden het om warm te blijven. Er bleek een plaats in Vlaanderen, vlakbij Gent, waar ze tapijten konden maken van de schilderijen. Daar zijn Thom en ik naartoe gegaan. Een van die tapijten is nu in het Bonnefantenmuseum te zien. Het is de hoes geworden van het tweede album van The Smile.’
Donwood en Yorke werken al lang samen, zegt hij. ‘Sinds 1990, denk ik. Voorheen pakten we het zo aan: hij schilderde een beetje, ik schilderde een beetje. Dan schilderde hij over wat ik deed, of ik schilderde over wat hij deed. We hielden ook vaak schilderwedstrijden. Zo realiseerden we ons dat we ieder onze eigen talenten hebben. Het vult elkaar goed aan, denk ik. Het werk voor The Smile is daarom meer een samenwerking. Die schilderijen maakten Thom en ik samen, op dezelfde canvassen, op hetzelfde moment.’
DONWOOD EN YORKE ontmoeten elkaar in 1988, op de eerste dag van hun kunstacademieopleiding in Essex, nadat Yorke in een tussenjaar tevergeefs heeft geprobeerd om muzikant te worden. Yorke herinnert zich die eerste lesdag nog, waarbij Donwood een pet en een groen tweedpak draagt.
‘Ik besloot dat ik hem niet vertrouwde’, schrijft Yorke in het voorwoord van Donwoods kunstboek There Will Be No Quiet. ‘Maar ik had het gevoel dat ik uiteindelijk met hem zou gaan samenwerken. Hij las een boek.’
Donwood lacht. ‘Ik kan me dit écht niet herinneren. Maar ik herinner me wel onze eerste dag op de kunstacademie. De eerste les was fotografie. We werden de wereld ingestuurd, het Engelse platteland op, met groene heuvels rondom. Maar we waren nog tieners en zijn foto’s gaan maken van de pylonen op het nabijgelegen industrieterrein. Toen we daarmee terugkwamen naar de academie zei onze lerares, nog vóór ze de foto’s had gezien: zo, hebben jullie de pylonen op het industrieterrein gefotografeerd? Ze wist precÃes wat we deden.’
‘Ik herinner me dat gevoel nog. Je bent niet zo slim als je denkt dat je bent. Ik wou dat ik meer uit die lessen had gehaald. Maar je weet hoe jongeren kunnen zijn. Vreselijk. Ze waarderen niets.’
NA DE kunstacademie begint Radiohead – een doorstart van schoolband On A Friday – plotseling opgemerkt te worden. In 1995 vraagt Yorke aan Donwood of hij de hoes voor de single My Iron Lung wil maken, afkomstig van het nog te verschijnen album The Bends. Daarna blijven Radiohead en Donwood trouw samenwerken.
Elke keer als Radiohead – vaak in het geheim – een album gaat opnemen, reist Donwood met ze mee. Als de plaat af is, is ook het artwork af. Terwijl Donwood aan zijn visuele kunst werkt, luistert hij hoe Radiohead op locatie liedjes als Idioteque, There There, Weird Fishes/Arpeggi en Daydreaming in elkaar zet.
Met vaste producer Nigel Godrich besluit de band om voortaan op te nemen op plekken die minder steriel zijn dan opnamestudio’s (Donwood noemt die plekken ‘bunkers’), zoals het verlaten Tottenham House, waar de band in 2007 In Rainbows maakt.
‘De hele band verbleef in caravans, buiten. Ik sliep in een klein tentje, dat ik met tentharingen in de grond vastzette. Iets verder van de band af. Radiohead wilde verkennen hoe een locatie muziek kon beïnvloeden. Muziek opnemen in Tottenham House was mogelijk, maar het was te gevaarlijk om er te slapen. Het begon al behoorlijk uit elkaar te vallen. Ik herinner me de grote hal bij de ingang, met het uitzonderlijk hoge plafond.’
‘Het grootste deel van dat plafond was vergaan. De regen viel door het dak naar beneden. In de gang lagen plassen waar we overheen moesten springen. Het leek op een spookhuis. We hadden het er veel over. Bepaalde plekken in Tottenham House voelden… vreemd. Behekst, bijna. Ik kan me niet voorstellen dat die plek een gelukkige geschiedenis heeft gekend. Rond 1750 werd het gebouwd als een groot adellijk landhuis, daarna fungeerde het als privékostschool voor jongens.’
‘Het moet echt een verschrikkelijke school zijn geweest. We verbleven er midden oktober, tot het echt koud en nat werd. Een plek als Tottenham House blijft je lang bij. Ik denk er nog steeds aan terug.’
IN DE transitieperiode tussen OK Computer en Kid A, de Radiohead-klassiekers die zo sterk van elkaar verschillen, loopt Thom Yorke tegen een creatieve blokkade op. ‘Ik kreeg een mentale inzinking’, zegt hij over deze tijd in het kunstboek Kid A Mnesia. ‘Net als Stanley.’ Yorke’s toenmalige vrouw adviseert hem om tijdelijk te stoppen met muziek maken. Om zichzelf terug te vinden, trekken Yorke en Donwood de natuur in, waar ze eindeloos landschappen tekenen.
‘Ah ja, die periode was heel moeilijk, voor iedereen in Radiohead’, zegt Donwood. ‘Het was een angstaanjagend sombere tijd. Om uiteenlopende redenen, die te persoonlijk zijn om nu verder op in te gaan. Het leek wel alsof iedereen rondom de band aangetast was door iets anders.’
‘Werken in de studio was een manier om hier afstand van te nemen. Maar Radiohead worstelde met de nasleep van OK Computer, dat ongekend succesvol werd, succesvoller dan iedereen voor mogelijk had gehouden. Het was lastig om met de verwachtingen om te gaan die het succes van OK Computer teweegbracht. Het was een rare tijd.’
Ook voor Donwood is de aandacht voor OK Computer overrompelend. Het is de eerste keer dat zijn kunst over de hele wereld te zien is.
‘De plaat kwam uit toen ik 29 was. Ik had veel nachtmerries in die tijd. Die schreef ik op, om te leren ermee om te gaan. Ik had het idee – en ik moet erbij zeggen dat ik een beetje gek werd in die tijd, dus dit gaat belachelijk klinken – dat ik gevolgd werd door een duivel. Ik deed rare dingen, zoals het achterstevoren schrijven van devil, lived, op open haarden. Toen kreeg ik een idee. Als ik het zogenaamde anti-demonenteken op zoveel mogelijk plaatsen zou schrijven, moest het goedkomen, met mij en de wereld.’
‘Toen Radiohead op tournee ging met OK Computer heb ik dat teken dus in alle posters verwerkt. Het verscheen over de hele wereld, overal. Dat was mijn gestoorde idee: om Radioheads marketing voor OK Computer te kapen om van die achtervolging door de duivel af te komen. Dat klinkt gestoord, ik weet het. Maar de nachtmerries hielden op. Het moet dus gewerkt hebben.’
‘ROND DE tijd van OK Computer had ik geen geld’, zegt Donwood. ‘Ik leefde in een kleine huurflat. In 1994 kreeg ik interesse in het internet, dat toen net opkwam. In die dagen kon iedereen een webpagina maken. Om toegang tot een computer te krijgen, nam ik een vrijwilligersbaan als artist in residence in een internetcafé, de plek waar ik ook de ontwerpen voor OK Computer maakte. Niemand realiseert zich dat die hoes deels gemaakt is in een internetcafé.’
‘Ik mocht gebruik maken van de computer en de printer. En in het café hadden ze een modem! Daar leerde ik HTML, waarmee ik de eerste website voor Radiohead maakte. Hun platenlabel vond het maar onzin, dat internet. Ze dachten dat het niet belangrijk zou zijn. Ik dacht, zeer naïef, dat het internet de grootste verandering zou worden sinds de drukpers. Dus voor mij staat OK Computer voor het internetcafé.’
‘Dáár is het ontstaan, op een heel specifieke manier, op een oude computer, compleet afgeschreven, met een kleine tablet en een pen. En in de logeerkamer van Thoms huurhuis, dat hij destijds aanhield in Oxford. Het gebeurde allemaal in hele kleine ruimtes. En het was heel goed om te voelen dat we daar alle vrijheid hadden om ándere dingen te maken. Het was verkennen, zoeken, vinden.’
‘Creativiteit is: je hebt een idee en dan ga je uitzoeken hoe je dat idee kan uitwerken. Veel mensen vragen mij waar ik mijn inspiratie vind, maar ik kan die vraag onmogelijk beantwoorden. Inspiratie is overal. Zolang je maar kijkt. Als je geest open is, kan werkelijk alles een inspiratiebron zijn. Daarom is het idee van een rustig leven een geschikte levenshouding voor kunstenaars. Je kijkt gewoon waar je kan kijken. Maar je kijkt heel aandachtig.’
MAPS OF THE NEW WORLD met werk van Stanley Donwood en Thom Yorke is tot 8 december te zien in het Bonnefantenmuseum in Maastricht. Op 21, 22 en 23 juni verhuist de tentoonstelling (met muziek van The Smile) naar het Bonnefanten Pop-up-museum op het Pinkpop-terrein. Zelf een Donwood aan de muur? Idemparis.com