concert

North Sea Jazz dag 1: Pharrell, Kandace Springs e.a

Om de gigantische massa mensen in het Rotterdamse Ahoy-complex aan te kunnen is de routing weer wat gewijzigd en is de (om)looproute uitgebreid. Het lijkt daardoor aanvankelijk niet zo heel erg druk op de openingsdag van North Sea Jazz. Maar wie naar bepaalde bijzondere concerten wil, treft toch weer vroeg gevulde zalen en soms dus nee aan de deur. Een van de redenen daarvoor is wellicht dat er in de grootste zaal, waar voorheen met twee wisselpodia werd gewerkt, nog maar één podium staat, waardoor er meer ombouwtijd nodig is en mensen er niet meer blijven hangen. En dus elders hun vertier zoeken, wat leidt tot meer drukte in de kleinere locaties.

Een van de openingsacts is Vintage Trouble, de rockabilly- annex punkfunkformatie uit Californië. De groep start snoeihard en razendsnel, een beetje overdonderend op dit vroege uur. Hun zwarte soulzanger Ty Taylor, die eruitziet alsof hij zo uit een Tarantino-film is gestapt, heeft energie voor tien. Hij schreeuwt de longen uit zijn lijf, maakt fraaie capriolen, loopt over het smalle hek vlak voor het publiek en krijgt de massa aardig mee.

De ervaren North Sea-ganger weet: voor vroege hoogtepunten ben je op dit festival altijd aan het goede adres bij het Metropole Orkest. Dit Hollandse collectief blijft er een om trots op te zijn en staat jaarlijks in Ahoy met een nieuw project, van spannende samenwerkingen tot uitgebreide tributes. Dit jaar doet het orkest het samen met Snarky Puppy, ook geen onbekende. Dit collectief uit New York maakt een lekkere, veelal dansbare fusie van jazz, funk, soul, gospel, rock en electro. Voeg hier de bombast en schoonheid van het Metropole Orkest aan toe en je hebt te maken met een aan alle fronten bewapende muziektanker, die de tweede grootste zaal van het festival genadeloos plat speelt. Wanneer het voltallige gezelschap geen prachtige, in unisound gespeelde klassieke passages laat horen, worden de solo’s van Snarky Puppy’s individuele talenten wel versterkt met een bataljon aan blazers in de climax. Machtig! Overigens is dit optreden niet alleen een sterk begin van het festival, maar ook een mooie voorproef voor de zondagavond. Dan staat één van de sterspelers van Snarky Puppy, de superfunky organist Cory Henry, namelijk met zijn eigen band in de Congo.

Het Rotterdamse Re-Freshed Orchestra treedt voor een tweede keer aan op het festival, ditmaal met alleen eigen werk van hun eerder dit jaar verschenen album. Er wordt op het laatste moment nog even een soundcheck uitgevoerd en het resultaat is er naar. Het grootse funky bandgeluid, dat wisselt tussen funk, soul, hiphop en dance, komt heel aardig over in de klankmatig lastige buitentent. maar het heen en weer lopen van vocalisten Dillenburg, Pink Oculus en Dr. Rum haalt helaas de vaart er een beetje uit. Net als, hoe goed bedoeld ook, de aankondigingen van bandleider Alexander van Popta. Het publiek kent de liedjes nauwelijks, dus staat er wat onwennig bij.

Eén van de thema’s van de openingsdag van North Sea Jazz is Brainfeeder, het platenlabel van Flying Lotus. FlyLo en zijn collega’s zijn verantwoordelijk voor de wedergeboorte die jazz op het moment beleeft als onderdeel van hiphop. Kendrick Lamars laatste albums staat bijvoorbeeld vol bijdragen van Brainfeeder-artiesten. Vanavond krijgen de bekendste namen uit deze stal hun moment in de spotlights. OOR zag niet iedere Brainfeeder-act, maar wat we wél zagen was niet altijd even sterk. Zo slaat Flying Lotus zelf de plank totaal mis. Zijn dj-set-plus is het tegenovergestelde van de authentieke virtuositeit die je in de andere zalen meemaakt. Thundercat, de neef van Erykah Badu, presteert gelukkig beter. Deze goedgemutste (letterlijk, want hij draagt een soort kerstmuts) bassist kan ook behoorlijk soulvol zingen, beschikt over een topband en heeft een aantal spannende soloalbums uitgebracht. Liedjes als Lone Wolf & Cub blijken live al even innemend als op plaat. Dit multitalent zal voor veel bezoekers een van dé ontdekkingen van deze editie North Sea Jazz zijn, ondanks het feit dat Stephen ‘Thundercat’ Bruner een veteraan binnen de soul- en jazzwereld is.

We hebben redelijk hoge verwachtingen van Buddy Guy, een van de echt legendarische krasse knarren op het festival. Bijna tachtig is de bluesman uit Chicago inmiddels en hij loopt nog als een kievit. Maar zijn zang is verzwakt en zijn vingervlugheid niet meer zo groot, waardoor hij een tweede gitarist voor de echt lange soli heeft meegenomen. Zelf beperkt hij zich veelal tot theatrale mimiek, wat gevloek en gemompel. Heel karakteristiek maar muzikaal niet zo boeiend. Dat wordt helemaal gered wanneer zijn gast en protégé Quinn Sullivan aantreedt. De pas zeventienjarige gitaargod zet de hele zaal in vuur en vlam met een stijl die diepe bewondering verraadt voor zijn mentor en voorgangers uit de blues en rock. Die zien we zeker een keer terug op eigen kracht!

De heer en meester van niet alleen Brainfeeder maar eigenlijk gewoon de algehele hedendaagse jazz, heet echter Kamasi Washington. Samen met het Metropole Orkest en een koor brengt de vorig jaar doorgebroken saxofonist vanavond nummers van zijn weergaloze debuutplaat The Epic. Het wordt een waanzinnig optreden, met afstand het beste jazzconcert dat we in de laatste pakweg vijf jaar op dit festival hebben meegemaakt. Om te beginnen spelen Washington en zijn band, bijnaam The Next Step, op het niveau van hun helden. Ravi Coltrane maakt nog steeds muziek, maar Kamasi is de man die ons het meest doet denken aan John. De saxofonist klinkt gevoelig èn luid, laat zijn hoorn soms keihard brullen maar speelt ook continu met een zekere, rustgevende, spiritualiteit. Maar Washington biedt méér dan het soort instrumentale kunsten die een lang nummer als Run Run Home even verslavend als een goede popsong maken. Zo nodigt hij niet zomaar een gast, maar zijn vader op het podium uit voor Henriëtta, Our Hero, een ode aan zijn grootmoeder. Wanneer de oude fluitist na het laatste machtige refrein nog één laatste keer soleert, kun je ons opvegen. Zo’n ‘simpel’ emotioneel moment zien we zelden bij jazz. En dan hebben we het nog niet eens écht gehad over het Metropole Orkest en het koor, die er op de achtergrond voor zorgen dat het gespeelde materiaal van The Epic daadwerkelijk episch is. Of over Thundercat, die zich halverwege de set bij Washingtons band voegt en een zinderende bassolo laat horen. Grandioos optreden, onvergetelijk.

De veelbelovende zangeres en pianiste Kandace Springs is op een redelijk laat moment toegevoegd aan de programmering en staat met haar triobezetting dus in een piepklein bovenzaaltje dat nu al veel te klein blijkt. Honderden wachten tevergeefs om nog een glimp op te kunnen vangen. De zangeres begeleidt zichzelf op de vleugel en zingt veel werk van haar recent verschenen debuutalbum Soul Eyes, genoemd naar de Mal Waldron-klassieker. Kandace heeft zich de laatste jaren van pop- annex streetsoul en Prince-protégé (een van de vele) ontwikkeld tot souljazz-zangeres. Ze doet dat technisch zeer vaardig maar ook een beetje behoudend. Alsof de koers die ze nu vaart, met prachtige ingetogen ballads en standards, niet helemaal een eigen keuze is. Springs’ bescheiden presentatie vormt ook een wonderlijk contrast met haar voorkomen. Ze heeft een enorme bos krullen en is gestoken in een prikkelend visnetgevalletje dat heel wat meer spanning suggereert dan dit perfect gezongen, iets te brave festivaldebuut.

Christian Scott speelt vanavond de rol van leermeester. Op laatste plaat Stretch Music introduceert hij nieuwe jazztalenten, waaronder de pas 21-jarige fluitiste Elena Pinderhughs. En ook live ligt de nadruk op het introduceren en onderwijzen van Elena en het andere jonge talent in zijn band. De praktijk is de beste leerschool, dat moge duidelijk zijn, maar je laat een leerlingstoffeerder ook niet het hele huis van je beste klant vol tapijt leggen. Scott laat zijn band teveel soleren en speelt zelf vooral refreinen en andere korte passages mee. Hij is een geweldige trompettist, een van de beste van zijn leeftijd zelfs. Hoewel begrijpelijk is het een teleurstelling dat we zo weinig van hem horen vanavond.

We hadden plannen om mr. Happy Pharrell Williams uitgebreid te gaan bekijken, maar de eerste tonen van deze denderende soul- en dancerevue, inclusief zijn op zichzelf onverwoestbare liedje Frontin’, geven een onaangenaam déjà-vu. Net als de horde danseressen zoals we die al vaak eerder zagen. ‘Dit kennen we nu wel, kom eens met wat nieuws’ is het overheersende gevoel. Niet alleen van ons overigens, want de zaal wordt door velen alweer vroeg verlaten. Wij zoeken ons heil bij Rag ‘n’ Bone Man, de Britse soulformatie rond opvallende zanger Roy Graham. Hij heeft een wilde baard en tientallen tattoos, waarmee je hem eerder in een punk- of hiphopsetting zou verwachten. In dat laatste zat hij voorheen dan ook, maar hij heeft zo’n onwaarschijnlijk fraaie, rauw-zuivere zangstem dat hij er nu voor kiest om, bijna ingetogen, prachtige bluesy soulliedjes te vertolken. Deze heerlijk hese engel brengt een prachtig klein en persoonlijk moment op deze eerste dag boordevol spektakel.

Door Kees Smallegange & Randy Timmers / Fotografie: Dimitri Hakke

Gezien: 8 juli 2016, Ahoy, Rotterdam

Deel dit artikel

Meest gelezen artikelen

Gratis vinyl bij een abonnement op <span class="oor">OOR</span> (vanaf 36 euro)!
abo-actie

Gratis vinyl bij een abonnement op OOR (vanaf 36 euro)!

OOR deelt uit! Neem een halfjaar- of jaarabonnement op OOR en kies je vinyl. Met nieuwe lp's van Pearl, English ...
The Tortured Poets Department
pop
Taylor Swift

The Tortured Poets Department

OOR-collega Thomas Snoeijs noemde Taylor Swift onlangs ‘de grote winnaar van de wereldwijde aandachtseconomie’. Een betere omschrijving van de Amerikaanse ...
Prince verdient een betere ode dan Candy Dulfer presents The Purple Jam
concert
prince

Prince verdient een betere ode dan Candy Dulfer presents The Purple Jam

De liefde van mijn leven leeft in mijn verleden, schrijft Ilja Leonard Pfeijffer in zijn roman Grand Hotel Europa. Het ...

North Sea Jazz dag 1: Pharrell, Kandace Springs e.a