In 1977 kwamen Peter Hammill en OOR's Bert van de Kamp tegenover elkaar te zitten achter het schaakbord. Een partijtje in drie delen, want de zanger was op dat moment op tournee door Nederland met zijn band Van Der Graaf Generator. 'Een aardig partijtje' werd het, aldus schaakliefhebber Van de Kamp, die voor OOR tot in het kleinste detail verslag deed van de pot. Het leverde een van de meest memorabele verhalen uit de Nederlandse popjournalistiek op.
Het Poparchief komt tot stand in samenwerking met Collectie Nationaal Pop Instituut, onderdeel van het Allard Pierson – De Collecties van de Universiteit van Amsterdam. Hierin vind je ook Bert's interviews met Lou Reed, Kate Bush, J.J. Cale en Steely Dan.
De passie voor het schaakspel, vaak beschreven, door velen gekend. Tot de verbeelding sprekende verhalen over genieën, die tot de grens naderden, verder soms, slachtoffers van een loze obsessie. Morphy, Steinitz, Aljechin, Fischer, mensen met een buitensporig talent voor het spel der spelen, die zich niet stoorden aan de waarschuwing van iemand als Staunton: 'Men moet zich niet aan het schaakspel overgeven ten koste van andere, meer serieuze bezigheden.' The Glorious and Bloody Game, heet een essay van Koestier over Bobby Fischer, hij schrijft: 'Chess is the perfect paradigm for both the glory and the bloodiness of the human mind' en aan het slot van zijn verhaal heeft hij het over een mysterie van onaangeboorde vermogens in de menselijke geest, die in aanleg veel en veel groter zijn dan die welke van toepassing zijn op ons alledaagse bestaan.
De hoofdpersonen van dit verhaal zijn amateurs, het schaakspel als hobby, als zwakheid, zo men wil. Vanaf het eerste moment dat Hammill en ik elkaar ontmoetten was het duidelijk dat we eens tegenover elkaar achter het bord met de 64 velden zouden zitten. Titels van elpee's als Fools Mate en Pawn Hearts, afbeeldingen op de hoezen van H To He Who Am The Only One en Chameleon In The Shadow Of The Night, ze hadden me op zijn minst duidelijk gemaakt dat Peter gevoelig was voor de symboliek van het schaakspel.
De laatste jaren was hij een beetje 'out of practice', vertelde hij bij die eerste ontmoeting. Hij had een paar jaar op een club gezeten, wat aan theoriestudie gedaan, maar wist niet hoeveel er nog van was blijven hangen. 'On the road' met zijn groep Van Der Graaf Generator had hij nog wel eens met organist Hugh Banton een partij opgezet. Drummer Guy Evans herinnert zich nog 'the 1972 Van Der Graaf Chess Tour Of Italy' en het volstrekt anti-sociale gedrag van Hammill en Banton, die een reeks van prestigegevechten achter het bord uitvochten. Wie was de uiteindelijke overwinnaar? 'Ik', verklaart Peter, 'Ik was net iets beter dan hij' en er krult iets van een glimlach om zijn lippen.
Lees alle interviews, achtergrondverhalen, albumrecensies en columns van OOR nu ook op OOR.NL. Exclusief voor abonnees.
ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?