‘But I’m lonely shade of blue, I don’t know what else to do’, laat John Moreland weten in het mistroostig stemmende Ugly Faces, het openingsnummer van het zesde album van de singer-songwriter uit Tulsa, Oklahoma. Een vrolijke indruk maakt Moreland ook niet op de rest van Birds In The Ceiling. Zijn volgers kunnen zich weer laven aan fraai vormgegeven tristesse.
Evenals op zijn vorige plaat LP5 gebruikt Moreland milde electropercussie in zijn van oorsprong akoestische folk- en Americanaliedjes. In het titelnummer zitten vogelgeluiden. Had niet gehoeven, Moreland heeft dergelijke goedkope sfeereffecten helemaal niet nodig. Het leidt alleen maar af. De laatste zin van het sobere Birds In The Ceiling is ‘Death alone is certain, but life is a beautiful question’. Veel is onzeker volgens Moreland, maar hij weet wel te verwoorden wat er mis is als hij met zijn intiem overkomende, melancholieke stem zingt over vervreemding, eenzaamheid, desinformatie, oppervlakkig gedrag en andere menselijke tekortkomingen. Qua muzikale sfeer doet Moreland ditmaal enkele keren denken aan zijn Canadese collega Bruce Cockburn. Het lied Birds In The Ceiling begint trouwens met de verzuchting ‘The night is sinking and I’m in need of a song’. Mochten anderen nood hebben aan liedjes, meer bepaald gave weemoedsongs op subtiele rootsbasis, dan voorziet Birds In The Ceiling voortreffelijk in deze behoefte.