The Rolling Stones traden donderdagavond dan eindelijk op in een uitverkochte Johan Cruijff ArenA. Daar haalden ze het concert in dat op 13 juni op het allerlaatste moment werd afgeblazen vanwege een covid-besmetting bij Mick Jagger. Van ziekte, roest of slijtage is tijdens de Sixty tour in Amsterdam geen spoor. Al tikt de klok wel onverbiddelijk door.
Fotografie Dimitri Hakke
Willem Antiek is er niet. Dat is vreemd, want hij was er altijd. ‘Ik heb ze nog in het Kurhaus gezien’, zei Willem wel eens, als we in zijn theatertje bij de haven de Stones op groot scherm zagen. Zijn ogen begonnen dan te glunderen, alsof ie weer even 18 was en op de hielen gezeten door oom agent een stoelpoot naar de kroonluchter slingerde. Oproer! Politie! Totale chaos. In de Houtrust, de RAI en de Ahoy was het iets rustiger. En in het Zuiderpark ging het in 1976 weer helemaal mis. Willem Antiek heeft het allemaal meegemaakt. In ’82 zou ‘ie voor het laatst, toen de Stones nog één keer in de Kuip speelden. In 1990 stonden ze er tóch weer. In de jaren die volgden nam Willem Antiek wel twintig keer afscheid van ‘zijn’ band, want na het Gelredome in 2017 zou het toch wel gedaan zijn? Nee dus. 7 juli 2022 is de dag van de terugkeer van Mick en Keith. Maar Willem Antiek is er niet.
Charlie Watts is er ook niet. En toch ook weer wel, want zijn uit duizenden herkenbare drumsound galmt om kwart voor negen door de bomvolle Arena. De kale beat komt zo bekend voor, maar welke is het nou ook alweer? Vorig jaar augustus overleed de drummer, met 80 jaar de oudste van het stel. Als Watts lachend vanaf de videoscreens zijn zegen heeft gegeven, dartelen de jonkies het podium op. Ronnie Wood, 75, hupst als een schelm over de flanken, alsof ie een zak zoekt om te rollen. Keith Richards, 78, eindbaas van de rock & roll, lijkt in z’n oranje leren jack, hoedje en zonnebril z’n ware huid te hebben gevonden. En Mick Jagger, ook 78, paradeert parmantig in z’n kleurrijke tante Sjaan-jasje en roze vest. Hij blaast opener Street Fighting Man, het tourdebuut van Let’s Spend The Night Together en het traditionele landingsgestel Tumbling Dice vurig en scherp de Arena in. Jagger biedt meteen uitvoerig z’n excuses aan voor het debacle van vorige maand. Het stadion liep op 13 juni al vol, de band was in het huis, Jagger testte positief op covid en het legioen kon weer rechtsomkeert. Duizend apologies. Sorry, mijn naam is Corry.
Corry is er wél. Het onbetwiste symbool van de afgelaste show kan dus weer ‘die kuttrappen op’. Corry had op de inhaaldatum een tripje naar Parijs geboekt – en haar kaartjes in Even Tot Hier al aan een mevrouw gegeven die de Stones niet kon betalen (overigens niet verwonderlijk, met veldkaarten vanaf 150 euro). Maar ze heeft wat dingen verzet en is nu toch van de partij, ondanks de hevige concurrentie uit de Nederlandse artiestenwereld. ‘Fijn dat jullie hier zijn en niet bij Frans Bauer’, haakt Jagger in z’n bekende fonetisch Nederlands handig op de hele kwestie in – en nog tijdens het concert heeft z’n grapje wederom de nationale headlines gehaald. Al is er meer reuring in de buitenwereld, zo zien we als we na verzoeknummer Sweet Virginia (opnieuw een tourdebuut) even snel de socials checken.
Aart uit Leiden is er ook. Heel het land had te doen met de doodzieke Stonesfan en zijn vrouw, toen ook zij vorige maand onverrichter zake huiswaarts moesten. Gelukkig zien we Aart vanavond weer in zijn bed op de tribune, dankzij Stichting Ambulance Wens. Vanaf het veld wordt hij toegezwaaid, vanaf de tribune geobserveerd door een prominent die de vorige episode kennelijk gemist heeft: Freek de Jonge. ‘Iemand die geen zin heeft om uit zijn bed te komen voor de Stones’, schrijft Freek onder een foto van Aart op twitter. En al meteen wordt de komiek van alle kanten aangevallen. ‘O jee, ik heb een grapje gemaakt dat verkeerd gevallen is’, verweert Freek zich. ‘You can’t always get what you want.’ Maar terwijl het gelijknamige nummer gloedvol over de hoofden glijdt, zien we dat Aart niet geraakt kan worden door toetsenbordhelden of andere ophef. You Can’t Always Get What You Want krijgt aan het eind nog een versnelling mee en ontaardt in een heuse gospelrevue, de mensen rond het bed staan vrolijk te dansen. De lach op de gezichten in de ziekenboeg spreekt boekdelen – daar hebben ze geen grappenmaker voor nodig. Terwijl Freek twintig rijen verderop onder vuur ligt, ligt Aart gewoon te genieten van z’n favoriete band, die even later in het zeldzame, uitgesponnen Can’t You Hear Me Knocking pas echt goed op stoom raakt. Waarom staan er eigenlijk niet meer songs van klassieker Sticky Fingers op de setlist?
Brown Sugar is er niet. Met z’n verwijzingen naar slaven, zwepen en (te jonge) vrouwen – ook nog eens in de nodige combinaties – stuit het nummer in de mores van 2022 op de inmiddels onvermijdelijke controverse. En hoewel de Stones van oudsher de band zijn om zich niéts van de buitenwacht aan te trekken en geen schandaal uit de weg te gaan, is het aloude prijsnummer toch aan de kant geschoven. Al gaat er ineens wel een klein lampje branden, als we terugdenken aan een klein uurtje geleden: die introtape met Charlie Watts, was dat niet tóch stiekem de finale van Brown Sugar? Het blijven kwajongens, die Stones. Bovendien: Honky Tonk Women, dat massief doch swingend door het stadion dreunt, is met al z’n hoeren en snoeren toch ook best wel risqué… En heeft Mick Jagger het nu echt over de boeren?
De boeren zijn er ook niet. Althans, niet op volle oorlogssterkte. We kunnen ongestoord van en naar het stadion, zo heeft ook de Grote Baas zelf uit de krant vernomen. ‘I hope they don’t block the road’, grijnst Jagger, terwijl er toch vele armen de lucht in gaan op de – wederom fonetische – vraag of er ook boeren in de zaal zijn. De Stones vellen geen oordeel en gaan door, zoals ze dat al zestig jaar doen. Jagger memoreert even aan de repetities in de Ziggo Dome, om vervolgens héél ver terug te gaan. ‘Ons eerste optreden buiten Engeland was in Holland’, zegt hij, terwijl er beelden uit het Kurhaus in 1964 op de schermen verschijnen. ‘Mayhem! Police!’ lacht de zanger, terwijl we z’n piepjonge zelf achter een Haags gordijn zien verdwijnen. Ergens vliegt een stoelpoot naar een kroonluchter, oom agent trekt z’n wapenstok voor het langharig, werkschuw tuig. Je zal erbij zijn geweest… Jaggers ogen beginnen te glunderen, alsof ie zelf weer even 21 is. Waar blijft de tijd, denken we met hem mee. Want net zoals het leven zelf, vliegt de avond voorbij.
Mick en Keith zijn er nog. En Ronnie, natuurlijk, voor altijd de jongste. De totale chaos uit het Kurhaus lijkt 58 jaar later te zijn overgeslagen naar de hele wereld, de Stones voelen zich echter kiplekker in alle heisa. Rock & roll gedijt immers het best bij reuring. Miss You zet de vloer soepel in beweging, de bluesfanaten likken de vingers af bij een bezield Midnight Rambler – als een hellhound op zijn trail gehouden door Charlie Watts’ opvolger Steve Jordan. De vaste parade aan warhorses (inclusief luid ontvangen Oekraïense vlag tijdens Gimme Shelter) stoot de setlist naar z’n einde en als Sympathy en Satisfaction de deur dichtdoen, heeft Amsterdam z’n beste Stones sinds de Licks-tour in 2003 gezien. De band heeft niets meer te verliezen en oogt losser en levendiger dan bij de vorige megatours. Alsof het wegvallen van Charlie Watts, hun vertrouwde motor, de motivatie nog eens op scherp heeft gezet: de Stones staan hier niet alleen voor het geld, maar vooral omdat ze dat zelf willen – en waarschijnlijk ook niet anders kúnnen. En zo rekken ze de houdbaarheidsdatum van de rock & roll anno 2022 weer met een paar jaar op, zoals hun grote voorbeelden uit de blues dat in de jaren tachtig en negentig al deden. We nemen daarom ook geen afscheid meer van deze levende legendes. Dat heeft simpelweg geen zin, zo lang ze er nog zijn. Als het afgelopen is, merken we dat vanzelf. En maak er tot die tijd het allerbeste van, zo hebben we geleerd van Willem Antiek.
Want Willem Antiek is er niet. Hij is uit de tijd. Afgelopen zondag stopte de klok. Het was 3 juli, nota bene de sterfdag van mede Kurhaus-veteraan Brian Jones. En uitgerekend dat ene nummer heeft hij in al die tientallen keren nooit live gezien, want de Stones spelen Out Of Time tijdens deze Sixty tournee voor het eerst. Zo ook vanavond in Amsterdam, ten overstaan van Aart in z’n bed, de druk twitterende Freek, Corry, de boeren met de vuist in de lucht, de Amsterdammers, de Oekraïners, de Argentijnen, de Australiërs, de Stonesclub van Terschelling die morgenvroeg terug reist naar het eiland voor een begrafenis… It’s only rock & roll, staat er op de rouwkaart. En: ‘Ik heb altijd gezegd 100 te worden. Dat is me gelukt in die 75 jaar.’ Op de foto glundert Willem Antiek alsof ie achttien is, zoals de Stones vanavond stralen als in hun hoogtijdagen. Je bent, simpel gezegd, zo jong of oud als je je voelt. The time is now. Die eeuwigheid komt later wel.
De zomereditie van OOR is uit!
Bestel ‘m hier.